Algemene info bij het reisverslag.
Stubai Höhenweg, Oostenrijk
Traject: Stubai Höhenweg
Periode:
Volledig de laatste maal: 08/08/10 t/m 14/08/10 (solo)
Daarvoor: 4 maal gegidst voor KBF van 2000 t/m 2003 (groep)
Meest recent: 01/08/2022 t/m 05/08/2022 (Dresdner Hütte – Innsbrucker Hütte – Neustift)
Reisgezelschap:
Samen met vriendin en plusdochter. Voor beiden eerste “zwarte”tocht met meerdaagse overnachtingen in een hut.
Transport:
Heen: met de mobilhome via Duitsland naar Oostenrijk
Terug: idem.
Openbaar vervoer:
Trein: Gent – Antwerpen, Antwerpen – Amsterdam, Amsterdam – München (nachttrein) verder per trein tot Innsbruck en vandaar per postbus naar je vertrekplaats.
Bus: met Fli tot Munchen en vervolgens per trein tot Innsbruck en vandaar per postbus naar je vertrekplaats.
Logies: berghutten tijdens de tocht (max 35€ HP + overnachtingsprijs: 10€ jongeren, 18€ volwassnen op Zimmer Lager + 10€ indien geen lid bergsportvereniging/ppn).
Wie dus de volledige tocht doet, heeft financieel voordeel bij het lidmaatscheap van een bergsportvereniging. Bijkomend voordeel: Bergsteigeressen, Theewasser en Bergsteiger getranke aan een lager prijs dan de niet-leden) De prijs voor het bier blijft voor iedereen hetzelfde. Verschilt wel soms per hut, net zoals de prijs voor een douche…
Verdere info, zie verslag.
Reizen kost: ca. 55 tot 70 € per dag (voor overnachting, ontbijt, avondmaal, douche, hoofdzakelijk afhankelijk van het drankgebruik )
Betalingswijze:
- cash (zorg dat je voldoendeervan bijhebt.)
- Visa (opgelet, wordt moeilijk aanvaard, gezien de kleine bedragen.)
Reisliteratuur:
Hüttentrekkig Ostalpen, Ralf Gantzhorn & Andreas Seeger (www.rother.de)
Klettersteig-Guide Österreich, Csaba Szépfalusi (www.tyrolia.at)
Stafkaart: Freytag & Berndt WK 241: Innsbruck – Stubai – Sellrain – Brenner (1:50.0000)
Internet:
www.nshispeed.nl/nl/internationale-treinplanner
www.bergsteigen.at (voor topo’s van Klettersteigs)
Der Stubai Höhenweg
Inleiding:
Voor de volledige tocht heb je zowat tussen een week en 10-dagen nodig. 2 dagtochten zijn aan de langere kant en zijn fysiek vermoeiend, zeker voor personen met weinig ervaring of een mindere fysieke conditie. Er wordt een grote mate van staptechniek vereist en een goede vertrouwdheid met de omgang met staalkabel zekeringen. Dit geldt vooral voor de koninginnenetappe, zijnde die over de Grawagrubennieder.
Je kan deze tocht probleemloos zwaarder maken en/of verlengen door allerlei toevoegsels in de vorm van Klettersteigs of bijkomende beklimmingen van toppen zoals de Habicht (3277m). In Stubai vind je Klettersteigs in groten getale nabij de hutten en in de buurt van de kabelbanen en dit vooral in de moeilijkheidsgraden C & D.
Fysieke voorbereiding:
Hoe beter je fysieke conditie bij het vertrek, hoe groter de kans is, dat je van je reis zal kunnen genieten. Misschien heeft het bij mij met het toenemen der jaren te maken, maar ik geraak steeds meer overtuigd van de noodzaak van een goede fysieke voorbereiding. Wandelen in de Ardennen is goed, maar het gevoel van een klim of afdaling van 1000m non-stop kan je er toch niet evenaren. Een bij de Klim- & Bergsportfederatie gewaardeerde kuitenbijter is het GR traject Bouillon-Vresse, waar je qua stijgings- en dalingsmeters aardig in de buurt komt.
Klettersteig techniek (facultatief; niet op de hoofdroute):
Op de hoofdroute vind je wel heel veel kabels, wat dan Gesicherter Steig genoemd wordt. Alleen is de moeilijkheidsgraad hier beperkter, omdat er in principe geen individueel zekeringsmateriaal gebruikt wordt zoals bij de Via Ferrata of Klettersteig.
