Algemene info bij het reisverslag.
Dolomiten Höhenweg I (Italie)
Streek: Südtirol
Traject:Dolomiten Höhenweg 1
Periode: 01/09/07 t/m 14/09/07
Reisgezelschap: solo (Initiator Bergwandelen)
Transport:
Heen: Eurolines Brussel – Verona
Terug: Eurolines Venetië – Brussel (32€ mits besteld via internet minimum 75 dagen voor vertrek.)
Wie liever vliegt, kan met Ryanair tot Treviso (vlak bij Venetië).
Van Verona per trein naar Fortezza (Franzenfeste) en dan vervolgens naar Dobbiacio (Toblach). Te voet naar Belluno en van daar per trein naar Venetië
Logies: van berghut tijdens de tocht (max 35 € HP ppn) verdere info, zie verslag.
Venetië (Mestre): Hotel Giovannina 38€ ppn zonder ontbijt en plus 2€ reservatiekosten
Reizen kost: ca. 35 tot 50 € per dag (voor overnachting, ontbijt en avondmaal)
Venetië: ca 70€ low budget.
Betalingswijze:
- cash
- Bancontact (opgelet: slechts beschikbaar bij start en aankomst, dus niet tijdens de voettocht)
- Visa (opgelet, wordt moeilijk aanvaard, gezien de kleine bedragen.
- Cash afhalen met Visa duur.
Reisliteratuur:
- Wandelgids: Hüttentrekking Ostalpen (Uitgeverij Rother Selection – Ralf Gantzhorn & Andreas Seeger)
- Lonely Planet Italy
Stafkaart: Freytag & Berndt
- WKS 3 “Pustertal – Bruneck – Drei Zinnen”
- WKS 5 “Grödner Tal – Val Gardena – Sella – Marmolada”
- WKS 10 : « Sextener Dolomiten – Dolomiti di Sesto – Cortina d’Ampezzo”
- WKS 15: “Pale di San Martino – Agordo Belluno”
Internet:
- www.eurolines.be
- www.ryanair.com
- www.trenitalia.com
- www.suedtirol.info
- www.rother.de
- www.alpenverein.de
- www.cai.it
- www.berghutten.be
- www.meteoalpin.com
Dolomiten Höhenweg I:
Inleiding:
Van alle tochten die ik tot op heden gedaan heb, was dit één van de gemakkelijkste. In het Duitstalige gedeelte, waren er absoluut geen problemen. In het Italiaans sprekende gedeelte, merk je het cultuurverschil en de toch iets grotere nonchalance bij het aanbrengen van de wegmarkeringen. Niets onoverkomelijk, maar op een paar punten diende ik toch eens de kaart te raadplegen…
Landschappelijk vond ik het echt de moeite waard. Een totaal ander landschap dan Oostenrijk of Zwitserland.
De in de gebruikte gids “Hüttentrekking Ostalpen” opgegeven wandeltijden zijn vrij ruim. Ik zelf zat er steeds onder. De tijden vermeld in de oorspronkelijke gids “Dolomiten – Höhenweg 1/3 (Rother Bergverlag – Franz Hauleitner)”, zijn wel juist.
Uitrusting en voeding:
Fysieke voorbereiding:
Hoe beter je fysieke conditie bij het vertrek, hoe groter de kans is, dat je van je reis zal kunnen genieten. Misschien heeft het bij mij met het toenemen der jaren te maken, maar ik geraak steeds meer overtuigd van de noodzaak van een goede fysieke voorbereiding. Wandelen in de Ardennen is goed, maar het gevoel van een klim of afdaling van 1000m non-stop kan je er toch niet evenaren. Een bij de Klim- & Bergsportfederatie gewaardeerde kuitenbijter is het GR traject Bouillon-Vresse, waar je qua stijgings- en dalingsmeters aardig in de buurt komt.
Maar zoals ik al in de inleiding aangaf: je hoeft voor deze tocht geen echte atleet te zijn en bovendien kan je door de aanwezigheid van hutten op relatief korte afstand van elkaar, de fysieke moeilijkheidsgraad nog verlagen, zeker in het begin, wanneer de fysieke conditie van de gemiddelde laaglander nog niet goed aangepast is.
Kledij op het lichaam:
- schoenen: bergschoenen van het type A/B tot B bij voorkeur van een gekend merk en liefst in combinatie met een onderlaag in Gore-tex.
- stel sokken: bij voorkeur 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax)
- trekkersbroek, eventueel met afritsbare pijpen of traditionele kniebroek, bij voorkeur in een waterafstotende en/of sneldrogende kwaliteit.
- synthetisch ondergoed: slip (mijn voorkeur gaat naar de microvezel van Nur Die) en T-shirt met lange of korte mouwen ( te koop: soms in Aldi, altijd in Decathlon of de klassieke buitensportzaken)
- lichte fleece
- zonnehoedje
Kledij in de rugzak:
- zware fleece, liefst met windstopper (ook reeds te koop in Aldi)
- Gore-tex jas met kap of hoed, in combinatie met een regenhoed. (Gore-tex geniet nog steeds de voorkeur, maar wie afgeschrikt wordt door de hoge aanschafprijs kan voor redelijke alternatieven terecht bij Decathlon)
- een zonnebril met hoge filteringsgraad, zonnecrème (beschermingsfactor 20 of hoger) en eventueel lippenzalf met beschermingsfactor)
- reserve synthetisch T-shirt en slip
- stel reserve sokken
- lichte droge reserve kledij voor in de hut en eventuele hutten pantoffels (soms te vinden in de hutten of anders loop je gewoon op je sokken op de gladde houten vloeren)
Andere uitrusting:
- telescopische wandelstokken (ontlasten de knieën bij het dalen) Koop bij voorkeur stokken van de merken Leki of Komperdell. Besteed aandacht aan het materiaal van de handgrepen (geen hard plastic) en mijd vooral stokken met een gesp in de polslus. Bij langdurig gebruik gaat die gesp irriteren.