- Zorg dat beide musketons op de kabel zijn ingeklikt bij verticale passages. Wanneer je een bevestigingspunt van de kabel dient te passeren, ben je dus een ogenblik slechts met één musketon ingeklikt (kritisch moment). Bij een maximale val op één musketon, bestaat er een risico van breuk (hoofdzakelijk van de carabines, gezien die minder sterk zijn dan de bandsling van de moderne Klettersteigset, Berg und Steigen, Öav). Bij horizontale traversen volstaat één ingeklikte musketon en wissel je van musketon ter hoogte van een bevestgingspunt van de kabel, gezien de belasting bij een val op een horizontaal stuk kleiner is. In klare taal: bij een verticale passage val je tot aan het volgende bevestigingspunt van de kabel plus de lengte van je Klettersteigset om de schok te absorberen. Bij een horizontale passage val je enkel op de lengte van je Klettersteigset plus eventuele rek en speling van de kabel.
- Werk snel, maar zorgvuldig. Hoe langer je je in de kritische passages bevindt, hoe langer je je spieren belast. Niets is zo vervelend als een file in de kritische passages, waardoor je dient te wachten in oncomfortabele posities. Kijk dus vooruit en wacht op een meer comfortabele positie, indien de volgende passage niet vrij is.
- Haak bij overhang van de ladder je arm over een sport, terwijl je je musketons één per één voorbij een bevestigingspunt brengt. Bij zeer technische routes wordt het gebruik van een derde musketon aangeraden, die je kort tegen het inbindpunt van je gordel aanbrengt, en inpikt op de kabel of een sport, om alzo beide handen vrij te hebben of je armspieren tijdelijk te ontlasten.
- Overbelast geen ladders of kabels. In principe mag zich slechts één persoon inpikken op een sectie kabel tussen twee bevestigingspunten.
- Maak zelf geen Klettersteigset: knopen zijn zwakke punten en minder sterk dan de bevestigingen of stiksels gebruikt door producenten van gekeurd bergsportmateriaal. Koop een recente Klettersteigset. Oude sets vertonen soms productiewijzen, waarvan men achteraf bij tests heeft vastgesteld dat deze onvoldoende sterk zijn bij uitzonderlijke vormen van belasting. (Productiedatum staat steeds ergens vermeld op de verpakking of het label van het product zelf.)
- Behandel je materiaal met zorg. Je leven hangt ervan af.
- Draag je helm.
- Zorg dat je voldoende gegeten hebt, alvorens je een kritische passage aanvat. Zorg voor een paar krachtrepen binnen handbereik. Zorg voor drinken binnen handbereik. (Camelback of soortgelijk drinksysteem). Voeg eventueel een isotoon poeder toe aan je drinkwater.
- Overschat je eigen kunnen niet. Bouw geleidelijk op.
Uitrusting en voeding:
Kledij op het lichaam:
- schoenen: bergschoenen van het type A/B (bij droog weer) tot C (La Sportiva Evo Trek, met Mulaz zool bij natte weersomstandigheden) bij voorkeur van een gekend merk en liefst in combinatie met een onderlaag in Gore-tex.
- stel sokken: bij voorkeur 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax)
- trekkersbroek, eventueel met afritsbare pijpen of traditionele kniebroek, bij voorkeur in een waterafstotende en/of sneldrogende kwaliteit.
- synthetisch ondergoed: slip (mijn voorkeur gaat naar de microvezel van Dim, e.d.) en T-shirt met lange of korte mouwen ( te koop: in de Decathlon of de klassieke buitensportzaken)
- lichte fleece
- zonnehoedje met brede randen
Kledij in de rugzak:
- Gore-tex jas met kap of hoed, in combinatie met een regenhoed. (Gore-tex geniet nog steeds de voorkeur, maar wie afgeschrikt wordt door de hoge aanschafprijs kan voor redelijke alternatieven terecht bij Decathlon)
- een zonnebril met hoge filteringgraad, zonnecrème (beschermingsfactor 30 of hoger) en eventueel lippenzalf met beschermingsfactor)
- reserve synthetisch T-shirt en slip
- stel reserve sokken
- lichte droge reserve kledij voor in de hut en eventuele hutten pantoffels (soms te vinden in de hutten of anders loop je gewoon op je sokken op de gladde houten vloeren)
Andere uitrusting:
- telescopische wandelstokken (ontlasten de knieën bij het dalen) Koop bij voorkeur stokken van de merken Leki of Decathlon als goedkoper alternatief. Besteed aandacht aan het materiaal van de handgrepen (geen hard plastic) en mijd vooral stokken met een gesp in de polslus. Bij langdurig gebruik gaat die gesp irriteren.
- Voorheen had ik een rugzak van ca. 60 liter van Decathlon. Toen ik echter na 10 jaar aan vervanging toe was, heb ik hun assortiment bekeken en de prijs en ben ik toch voor een lichter exemplaar van Lowe Alpine Airzone+ 45:55 gegaan.
- Ondanks dat er bij die rugzak een regenhoes zit, steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi of Lidl en zip-bags bij Ikea
- een zijde slaapzak (Sea to Summit)
- 1 handdoek van 40 x 80 cm, bij voorkeur in microvezel (droogt sneller en geeft minder geur af, wanneer hij niet goed gedroogd kan worden)
- 1 washandje met een klein busje douchezeep en shampoo, een reistandenborstel met kleine tube tandpasta (een bijna lege tube sparen voor op reis kan ook), een stick scheerzeep en wegwerpmesjes of reisscheerapparaat op batterijen.
- een paar pakjes papieren zakdoekjes, doet dubbel dienst als toiletpapier
- drinkbussen of een drinkzak met slang met een gezamenlijke inhoud van 2 à 3 liter (reken zeker in de zomer niet te veel op water onderweg)
- voor wie het extra gewicht wil dragen: inox thermos met een aantal zakjes thee, soep of oploskoffie. Geen brander, warm water kan je in de hut krijgen tegen betaling
- zakmes
- micro zak- of hoofdlamp om het toilet te vinden in het donker
- persoonlijke apotheek: rekverband, steriele doekjes, ontsmettingsmiddel, wondpleisters, schaartje, sporttape, Compeed, Ibuprofen, Dafalgan, Rinomar (tegen neusloop) Imodium (diaree)
- reserve plasticzakken
- naald en draad
- tube handwaszeep (1 voor 2 personen)
- GSM (dekking niet overal verzekerd)
- oriëntatiemiddelen: stafkaarten (zie hoger), kompas en/of GPS.
Technische uitrusting (Facultatief; niet op de hoofdroute):
- Klettersteigset van Mammut in Y-vorm met elastische bandweefsels en type Salewa Attack carrabinnes musketons (worden ook al nagemaakt door Mammut of Camp). Vermijd screw-lock of twist-lock musketons gezien die vermoeiend en traag zijn in het gebruik, wat leidt tot incorrect gebruik.
- Integraalgordel van Camp.
- Klimhelm (Black Diamond) met Buff of banadana tegen het zweet.
Voeding:
Volgens de voedingsleer zou je voeding een verhouding van 15% proteïnen, 30% vet en 55% koolhydraten moeten bevatten Voor sommige sporten gaat men zelfs tot 70% koolhydraten.
Hou echter rekening met het feit dat vet meer calorieën bevat voor eenzelfde gewicht voeding.
Mijn menu is zodanig samengesteld dat ik in principe alles wat ik onderweg moet eten, los uit de hand kan eten. Dit is handig bij slechte weersomstandigheden en spaart bovendien gewicht uit aan verpakkingsmaterialen, besteken, enz…
Mijn dagrantsoen voor onderweg stop ik per dag in een afzonderlijke plastic zak. Als het dan regent, steek ik die zak op de plaats waar ik anders mijn regenjas steek, zodat de rugzak niet telkens open moet, wanneer je je energiepeil wat wilt aanvullen.
Ikzelf weeg ca. 80 kg. Wie zwaarder is, zal in verhouding iets meer nodig hebben.
Een menu moet voldoende gevarieerd zijn en moet uiteraard voor jou aanvaardbaar zijn.
Weet echter dat ik thuis ook wel iets anders eet dan dit.
Veel sportvoeding vermeldt reeds de samenstelling. Indien je deze niet terugvindt op de verpakking, zal je gebruik moeten maken van een algemene lijst met de samenstelling van voedingsmiddelen. Die vind je terug in een boek over dieetleer in de bibliotheek of op het internet. Als je weet dat 1gr proteïnen of eiwitten overeenkomt met 17 kJ of 4kcal, 1 gr vet met 38 kJ of 9 kcal en 1 gr koolhydraten met 17 kJ of 4 kcal, dan kan je zelf aan de slag.
Naam: | Gr.: | Proteïnen: | Koolhydraten: | Vet: | KJ: |
Muesli reep Aldi | 75 | 5,2% | 52,20% | 9,00% | 1313,25 |
Energie Bar | 80 | 3,9% | 56,72% | 7,52% | 1308,08 |
Chocolade noten | 120 | 9,84% | 41,72% | 13,57% | 1374,65 |
Snickers (Foré) | 60 | 5,7% | 34,80% | 15,00% | 1243,20 |
Totaal: | 335 | 7,39% | 56,75% | 13,60% | 5239,18 |
De chocolade is meestal van Ritter Sport (Makro). Alternatieven vind je ook bij Lidl of Aldi.