- rugzak van ca. 60 liter (Quecha Symbium 60 van Decathlon) Ondanks dat er bij die rugzak een regenhoes zit, steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi.
- een lichte slaapzak. Quecha Ultra light S15 van Decathlon)
- 1 handdoek van 40 x 80 cm, bij voorkeur in microvezel (droogt sneller en geeft minder geur af, wanneer hij niet goed gedroogd kan worden. Reeds verkrijgbaar bij Aldi)
- 1 washandje met een klein busje douchezeep en shampoo, een reistandenborstel met kleine tube tandpasta (een bijna lege tube sparen voor op reis kan ook), een stick scheerzeep en wegwerpmesjes of reisscheerapparaat op batterijen.
- een paar pakjes papieren zakdoekjes, doet dubbel dienst als toiletpapier
- drinkbussen of een drinkzak met slang met een gezamenlijke inhoud van 2 à 3 liter (reken zeker in de zomer niet te veel op water onderweg)
- voor wie het extra gewicht wil dragen: inox thermos met een aantal zakjes thee, soep of oploskoffie. Geen brander, warm water kan je in de hut krijgen tegen betaling
- zakmes
- micro zak- of hoofdlamp om het toilet te vinden in het donker
- persoonlijke apotheek: rekverband, steriele doekjes, ontsmettingsmiddel, wondpleisters, schaartje, sporttape, Compeed, Ibuprofen, Dafalgan, Rinomar (tegen neusloop) Imodium (diaree)
- reserve plasticzakken
- naald en draad
- tube handwaszeep (1 voor 2 personen)
- GSM (dekking niet overal verzekerd)
- oriëntatiemiddelen: stafkaarten (zie hoger), kompas en/of GPS.
Technische uitrusting:
- Klettersteigset: weinig zinvol, tenzij je de laatste dag rechtstreeks naar Belluno wil gaan via de Refugio 7° Alpini, wat het officiële eindpunt is van deze tocht, maar die helemaal niet past qua karakter bij de rest van de tocht. Wie meer Kletersteig mogelijkheden zoekt, verwijs ik naar de Stubai of Kärnischen Höhenweg (beschrijvingen van deze tochten zijn terug te vinden bij Wegwijzer Reisinfo)
- stijgijzers en pickel: voor wie heel erg vroeg in de zomer en onder alle omstandigheden zijn vooropgesteld traject wil afleggen. Past echter niet bij het algehele karakter van deze tocht: Flexibel zijn en je plannen durven aanpassen is veiliger en maakt je rugzak lichter.
Voeding:
Volgens de voedingsleer zou je voeding een verhouding van 15% proteïnen, 30% vet en 55% koolhydraten moeten bevatten Voor sommige sporten gaat men zelfs tot 70% koolhydraten.
Hou echter rekening met het feit dat vet meer calorieën bevat voor eenzelfde gewicht voeding.
Mijn menu is zodanig samengesteld dat ik in principe alles wat ik onderweg moet eten, los uit de hand kan eten. Dit is handig bij slechte weersomstandigheden en spaart bovendien gewicht uit aan verpakkingsmaterialen, besteken, enz…
Mijn dagrantsoen voor onderweg stop ik per dag in een afzonderlijke plastic zak. Als het dan regent, steek ik die zak op de plaats waar ik anders mijn regenjas steek, zodat de rugzak niet telkens open moet, wanneer je je energiepeil wat wilt aanvullen.
Ikzelf weeg ca. 78 kg. Wie zwaarder is, zal in verhouding iets meer nodig hebben.
Een menu moet voldoende gevarieerd zijn en moet uiteraard voor jou aanvaardbaar zijn.
Weet echter dat ik thuis ook wel iets anders eet dan dit.
Veel sportvoeding vermeldt reeds de samenstelling. Indien je deze niet terugvindt op de verpakking, zal je gebruik moeten maken van een algemene lijst met de samenstelling van voedingsmiddelen. Die vind je terug in een boek over dieetleer in de bibliotheek of op het internet. Als je weet dat 1gr proteïnen of eiwitten overeenkomt met 17 kJ of 4kcal, 1 gr vet met 38 kJ of 9 kcal en 1 gr koolhydraten met 17 kJ of 4 kcal, dan kan je zelf aan de slag.
Naam: | Gr.: | Proteïnen: | Koolhydraten: | Vet: | KJ: |
Muesli reep Aldi | 75 | 5,2% | 52,20% | 9,00% | 1313,25 |
Energie Bar | 80 | 3,9% | 56,72% | 7,52% | 1308,08 |
Chocolade noten | 100 | 8,2% | 34,77% | 11,31% | 1145,54 |
Snickers (Foré) | 60 | 5,7% | 34,80% | 15,00% | 1243,20 |
Totaal: | 315 | 7,39% | 56,75% | 13,60% | 5010,07 |
De chocolade is meestal van Ritter Sport (Makro). Alternatieven vind je ook bij Lidl of Aldi.
Energy Bars vind je soms bij Aldi, maar in elk geval vind je die van Isostar bij Makro of sportzaken. Foré (namaak Snickers) vind je bij Aldi. Koop harde Muesli repen en geen zachte, want daar blijft niet veel van over na een verblijf in je rugzak. Of je moet ze in een doos steken en dat weegt weer extra.
Heenreis:
Met de trein tot Brussel Noord. Om 14.15 uur de bus via Zwitserland en Milaan naar Verona. In Milaan is er een ruime transit periode voorzien. De bus kwam aan in Verona om 08.10 uur, daar waar 09.45 uur normaal is. Hij stopt aan het station Porta Nuova. Als je erg haastig bent, kan je een EC trein nemen voor 20,50€, zonder zetelreservatie. Een regionale kost 12,90€ en de eerste rijdt om 11.48 uur (www.trenitalia.com) met aankomst om 14.10 uur in Fortezza. De aanduiding voor deze treinen is: “Brenner”. Het fort van Fortezza zie je op de rechter kant , zowat 1 km voor het station. Daarna moet je nog wachten op de trein naar Dobbiacio, waardoor je relatief laat aankomt in Dobbiacio en je mogelijks nog de bus kan nemen naar de Pagser Wildsee, maar dan moet je daar wel slapen in het enige hotel.