Energy Bars vind je ook bij Aldi en Decathlon, maar in elk geval vind je die van Isostar bij Makro of sportzaken. Foré (namaak Snickers) vind je bij Aldi. Koop harde Muesli repen (Lidl) en geen zachte, want daar blijft niet veel van over na een verblijf in je rugzak. Of je moet ze in een doos steken en dat weegt weer extra.
Heenreis:
Door Duitsland richting Munchen tot Ulm, daar tot Kempten en verder tot Reutte, dan via de Fernpass, Telfs Zirl, Innsbruck, richting Matrei am Brenner. Dan afslaan in het Stubai Tal tot Neustift (parking aan het zwembad).
Wij kozen in 2022 voor Camping Stubai in Neustift, vanwege zijn praktische ligging.
Wij koze omwille van de vele onzeker factoren ook voor een halve tocht met vertrek via de Stubai-Gletscher kabelbaan in Mutterberg naar de Dresdner Hütte. Dit kost 8€ per volwassene en 4€ voor -12 jarigen. De bus 590 erheen is gratis met de Gästekarte, die je krijgt bij een overnachting op de camping of hotel. De bus rijdt zowat om het kwartier of half uur, en bij hoge drukte worden er zelfs nog suplementaire bussen ingelegd.
De centrale halte in Neustift vind je door aan de kerk de eenrichtingsstraat omhoog te gaan en dan de eerste straat naar links te gaan. 50 m in de straat vind je de halte richting Mutterberg en Stubaier Gletscher. Er is een tijdsaanduiding wanneer je de volgende bus mag verwachten. Eenmaal op de bus blijf je zitten tot aan de eindhalte, aan het dalstation van de Stubaier Gletscher Bahn.
Wie deze optie neemt gaat onmiddelijk door naar Dag 5.
Dag 1: Neustift (993m) – Starkenburger Hütte (2237m) (+1275m – 2³/4u):
Van op de parking van het Hallenbad (AUTST0100) van het Freizeidzentum Neustift (Stubaitalstrasse 110) ga je vanaf de toegang naar links, omhoog. Je komt op een T-splitsing (Dorf – Scheibe) (AUTST0101). Het gebouwtje aan de overzijde van de straat, links is het politiecommissariaat. Ikzelf heb er de aanwezigheid van mijn voertuig op de parking gemeld.
Rechtdoor (Bachertalweg) vind je een smalle weg omhoog en pijlen met de aanduiding van de Starkenburger Hütte. Hogerop maakt de weg en bocht naar rechts. Dan kom je op een splitsing (Oberdorf). Hier ga je naar links verder omhoog. Aan de rivier vind je een splitsing (AUTST0102) tussen twee varianten naar de hut. De ene gaat via de jeepweg naar omhoog. De andere loopt via een echt pad in korte zigzaggen omhoog.
Hogerop komen de beide varianten nog eens samen, en kan je terug kiezen tussen beiden (AUTST0106). Ikzelf kies voor het pad bij de klim. Indien je zou afdalen met een zware rugzak, zou je eventueel de jeepweg kunnen overwegen. Bij GPS AUTST0107 kom je een laatste keer op de jeepweg en opnieuw kan je hier kiezen tussen de 2 varianten. Bij GPS AUTST0201 kom het op het zadel en vind je de pijlen. De Starkenburger Hütte zelf staat een beetje naar links (AUTST0200).
Starkenburger Hütte (2237m): DAV 62 lager, Tel: 0043/(0)5226/2867 (begin juni tot begin oktober) Lager: 8€, H/P: 26€, H/P Bergsteigeressen: 20,5€, 1/4L Rode wijn: 3,90€, 0,2L Appelsap gespritzt: 2,7€ (Prijzen 2010)
Avondmaal: Tomatensoep, Wiener schnitzel, aardappelen, salade,
Ontbijt: 5 sneden brood, 2 kaas, 3 hesp, confituur, boter, koffie, thee of cacao
Dag 2: Starkenburger Hütte (2237m) – Franz-Senn-Hütte (2149) (+1550m -1650m – 5u15’):
Vanaf de hut loop je in noordelijke richting. Het pad klimt langzaam en probleemloos tot aan het Seejöchl.
Rechts zie je hier kalkformaties typisch voor de Dolomieten. Onder de Steinkogel groeit er gras, en dus zijn er schapen te vinden. Tussen GPS AUTST0210 Sendersjochl & AUTST0211, onder de Rote Wand, staan er borden voor steenslaggevaar. Het pad loopt afwisselend links en rechts van de graad. Verderop daalt het af naar de Seduck Hochalm (AUTST0213), een typisch almhut waar je de gebruikelijke zaken kunt consumeren. Dat is misschien wel nuttig als je wat vermoeid bent, want het nu volgende deel is soms steil, eerder technisch en vraagt de nodige concentratie. Vooral bij het ronden van de Villergrube heb je best niet veel last van hoogtevrees. Bij GPS AUTST0214 is het zwaarste leed geleden en van hier daal je af richting Franz-Senn-Hütte (2149) (AUTST0300).