De wachttijd in Verona heb ik doorgebracht met een bezoek aan het stadscentrum, zowat 15 min. te voet van het station. Ga met je rug naar het stationsgebouw staan en ga naar rechts langs de vestigingen. Ga naar links, alwaar er een losse “toren” op een plein staat. Loop deze straat af en je vindt het Colloseum (Toblach) op een plein achter een stadspark.
Bij het verlaten van het station van Dobbiacio staat er een stadsbus te wachten. Die kan je nemen als je het ontziet om te voet te lopen naar het centrum. Wie gereserveerd heeft in de Jeugdherberg, moet juist maar de straat oversteken en naar het laatste gebouw lopen. In mijn geval was alles volzet (niet gereserveerd). Ik ben dan maar de straat afgelopen en op het einde steek je de overweg over naar rechts en blijf je lopen tot aan een kruispunt met verkeerslichten. Hier zie je links een pizzeria, waar ik ’s avonds at. Ik ben rechtdoor gelopen tot aan de kerk, alwaar je het busstation vindt en ook de vertrekhalte voor de bus naar de Pragser Wildsee en de Drei Zinnenhüte (andere bus).
Voorbij de kerk sla je rechts af en vervolgens maak je een bocht naar links. Het laatste huis voor de rivier betreft: “Haus Mair” Het nieuwe gebouw zijn studio’s of appartementen. Bel aan bij het oudere huis, waar de “uitbaters” wonen en waar ik een kamer vond voor 21€ incl ontbijt en douche. De hond is zo aangelijnd dat je tot aan de voordeur kan en toch buiten zijn bereik blijft. Hij doet niets buiten blaffen.
Zoals gezegd at ik ’s avonds in de Pizzeria langs de grote weg (open van 17.30 tot 23.30 uur).
Het was er druk, wat altijd een goed teken is. Pizza Filoncino (soort toegevouwen pizza, wat klein, een normale is groter) 7,80€, Saladbar 3,80€ ¼ wijn 2,50€.
Dag 1: Pragser Wildsee (1494m) – Seekofelhütte (2325m) – Pederuhütte (1545m) (5u30’):
Om 8.00, 9.00 & 10.00 uur is er een bus vanaf het busstation van Dobbiacio (Toblach) naar de Pragser Wildsee. Prijs: 2,5€. De terminus ligt op de parking van het gelijknamige hotel (ITADH010100). Je gaat rechts van het hotel in tegenwijzerzin rond het betrokken meer tot het punt dat het verst verwijderd is van het hotel. (ITADH010101) Hier vind je een bordje dat je de helling op leidt. Het pad zigzagt aanvankelijk wat op de puinhelling begroeid met verspreide bomen en struiken. Op een bepaald ogenblik dien je op de flank van steenslag trechter te blijven en dan gaat het pad langzaam naar links en klimt in de flank tot een eerste tussenpunt. Vervolgens gaat de klim verder omhoog tot een soort kom (Nabige Loch 2034m) , waar het pad van richting verandert (ITADH010102) en waar je uiteindelijk zicht krijgt op de Porta Sora al Forno (2388m) (ITADH010103). Hier daal je af tot de 50m lager gelegen Seekofelhütte (2325m) (ITADH010104). De gids geeft hier 4.00 uur op. Ikzelf deed het in 2u45’, wat niet echt supersnel is, gezien men gemiddeld 400 hoogtemeters stijgen per uur rekent.
Seekofelhütte: CAI, open midden juni tot eind september, 45 slaapplaatsen, tel: 0039/(0)436/866991.
Ik vond het nog veel te vroeg om al te stoppen en dus werd de hut straal genegeerd en vervolgde ik mijn weg via de toegangsweg naar de hut, een weg die berijdbaar is voor terreinwagens. Wanneer de weg een opvallende bocht naar links maakt, ga je rechtdoor (ITADH010105).
Hier vind je 2 paden. Neem het meest linkse. Het pad klimt wat en daalt dan richting
Senneshütte. (2126m – privaat – begin juni tot half oktober – 60 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)474/501092) (ITADH010108)
De hut beschikt over een eigen compacte windmolen voor de energievoorziening.
Je daalt af via de toegangsweg. Wie via de Fodara Vedla hut wil afdalen, moet bij GPS ITADH010110 een pad naar links nemen. Ik vond de aanduidingen hier niet zo goed. Ik ben de weg blijven volgen om dan via een iets vagere weg nog sneller af te dalen. Uiteindelijk kom je weer op de hoofdweg (ITADH010111) en dan volgt een zeer steile afdaling via de weg tot aan de Pederühütte (ITADH010200).
Het betreft een private hut, wat ze iets duurder maakt dan de andere, ondanks dat ze goed gelegen is aan het einde van een asfaltweg met grote parking. Wie wil, kan hier met een jeeptaxi onmiddellijk omhoog tot één van de volgende hutten (Fanes- of Lavarellahütte – prijs rit onbekend)
In de Pederühütte (ITADH010200) betaalde ik 30€ voor bed zonder lakens met ontbijt, 12,30 € voor wienerschnitzel en 4,50€ voor een 1/2l goede huiswijn. (douche gratis)
Pragser Wildsee – Seekofelhütte: 2u45’
Seekofelhütte – Pederühütte: 2u45’
Samen: 5u30’ iplv 7u00’ opgegeven in deze gids.