De Franz-Senn-Hütte (2149) is populair bij dagjesmensen, omdat ze gemakkelijk bereikbaar is vanaf de parking (1740m) op het einde van de vallei.
Wie deze morgen vroeg vertrokken is aan de Starkenburger Hütte, heeft hier bij mooi weer nog ruim de tijd om 2 Klettersteigen in de buurt van de hut mee te nemen.
Höllenrachen: één van de kortste Klettersteigen mij bekend, maar toch zeer waardevol en vooral zeer fotogeniek. Bereikbaar door vanaf de hut de houten brug over te steken en het pad langs de rivier te volgen tot aan een rotsbandje, waar de rivier uit een kloofje komt. Hier vind je de Klettersteig (pijltje) (10’).
Quotering C-E.
Vooral moeilijk omwille van de vochtigheid en de geringe hoogte. Weinig greep of voetsteun mogelijk op de rotsen en dus moet je trekken met de armen op de staalkabel. Op een bepaald ogenblik kom je boven in de openlucht. Bij hoge waterstanden moet je hier uitklimmen, terug naar het pad.
Het laatst deel is het lastigste. Je kan rechtstreeks afdalen terug in de kloof via een touw, maar hier is de omgeving erg glad en dus heb je veel kracht nodig. Iets gemakkelijker is rond de rotsblok te klimmen. Enige nadeel hier is dat je de route niet op voorhand ziet, maar het is de gemakkelijkste oplossing voor dit deel. Eenmaal onder de rots vind je hier een Tyroliënne. Dit betreft een katrol op een staalkabel onder de rotsblok en dus over de rivier, die licht doorhangt. Je pikt de musketon onder de katrol in in je harnas en vervolgens trek je je met het aanwezige touw tot aan de overkant. Zorg ervoor dat het touw volledig vrij is, want anders kom je klem te zitten midden boven de rivier en dan moet je op wat hulp rekenen van je metgezellen om dit nog recht te trekken. Aan de overzijde moet je steun vinden op de beugels en aan de kabel, terwijl je in overhang hangt en je jezelf ook nog moet uitpikken uit de musketon van de katrol om je weg verder te kunnen zetten richting daglicht. Dit deel is tegenwoordig E gequoteerd.
Duur Klettersteig: 15’
Edelweiss-Klettersteig: een veel klassiekere Klettersteig met als extraatje: de aanwezigheid van Edelweiss op een plek langsheen de Klettersteig. Bereikbaar door de houten brug te dwarsen en de pijl te volgen richting wand. De Klettersteig is zichtbaar vanaf de hut.
Quotering: C
Duur Klettersteig: 30’
Terugkeer via het pad richting Rinnensee en Rinnenspitze: 15’
Franz-Senn-Hütte (2149): ÖAV 180 slaapplaatsen, Tel: 0043/(0)5226/2218
( midden juni tot midden oktober), Lager: 8,5€, H/P: 32,5€, Gratis douche, Droogkamer met speciale schoenendrogers. Onbeperkt ontbijtbuffet, zelfs zakjes om een lunchpakket mee te nemen. De duurste hut. (Prijzen 2010)
Dag 3: Franz-Senn-Hütte (2149) – Neue Regensburger Hütte (2286m) (+950m -825m – 3u15’):
Je vertrekt vanaf de hut in zuidelijke richting. Het pad blijft zeer lang op gelijke hoogte.
Bij GPS AUTST0301 maakt het pad een opvallende haarspeldbocht. Wie hier goed oplet, ziet dat bij GPS AUTST0302 een oud pad verlaten wordt en een nieuwe route aangevangen wordt. De reden waarom het oude pad verlaten wordt, bevindt zich in het feit dat de wand waaronder het pad vroeger liep te onstabiel is, en gevaar oplevert voor steenslag. Ondanks dat het boek van Rother uitgegeven is in 2007, bevat het toch een stafkaart waarop nog de oude route is ingetekend. Ook de bijbehorende beschrijving heeft betrekking op de oude route en dit ondanks het feit dat de route reeds in 2001 werd verlegd…. Een schoonheidsfoutje? De juiste route zie je op het kaartje hierbij gevoegd.
De route is al veel stabieler dan in het begin, en er zijn dan ook nog weinig problemen.