Dag 2: Pederuhütte (1545m) – Rifugio Lagazuoi (2752) (6u00’ – St: 1600m, D: 480m):
Naar de Faneshütte (2060m – privaat – begin juni tot begin oktober – 79 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)474/501097) of de Lavarellahütte (2042m – privaat – half juni tot begin oktober – 40 slaapplaatsen Tel en fax: 0039/(0)474/501079) kan je op 2 manieren: of volledig langs de jeepweg of rechts over het beekje en dan tegen de rechterzijde van de helling via een pad.
Het laatste deel tot aan de hut loopt samen. De Faneshütte ligt iets makkelijker om verder te gaan richting Lagazuoi. Boven de hut vind je een pad en wegwijzers om de bocht in de weg af te snijden. Fundamenteel volg je echter de weg tot het Limojoch (2172m – ITADH010202) en vervolgens daal je via de Limosee (ITADH010203) af langs de weg tot een kruispunt vlak bij de hut op de Fanesalm (ITADH010204). De grote weg daalt af richting Fanesdal. Hier ga je rechtdoor langs de hut, via een weg die snel tot een pad verwordt. In de hut kan je iets eten of drinken. Je blijft het pad volgen tot je bij een bord een pad schuin links omhoog ziet vertrekken. Je volgt dit pad tot aan de Seescharte/Forcella del Lago (2486m – ITADH010207) en hier daal je steil in de flank af via een modelvoorbeeld van padenbouw tot ca 2250m, vlak boven de Laguzuoisee (2182m – ITADH010208). Vervolgens ga je langs de andere zijde terug omhoog eerst tot aan de pas en vervolgens nog wat langs de graad via oude oorlogsstellingen tot aan de hut en kabellift van Lagazuoi. Je vindt hier ook een oude tunnel waarlangs je een deel van de helling kan afdalen, maar enkel mits helm, hoofdlamp en eventueel Klettersteigset.
Vanaf het meer was het beginnen sneeuwen en tegen dat ik aan de hut was, wees de thermometer op het terras van de hut -3°C aan. De herdershond van de hut vond het allemaal prima.
De laatste gondel van de kabelbaan gaat naar het dal omstreeks 17.00u. De eerste rit ’s ochtends is om 09.00u.
Rifugio Lagazuoi: (ITADH010300) 2752m – privaat – 20 juni tot 30 september – 74 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)436/867303. Lager + halfpension: 43,50€ + 5,00€ 1/2l wijn. Douche: 3,5 € (hoeveel water? Gezien weinig water op lavabo) Avondeten: Lasagne, Stoofvlees met been, aardappelen en bonen, dessert: zachte kaas.
Pederu – Fanes: 1u30’
Fanes – begin pad naar Seescharte: 1u30
Seescharte: 1u00
Lagazuoi: 2u00
Samen: 6u00 ipv 7u00
Dag 3: Rifugio Lagazuoi (2752) – Falzaregopas (2117m) – Rifugio Averau (2416m) – Rifugio Cinque Torri (2137m) – weg (1695m) – Croda da lago kam (2096m) – Rifugio Croda da Lago (2046m) (5u45’ St: 700m D:1400m)
Ik ben geen fan van kabelbanen en ondanks dat men in de gids aanraadt om die te gebruiken, ben ik toch te voet afgedaald. Ik vond dat het behoorlijk goed meeviel. Het is zeker geen pad met een abnormale dalingsgraad of met enige opvallende moeilijkheid.
Het enige dat ik wel dien op te merken is dat het laagje sneeuw van gisteren er nog lag en dat de temperatuur op het terras -10°C was. Lekker pittig dus.
Eerst daal je terug langs de graad af tot op de pas. Vervolgens begint de feitelijke afdaling en vanaf hier verdween ook langzaam de sneeuw. Er kwam een zonnetje door, en dus werd het een aangename afdaling.
Tegen dat ik beneden was, waren de eerste dalvaarten afgewerkt. Het was nog vrij rustig op de pas.
Tijdens de afdaling zie je aan de overzijde van de vallei het pad naar de rifugio Averau. Aanvankelijk was het pad vrij open, maar hogerop, kreeg ik te maken met restsneeuw van de vorige nacht. Hierdoor was het pad wat moeilijker te volgen, mede doordat de tekens ook niet echt recent bijgeverfd waren. Hogerop kom je in een soort kommetje en moet je schuin links door een gleuf in de rotsen (ITADH010304). Om in die gleuf te geraken, moet je over wat rotsblokken klauteren. Dit is één van de twee wat moeilijkere passages op de tocht. Eenmaal je in de sleuf bent is het nog wat smal tot het einde van de sleuf en dan wordt het weer een normaal en open pad tot aan de hut Averau (ITADH010305).
Aan de Averauhut eindigt een kabelbaan vanuit het andere dal. Gezien het weer, zag ik echter geen toeristen naar boven komen.
Averauhut (2416m): privaat – 20 juni tot 30 september – 74 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)436/4660.
Mijn oorspronkelijk plan was om in de Nuvolau hut (2575m – ITADH010305V1) te overnachten en alzo een soort halve rustdag te hebben. Nuvolau ligt op een eenzame rots, en je moet dus langs dezelfde weg terug. Bij mooi weer moeten het uitzicht en de zonsondergang er fantastisch zijn, maar ik was niet zeker van de weersvooruitzichten en er lag nog flink wat sneeuw op de graad en dus werden de plannen bijgestuurd.
Nuvolauhut (2575m): CAI – 20 juni tot 25 september – 26 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)436/867938
Vanaf de Averau hut daal je af via een zeer brede grindweg, naar de kabelbaan nabij de private hut Scoiattoli. Wie de moeilijkheden bij de klim naar de Averau hut wil omzeilen kan vanaf de Falzeregopass de weg naar links volgen tot het dalstation van de lift op 1900m en vervolgens de lift nemen tot aan private hut Scoiattoli. Vanaf hier daal je dan via de jeepweg of via de afsteekjes tot aan de Rifugio Cinque Torri. Wie goed telt zal maar vier torens meer zien. De vijfde is in juni 2004 ingestort.