Eerst klim je zigzag door een stenige bedding met een klein stroompje (GPS AUTST0303 & AUTST0304). Daarna gaat het in een flank omhoog tot op een heuvelrugje (AUTST0305). Vervolgens gaat het bergaf tot in een kom (AUTST0306), die je traverseert.
Vervolgens kom je terug bij de oorspronkelijke route (AUTST0308) en klom je zo onder de wand tot op het Schrimmennieder (AUTST0309) (2714m) (2³/4u).
Wie graag een topje meeneemt kan hier via de graad probleemloos tot op het Baslerjoch (2820m).
Net over de graad ligt de rest van een sneeuwveld. Ofwel volg je de gezekerde route die vanaf de pas in de flank rechts lichtjes stijgt, om dan af te dalen tot de kom met steenslag. Ofwel daal je af door het sneeuwveld en het onstabiele deel van het steenslagveld tot je zo op de route komt. Vervolgens gaat het in grote zigzagbewegingen bergaf. Het vervolg van de route wordt aangeduid door grote houten stokken. Bij GPS AUTST0313 bereik je de splitsing met het pad dat direct afdaalt naar het dal. Vanaf hier loop je ongeveer op gelijke hoogte tot de Neue Regensburger Hütte (2286m) (AUTST0400).
Deze dag is heel erg kort. Wie nog energie over heeft, kan ofwel de Ostlichen Knotenspitze (3084m) beklimmen of je kan het volgende dagtraject erbij nemen (6u). In dit laatste geval wordt het wel een zeer lange dag (9u15’).
Neue Regensburger Hütte (2286m) (AUTST0400): DAV , (midden juni tot eind september), 88 slaapplaatsen. Tel: 0043/(0)5226/2520, Lager: 9€, HP: 25€, Rode wijn 25cl: 3,60, Douche 2’: 1€ (te kort voor personen met lang haar), geen warmwater op lavabo, droogkamer OK, hutpantoffels aanwezig. (Prijzen 2010)
Avondeten: Tomatensoep met brood, varkensgebraad met puree en salade, Pannekoek met bosbes
Ontbijt: muesli met yoghurt, ruim brood, appel, 2snd kaas, 4 worst, 1smeerkaas + confituur
Geen drinkbar water op leiding in hut. Vragen in keuken.
Dag 4: Neue Regensburger Hütte (2286m) – Dresdner Hütte (2308m) (+1450m -1450m – 6u):
Het pad richting Grawagrubennieder vertrekt langs de rechter zijde van de vallei op de rand van vlakte. Er zijn stenen gelegd, waardoor je in principe geen vuile schoenen krijgt. Eenmaal je de steenvlakte bereikt, is het traject volledig verandert. Je dwarst 2 gletsjerrivieren via de bruggen bij GPS AUTST0401 & AUTST0403. Aan de eerste brug wordt ook een opvallende koerswijziging gemaakt. Tussen twee rivieren in, gaat het nu in de richting van de Mutterberger See.
Vroeger (2003), toen er nog meer sneeuw lag in de kom, volgde het pad een kortere maar lastigere route tussen de hut en Grawagrubennieder. Het pad is heden gemakkelijk te volgen en loopt probleemloos tot aan de voet van wat er overblijft van de gletsjer. Hiertoe zijn houten palen geplaatst op de meest kritische punten. Veel GPS-punten komen overeen met de houten palen.
Bij GPS AUTST0410 staan er wegwijzers naar de Mutterberger See. Hier maak je een opvallende koerswijziging naar links. Je klimt naar de voet van de wand en vanaf hier wordt het moeilijk. Eerst moet je over een metershoge band ijs. Er staan wat rotsen tegen deze ijsband gestapeld, die je moet gebruiken om deze hindernis te overbruggen. Hogerop zie je nog een rest van een sneeuwveld. Volgens een foto met uitleg die in de hut hangt, zou je over dit sneeuwveld moeten gaan en zouden er aldaar stangen staan. De stangen zijn nu zo goed als verdwenen. Er was een spoor diagonaal over de sneeuwvlakte tot zowat een derde van het sneeuwveld. Het steenpuinveld links van het sneeuwveld is onstabiel.
Je klimt dus twee stappen omhoog en zakt er weer één naar beneden. Mogelijks is het beter om toch nog zo ver mogelijk over het sneeuwveld te gaan, voor zover het niet te veel verijsd is.
Het begin van het “echte” pad herken je aan een opgeplooide aluminiumkleurige ladder en groot rood verfteken. Eenmaal je dit bereikt hebt, is het ergste leed geleden. Het pad is gedeeltelijk gezekerd met kabels. In de afdaling is het steil en heb je een neiging tot uitglijden bij het gebruik van een foute staptechniek, maar in de klim heb je daar minder last van.
Eenmaal boven op de graad (AUTST0422), heb je een mooi zicht op de Neue Regensburger Hütte en de andere kant van het zadel. Tijd om wat calorieën achter de kiezen te steken, want wat volgt is ook niet echt minnetjes.
Vanaf de col volg je de graad naar links. Laat je niet in verwarring brengen door oude merktekens die rechtstreeks naar beneden schijnen te gaan. De route gaat eerst naar links en daalt dan pas af richting GPS AUTST0423.
Tot de afslag naar de Mutterbergalm (AUTST0428) blijft het pad pittig, en dit vooral rond de graten die je moet dwarsen. Het pad wordt daar erg smal en wat heikel. Meestal zijn er staalkabelzekeringen.
Bij goed weer kan je eens tot aan de Mutterberg See klimmen. Daarvoor moet je een 60-tal meter extra klimmen en dalen. De reflectie van de Mutterberger Seespitze geeft dan een mooi plaatje.
Vanaf de tweede afslag naar de Mutterberg See (AUTST0429) daalt de route tot aan de dienstweg van de skipistes (AUTST0430). Wees niet verwonderd als je hier betonmolens e.d. naar boven ziet gaan. Het lijkt wel of ze in het skigebied rond de Dresdner Hütte steeds maar bijbouwen.
Bij GPS AUTST0431 verlaat je weer de piste en klim je naar de pas genaamd Egesennieder (AUTST0432).Net achter deze pas (AUTST0433) vind je naar links een nieuw pad naar de Egesengrat. Indien je geen zin hebt om de Fernauklettersteig te doen, en je hebt nog een beetje energie over om dit extraatje erbij te nemen, dan kan je dit beter vanaf hier doen. Je klimt slechts 130m. Vanaf de hut is dit 330m.
Voor de kortste weg naar de hut daal je gewoon rechtdoor af, richting GPS AUTST0434. Vanaf hier kan je de hut zien staan. Vlak voor de hut vervoegt het dalende pad vanaf de Egesengrat je route.
Dresdner Hütte (AUTST0500): 2308m DAV (begin juli tot begin oktober)
165 Slaapplaatsen Tel.: 0043/(0)5226/8112
Sinds ik deze hut de laatste keer bezocht 7 jaar geleden, is ze volledig ingericht met het oog op skiërs. Een echt Lager is er niet meer. Je slaapt in een Zimmerlager met max. 5 personen in een comfortabel bed met dekbed. Droogkamer en schoenenruimte aan ingang. Schoentippen omhoog; de warmte stijgt en de condens daalt…
Lager: 11€ + 1,50€ tax, H/P: 26€ Rode wijn 25cl: 3,60€, Douche 4’: 1€ (Prijzen 2010)
Avondeten: Saladbar, Bouillon met Knödel, Soort Corden Bleue met aardappelschijfjes en wortel, Ijs met aardbeien.
Ontbijtbuffet: alles beschikbaar
Fernauklettersteig (D) (AUTST0439):
Aanlooptijd: 10’ (GPS 077)
Klettersteig: 45’ (was wat moe, ooit in 30’ gedaan) (1u45’ volgens de gids)
Afdaling: 30’ (in looppas wegens de regen)
Het is goed dat ik deze Klettersteig reeds 4 maal eerder gedaan had, maar eigenlijk mag je dit niet meer doen na een tocht van 6u. Vroeger deed ik dit na het traject (Sulzenau – Dresdner) van 2u30’ en ik ben ondertussen ook 7 jaar ouder (en wijzer?).
De route loopt vrij verticaal en vrij geëxposeerd. Ze is goed gezekerd en je moet niet echt zoeken achter steunpunten voor je voeten, maar toch merkte ik dat de hoeveelheid kracht die je nodig hebt toch behoorlijk is. Vandaar dat ik onderweg toch een paar keer op adem moeten komen ben, wat resulteerde in een klimtijd van 45’ ipv. 30’.
Vooral het stukje dat je ongezekerd tot aan de top moet lopen valt nog wat tegen. In mij geval begon het dan ook nog te regenen. Ik had daar niet op gerekend, gezien de relatief korte duur van de klim. En dus was er geen tijd om wat te rusten, noch aan het einde van de kabel, noch op de top. Ik ben dan op een drafje de 330m afgedaald. Gelukkig is het pad niet erg moeilijk.