De hut zelf ligt aan het einde van een asfaltweg en dus zitten er hier meer toerist en dus zitten er hier meer toeristen dan echte bergwandelaars. Halfpension kost hier 47€ en dat is veel geld voor de locatie. De bar van de hut ziet er meer uit als een bar van een wegrestaurant. Het staat mij hier niet aan en aangezien het nog vroeg is, loop ik nog verder.
Rifugio Cinque Torri (2137m): privaat – 10 juni tot 30 september – 24 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)436/2902.
Je volgt de asfaltweg een 200 tal meter en slaat dan rechts een brede landweg in. Ter hoogte van een hut, gaat hij over in een pad, dat dan probleemloos te volgen is. Door de sneeuw is het hier erg mooi, een beetje zoals een Belgische witte Kerst, maar dan in september.
Als het hier nat is, moet je wel goed opletten, want de combinatie van gras en de zeer glibberige rode aard maakt het risico op een schuifpartij groot.
Je daalt en daalt tot je aan de weg van de Passo di Giau (ITADH010307). En dan stijg je terug tot aan de kam van de Croda da Lago (ca 2096m – ITADH010309). Onderweg passeer je nog een hutje met een rustbank op een open plek (Cason di Formin 1885m – ITADH010308). Vanaf de kam daal je lichtjes af tot een splitsing. Je loopt rechtdoor in de richting zonder wegwijzer. Een weinig verder zie je de hut (ITADH010400) aan het einde van het meer.
Rifugio Croda da Lago (ook genaamd Refugio Palmieri) (2046m) CAI – van 15 juni tot 30 september – 45 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)436/862085.
Thee: 1,60€, bestek en brood: 1,00€, gemengde sla: 3,50 €, biefstuk: 11,50€, gebakken aardappelen: 3,50€, 25 cl wijn: 2,50€, 1L bruisend water: 2,10€, overnachting: 10€, ontbijt 7,50€.
Dag 4: Rifugio Croda da Lago (2046m) –Forcella Ambrizzola (2277m) – Rifugio Citta di Fiume (1950m) – Passo Staulanza (1766m) – Malga Vescova (1722 m) – Forcella d’Alleghe (1816m) – Rifugio Sonino al Coldai (2132m) (6u00’ – St: 800m, D: 710m):
Je verlaat de hut en steekt de beek over, waarna je het brede pad volgt dat in de flank stijgt tot de Forcella Ambrizzola (2277m – ITADH010401). Hier volg je het pad dat naar links gaat en op gelijke hoogte blijft en onder de rotswand loopt. Je volgt dit pad tot je op een tweede pas. (ITADH010402) Hier ga je ook naar links en daal je af tot aan een stal (ITADH010403). Vervolgens daal je af tot een met wat bomen bedekte pas (Forcella de Col Roan, 2075m -ITADH010404). Je daalt niet af van de pas, maar klimt aan de overzijde (ITADH010404) opnieuw een beetje naar rechts door de bomen tot de weer open Forcella de la Puina (2034m – ITADH010406). De aanduidingen zijn hier afschuwelijk slecht. Je blijft deze weg volgen tot je zicht krijgt op de Rifugio Citta di Fiume (1959m – ITADH010407) en vervolgens daal je ernaar af. (2u30’)
Rifugio Citta di Fiume (1959m) CAI – 20 juni tot begin oktober – 38 slaapplaatsen – 0039/(0)437/720268 ( werd in een reisverslag op het internet als duur omschreven.)Zelf niet gecontroleerd.)
Vanaf de hut, loop je een kort stukje over de toegangsweg tot aan de eerste haarspeldbocht (50m van de hut). Je steek een zeer klein beekje over en daalt via het slecht aangeduide begin van het pad af, recht naar beneden af. Je komt op een open plek met een beek (ITADH010408). Naar rechts langs de beek bereik je sneller het asfalt, maar moet je dan langs de weg lopen tot de feitelijke pas. Vervolg dus rechtdoor en dan loop onderaan een berghelling door een puinveld met verspreide struikjes. Voorbij deze helling daal je verder af tot op de pas.
Op de pas vind je de rifugio Staulanza (ITADH010409). Ze zag er vrij gesloten uit, wat vreemd is voor een rifugio. Aan het uiterlijk van het gebouw zou je denken dat ze zich meer richten op dagjesmensen met voertuigen op de pas dan op bergwandelaars.
Via de weg ga je naar links tot aan de eerste haarspeldbocht (ITADH010410). Hier ga je rechtdoor via een grindweg. De weg gaat over in asfalt en je komt op een Y-splitsing. Neem hier de dalende weg naar links. Je volgt deze weg tot aan de Malga Vescova. Hier, net voorbij de almboerderij, vind je weg 561 (ITADH010412), die steil omhoog gaat. Je komt op de jeepweg (ITADH010414), die van de Col de Baldi (ITADH010413) komt. Op de Col de Baldi is er een eindstation van een kabelbaan met restaurant en overnachtingsmogelijkheid. Je daalt af naar de Forcella d’Allege (ITADH010417) , alwaar je vlak naast het gebouw de feitelijke klim aanvat naar de Rifugio Sonino al Coldai (ITADH010500). De weg lijkt aanvankelijk wat op een Romeinse heerweg. Je moet goed opletten, want de Italianen maken er een sport van om afsteekjes te gebruiken, zodat het op de duur moeilijk wordt om het echte pad te vinden. Het ontbreken van markeringen, maakt het er ook niet eenvoudiger op.
Eenmaal je de kabels van de materiaallift ziet, weet je dat je boven bent.
Vanaf het eindstation van de materiaallift is het nog een paar honderd meter tot aan de Refugio Sonino al Coldai. (GPS I51)
Refugio Sonino al Coldai 2132m (CAI – 15 juni tot 30 september – 100 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/789160.
34€ voor lager en halfpension. Ontbijt is wat mager.
Dag 5: Rifugio Sonino al Coldai (2132m) – Rifugio Tissi (2262m) – Rifugio Vazzoler (1714m) (4u00’ – St: 410m, D: 830m):
Je klimt achter de hut omhoog tot een zichtbare pas, de Forcella Coldai (2191m – ITADH010501). Voorbij de pas zie je het Lago Coldai (meer – ITADH010502). Ik heb dit meer in tegenwijzerzin gerond, daar waar de gids dit in wijzerzin doet. Het pad in tegenwijzerzin ziet er beter uit. Je passeert het pad naar het dal en dan volgt een eerste colletje. Bij een tweede colletje (Forcella ColNegro di Coldai (2199m – ITADH010504), vind je een ongemarkeerd pad vlak onder de rotsen. Wie dit pad neemt is of alpinist of gek. Het is vlakker, waardoor de gekken het nemen. Het officiële pad gaat meer op en neer. Een weinig later vind je een tweede pad naar het dal. Vanaf hier kan je de rifugio Tissi (ITADH010505V2) zien, die op een eenzame rots ligt tegenover de hoofdwand. De markering is zodanig aangebracht dat je bijna automatisch naar de Rifugio Tissi geleid wordt. Wie niet naar de Refugio Tissi wil moet goed opletten om bij GPS ITADH010505, het pad rechtdoor te volgen. Aan het kruis boven de Refugio Tissi heb je een mooi uitzicht op het dal voor wie geen hoogtevrees heeft.
Refugio Tissi (2262m): CAI – 20 juni tot 20 september – 60 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/721644.
Na de rifugio Tissi daal je weer af naar de vallei. Daar vind je opnieuw een splitsing naar het dal (rechts) (ITADH010505V3) en de rifugio Vazzoler (links). Je daalt af naar een weide met een ruïne van een stal. Vervolgens wordt er opnieuw wat geklommen tot aan de splitsing naar de Mont’Alt di Pelsa (ITADH010509. Hier gaan we rechtdoor en begint de definitieve afdaling naar de hut. Tijdens de afdaling zijn er nog 3 splitsingen (ITADH010510) . Rechts ga je naar een boerderij (ITADH010511), links daal je verder af naar de hut (ITADH010600) .
Refugio Vazzoler (1714m) : CAI – 1 juni tot 30 september – 86 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/660008.
Het lager is het kleine huisje naast het hoofdgebouw. Het ruikt er wat muf en er is en Frans toilet. Misschien kan je hier beter een kamer nemen. Dat kost een paar EUR meer.
Halfpension op lager: 29,5 €
Menu: minestrone, wienerschnitzel met friet zonder sla, nagerecht.
Ontbijt wat mager: 1 broodje en 2 kleine stukjes toast.
Dag 6: Rifugio Vazzoler (1714m) – Rifugio Bruto Carestiato (1834m) (4u00’ – St: 560m, D: 440m):
Je daalt af via de jeepweg tot ongeveer 1430m. Het vervolg van het (ITADH010602) pad zie je in de flank van de wand. Je loopt eerst door het bos op en af. Vervolgens kom je aan een grote steenslagbedding. In de rivierbedding vind je een splitsing met een afdalend pad, aangeduid door pijlen geschilderd op de rotsen. Je volgt het pad omhoog door de bedding tot je twee steenhopen ziet. Hier verlaat je de bedding en vind je een pad evenwijdig met de bedding omhoog, langs de rand van het bos.
Op de eerste pas (Col Palazin – ITADH010603) vind je een pijl geschilderd op de rots met de aanduiding Carestatio. Loop niet inde richting van de pijl, want dit loopt dood, maar draai rond de rots en vind daar het vervolg van het pad.
Vlak voor de tweede kleine pas (Col de l’Ors – ITADH010604) is er een zeer steil stuk. Gelukkig moet je hier bergop en niet bergaf. Wie wat onzeker te been is, zal dit stuk niet aangenaam vinden. Dit is voor mij de tweede wat moeilijkere passage op deze tocht, maar in zijn geheel blijft deze tocht gemakkelijk vanuit het technisch oogpunt in vergelijking met de andere door mij beschreven tochten.
Na de pas hangt er een stuk staalkabel, dat daar naar mijn mening totaal overbodig hangt. Het zou beter aangebracht zijn voor de pas.
De derde pas is niet diegene die je recht voor je ziet. Het pad dat vroeger door een drassige weide naar de pas ging, is nu verlegd via het punt GPS ITADH010605. Het pad gaat nu door een grindhelling en vervolgens onder de wand tot de pas ( ITADH010606), richting de Forcella del Camp. Vanaf deze pas zie je de hut staan. In een soort droge rivierbedding (ITADH010608) vind je het pad naar de Via Ferrata Constantini. Volgens de Hüslers Klettersteigatlas betreft dit een zeer zware Klettersteig, zowat 8u30’ vanaf dit punt. De Klettersteig past niet bij het karakter van deze tocht. Bij de splitsing nabij GPS ITADH010609 neem je de dalende weg door het bos naar de hut ( ITADH010700).
Refugio Bruto Carestiato (1834m): CAI – 20 juni tot 30 september – 40 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/62949.
Wat magere kaart; geen biefstuk, kotelet of wienerschnitzel, enkel veel polenta en typisch en bergsteiger eten: minestrone en pasta bolognese.
Prijzen: overnachting 8,50€, douche onbeperkt 3,00€, spaghetti Bolognese 5,40€, 1/2L wijn 5,00€, 1/2L water, 1,40€, 1L water 2,20€, minestrone 5,40€, ontbijt 5,40€
Dag 7: Rifugio Bruto Carestiato (1834m) – Passo Duran (1601m) – Rifugio Sommariva al Pramperèt (1857m) (4u30’ – St: 540m, D: 520m):
Net onder de hut vind je al een paadje dat een haarspeldbocht in de grindweg afsnijdt. Je keert kort(40m) terug op de grindweg tot aan het begin van het pad met de aanduiding; “Passo Duran”, en dit een beetje voorbij een private hut. Op een tweesprong nabij GPS ITADH010701, verlaat je de grindweg en zet je de definitieve afdaling in naar de pas via een pad. De pas bereik je na ca 45′ vanaf de hut. Op de pas zijn er twee rifugios, nl Cesare Tomé en San Sebastiano. De laatst ziet er beter uit, maar de gegevens staan niet vermeld in de Rother gids.
Rifugio Cesare Tomé (1601m): privaat – 1 juni tot 30 september – 28 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/62006
Op het asfalt aan de Passo Duran, ga je naar rechts. Wie goed oplet, ziet hier een bordje “Alta Via 1”. Je daalt hier verder af tot een ruime haarspeldbocht, na een derde brug, op een hoogte van ca.1530m. In de bocht vind je het begin van het pad 543 ( ITADH010709). Na 60m is er alweer een splitsing (ITADH010710), alwaar je naar links gaat, naar de Rifugio Sommariva al Pramperet. Je stijgt eerst door het bos tot aan de Forcella Dagarei (1642m – ITADH010711) en vervolgens door een steenslaghelling tot aan een eerste kruispunt van paden (ITADH010712). Vervolgens gaat het nog langzaam stijgend door soortgelijk terrein tot aan een tweede afslag richting dal (ITADH010713). Je passeert de Casera Moschesin (ITADH010714), een private almhut met een bank, een goede plek voor een halte. Alhier, is er nog een afslag naar het dal. Er staan geen aanduidingen, maar je moet hier rechtdoor. 100m verder, in de eerste haarspeldbocht, gaat er nog een pad rechtdoor naar de Forcella de Scalabras. Hier ga je dus naar de pas en de rifugio. Vervolgens klim je in haarspeldbochten naar de Forcella Moschesin (1940m – ITADH010715).
Op de pas vind je een ruïne en een bord met historische uitleg in 3 talen. Alleen een paar moderne wegwijzers ontbreken hier dan des te meer.
Je moet hier dus het stijgend pad nemen naar de Colleta. Op het gebouw staat geschilderd: “Variante Panoramica”. Je klimt naar het hoogste punt, en vervolgens gaat het terug naar beneden in de flank. Hier kom je terug samen met een ander pad (ITADH010716), maar er staan geen aanduidingen. Je vervolgt in dezelfde richting en dan gaat het terug wat omhoog naar een colletje, tot je definitief afdaalt naar de hut. In het zicht van de hut is er nog een splitsing (ITADH010717) tussen het pad 543 waar je op liep vanaf de pasweg en het pad 514, waarlangs je morgen je weg verderzet. De tekens zijn echter zo aangebracht dat je deze enkel ziet, wanneer je klimt vanaf de hut en niet in de afdaling naar de hut (ITADH010800) . Je daalt verder af via het pad 514 tot je nog lager op gelijke hoogte met de hut een splitsing vindt naar de Valle Pramperet.
Refugio Sommariva al Pramperèt (1857m): CAI – 20 juni tot 20 september – 42 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)335/6096819
De hut is overdag vrij druk met dagjesmensen, waardoor het personeel op dat ogenblik niet veel tijd heeft. Eenmaal die vertrokken zijn, wordt dit een oase van rust.
De hut is vrij primitief. De elektriciteit komt van een beperkt aantal fotovoltaïsche zonnepanelen. Behalve 2 toiletten en 2 lavabo’s zal je hier geen sanitair vinden. Er wordt bovendien gevraagd om water te sparen. Overdag waren er door de drukte wat problemen met het sanitair, maar ’s avonds was dit opgelost.
Ook de slaapruimte is vrij compact met bedden 3 hoog, en als er dan snurkers zijn…..
Eén menu:
Primo:
- pasta met tomatensaus
- groentesoep
Secundo: kalkoen met polenta
Prijzen:
- Lager: 8,5€
- Wijn 1/2L: 3,5€
- Ontbijt: 6,00€
- Primo: 4,5€
- Secundo: 8,5€
Het ontbijt bestaat enkel uit brood, boter en confituur en koffie of thee. Ik heb nog brood bijgevraagd en gekregen.
Dag 8: Rifugio Sommariva al Pramperèt (1857m) – Forcella Sud del Van de Citta (2400m) – Rifugio Pian de Fontana (1632m) – dal (1388m) – Forcella di Lavareta (1704m) – Rifugio Furio Bianchet (1245m) (5u00’ – St: 760m, D: 1270m):
Vanaf de hut keer je terug op je stappen van gisteren tot aan de splitsing (ITADH010717) met het pad 543 (nu wel goed zichtbaar. Het eerste deel van de klim is ook zeer goed zichtbaar. Vanaf de hut zie je namelijk de Portela Piazedel (2097m – ITADH010801). Daarboven sta je in een vlakte van stenen. Je gaat eerst naar links en volgt de rotswand. Het pad blijft draaien tegen de onderkant van de helling om dan de klim aan te vatten naar een grassig pasje. Daar boven ga je terug naar links over de graad (vrij smal voor wie last heeft van hoogtevrees) (Forcella de Zitta Sud – ITADH010802) . Na het smalle deel gaat het naar rechts in de flank van een helling tot je uiteindelijk op de Forcella Sud del Van de Citta (ITADH010803) komt. Hier heb je een mooi uitzicht op de hut. (45’)
Het eerste deel gaat door de steenhelling naar beneden zonder problemen. Dan volgt een stuk door de grashelling, dat vrij steil is. Na 3 uur sta je aan de Rifugio Pian de Fontana (ITADH010807).
Rifugio Pian de Fontana (1704m): CAI – 20 juni tot 20 september – 46 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)335/6096819
Je neemt het pad dat onderlangs het terras van de hut gaat en daalt tot de bodem van een rivierbedding (ITADH010808) . Vervolgens klim je langs de andere kant terug naar omhoog tot je iets boven het niveau van de hut op de Forcella di Lavaretta (ITADH010809) staat. Op deze pas, ben je nog niet helemaal boven. Je moet nog naar links tegen de helling van de berg nog een paar tientallen meters omhoog om dan zicht te krijgen op het dal van de Vescova. Het pad blijft nog op gelijke hoogte en rond de rest van de berghelling om dan definitief de afdaling in te zetten. Een weinig later vind je de splitsing (30’) (ITADH010810) naar de Rifugio 7° Alpini via een Klettersteig. Wie informatie wenst over de mogelijkheden om te voet Belluno te bereiken, verwijzen wij naar het verslag van München-Venetië. Maar binnen het kader van deze tocht, en met respect voor het karakter van deze tocht, dalen wij verder af richting Rifugio Bianchet (50’) (ITADH010900) en de Valle del Vescova.
Rifugio Furio Bianchet (1245m): CAI – 1 juni tot 30 september – 40 slaapplaatsen – Tel: 0039/(0)437/669226
Normaal menu:
- Pasta of soep
- Goulash met polenta
Gezien ik niet van polenta hou, heb ik het bij minestrone en spaghetti gehouden.
Men doet hier niet moeilijk over de kamerverdeling en gezien ik het gesnurk van mijn medemens wat beu was, heb ik mij een kamer alleen laten toewijzen.
Prijzen:
- Overnachting: 8,50€
- Douche (onbeperkt) 3,00€
- 1/2L Wijn: 4,00€
- 1/2L spuitwater: 1,30€
- Minestrone: 4,50€
- Spaghetti: 4,50€
- Ontbijt: 5,50€
Dag 9: Rifugio Furio Bianchet (1245m) – Val Cordevole (449m) (1u15’ – D: 800m):
Aan de hut staat een bordje dat aangeeft dat het 1u30’ is tot in het dal.
Wij waren niet erg zeker over de juiste vertrektijd van de bus en waren wat laat, en dus hebben we een speedafdaling gedaan, wat eigenlijk een beetje zonde is, want het is eigenlijk best een mooie vallei. Wie goed oplet, ziet naast de weg een aantal met verf gemarkeerde afsteekjes van de jeepweg. Het gebruik van stokken is hier wel raadzaam voor de knieën, want het gaat hard naar beneden. Enkel de laatste afslag staat met een bordje aangeduid (Val Cordevole – ITADH010902), omdat hier de jeepweg ver afwijkt van het pad.
In tegenstelling tot wat de Rother gids zegt, moet je maar ca 100m naar rechts om daar de halte te vinden aan een soort verlaten stationsgebouw (ITADH010903). De bus naar Cortina d’Ampezzo neem je langs de kant van de helling, de bus naar Belluno en de Po-vlakte aan de zijde van het gebouw en dit om 09.42u. De bus in de andere richting passeert een tiental minuten vroeger.
Ik betaalde 3,00€ voor het ticket naar Belluno.
In Belluno nam ik de trein naar Venetie-Mestre (5,25€).
Aldaar nam ik mijn intrek in hotel Giovannina, Via Dante 113, 30171 Mestre-Venezia
Tel: 0039/(0)41/926396, Fax: 0039/(0)41/5388442
38€ /n voor een eenpersoonskamer met gemeenschappelijk sanitair. Het hotel heeft één ster. Verwacht dus geen Hilton en na een weekje in de bergen is alles luxe, vooral een snurkvrije ruimte.
Met buslijn 2 kan je vanaf het station van Mestré elke 15 min naar de Plaza Roma in Venetië.
Ik heb in Venetië alles te voet gedaan, en dat beviel me best.
Voor wat eten in Venetië betreft kan ik maar één raad geven: vermijd de toeristische hotspots. Ze lokken je met aantrekkelijke menu’s maar je wordt er gegarandeerd opgelegd.
Eén gouden tip: sta bij de minste onraad gewoon op en ga elders. (bv. Als ze beginnen met het feit dat jouw goedkope keuze niet beschikbaar is……)
Eindbeoordeling:
Technisch niet zo moeilijke tocht. In het Italiaanse deel zijn de wegaanduidingen wat minder, maar het is nergens echt storend.
Buiten het seizoen heb ik niet gereserveerd, gezien ik alleen was, maar in het seizoen zou ik dat toch doen, gezien de hutten niet erg groot zijn.
Slechte GPS-ontvangst met oude GPS-toestellen zonder Sirf-antenne, waardoor het aantal GPS-punten beperkt is en niet het volledige traject bestrijkt.
Leuke combinatie met een bezoek aan Venetië.
Wat een prachtig verslag. Wij willen deze tocht gaan lopen in Aug 2013. Heb de pagina opgeslagen voor ev ook andere huttentochten. Ik heb een vraagje…….op deze route kom je echt nergens een klettersteig tegen toch? Aangezien de dolomieten daar bekent om staan. Willen alleen huttentochten zonder klettersteig. Nogmaals bedankt voor de mooie informatieve website ;-}
Op het einde van deze tocht zijn er twee mogelijkheden:
Ofwel ga je van de Rifugio Pian de Fontana (1632m) via Forcella di Lavareta (1704m) naar de Rifugio Furio Bianchet (1245m) en daal je de volgende dag af naar de weg, om aldaar de bus te nemen naar Belluno.
Ofwel ga je zoals in het verslag München – Venetië (Dag 18) van de Rifugio Pian de Fontana naar de Rifugio 7° Alpini om van daar af te dalen naar Belluno. Daar moet je een Via Ferrata afdalen niveau C, met een noodzaak tot ervaring terzake en uiteraard een noodzaak tot het bij hebben van de juiste uitrusting.
Tot zolang je dus afdaalt naar de rifugio Bianchet, kom je dus geen Via Ferrata tegen op de hoofdroute van de Dolomiten Höhenweg I. Enkel een paar korte stukjes kabel :-).
RoVer