Dag 5a : Dresdner Hütte (2308m) – Sulzenauhütte (2191m) (+500m -625m – 4u30’ familietijd):
Het pad dat vroeger langs de bergzijde van de kabelbaan verliep tot een brug over de riv ier, is nu verlegd. Je vertrekt nu van aan de hoofdingang van de hut zelf en neemt aanvankelijk het pad naar het dal. Je passeert eerst de afslag naar de Fernau Klettersteig (GPS AUTST0439), en vervolgens verlaat je het pad naar het dal richting de brug (GPS AUTST0440), die vanaf deze splitsing reeds zichtbaar is. Vervolgens vat je de klim aanrichting het put mvan samenkomst met het oude pad (GPS AUTST0501). Je vervolgt de klim tot aan de splitsing (GPS AUTST0502) van het pad naar de Grosser Trögler. Wie tijd heeft en hier bij stabiele weerscondities is, moet dit echt meenemen.
Weinig technische problemen bij het bestijgen en afdalen van de Grosser Trögler (AUTST0503). Op de graad zelf heb je bij een aantal passages je handen nodig.
Bij minder gunstige weersomstandigheden, klim je echter naar rechts. Het eerste deel is kabelgezekerd. Je gaat over een klein graadje. Je vindt hier kabelzekeringen.
Vervolgens kom je in een kom met grote stenen. Men heeft hier de stenen zeer goed gestapeld, zodat je als het ware via een stenen trap tot op het
(AUTST0505) klimt. Net voor de pas vind je een zee van steenmannen.
Net onder de pas is het pad gewijzigd tussen de GPS-punten AUTST0505A en AUTST0505B en klopt de digitale OSM-kaart niet meer. Het pad verloopt nu in een boog in wijzerzin ipv tegenwijzerzin. Hierna daal je verder af tot aan een wegwijzer (AUTST0506), naast een morenerichel. Naar rechts gaat de gemakkelijke variant (rood) over de morenerichel en dan richting rivierbedding.
Rechtdoor (links) staat aangeduid als zwarte route. Vroeger bestond de rode variant niet en dus vervolgde ik de mij vertrouwde weg. De route is niet zo bijzonder moeilijk als je mogelijks zou verwachten, met de quotering ‘zwart’. Bij AUTST0509 komt de variante over de Grosser Trögler terug bij die over het Beiljoch. Samen gaan ze tot aan de Sulzenau Hütte (AUTST0510) (2u ipv. 2u30’ (solo))
Sulzenau Hütte: 2191m DAV (begin juni tot begin oktober)
Tel.: 0043/(0)5526/2432 152 Slaapplaatsen
Zimmer Lager: 18€, H/P: 35€, Douches: 1 voor 2′
Avondeten: Appel-semder soep, Salade, Kip met curryrijst (behoorlijk pikant) Alternatief: vegetarische aardappel en groenten ovenschotel, Chokolade (Saroma) crème uit pakjes.
Dranken: duurder dan in andere hutten.
Ontbijt: broodmand met kaas, worst, boter en confituur, maar op de bar staat er nog een mand met extra brood en kaas. Ook thee en koffie kan je zelf tappen
Dag 5b : Sulzenauhütte (2191m) – Nürenberger Hütte (2288m) (+500m -400m – 4u30’ familietijd):
In 2010 regende het. Er werd onweer voorspeld, maar normaal krijg je dat pas in de namiddag. Gezien ik vroeg op pad was, ben ik nog doorgestapt tot aan de Nürenberger Hütte (AUTST0600). In 2022 was het droog en zelfs heet. In familieverband, met mensen die nog moeten acclimatiseren, ook aan “zwart” gekwoteerde paden en het effectief gebruik van stokken, gaat het een stuk rustiger.
Je dwars de Sulzenaubach en vervolgens gaat het door een terrein met veel rotsblokken gelardeerd met wilgenstruiken vanwege de vochtige bodem. Het verloop van het pad is grillig. Je gaat over een heuvelrugje, gevolgd door een korte afdaling in een verticale wand, alwaar het pad deels met kabels is gezekerd, tot de brug over de rivier. Deze is twee planken breed, zonder leuning. Vervolgens gaat het weer wat omhoog om opnieuw af te dalen tot een brug (AUTST0513), van alwaar twee planken breed zonder leuning. Hier is de strooming zwakker dan aan de vorige brug.
Daarna wordt definitief de klim aangevat. Eerst ga je richting Grünausee. Bij mooi weer is dit een plek die uitnodigt tot verpozen. (Het meer is blauw, niet groen ;-). )
Hier ga je opvallend naar links de helling op tot aan de splitsing (GPS AUTST0516) met de variant over de Mairspitze.
Bij mooi weer, en in het gezelschap van personen die conditioneel voldoende sterk zijn, kan ik deze variant aanbevelen (+1u wandeltijd). Gezien het in 2010, nog maar net opgehouden was met regenen, is het de kortere weg over Niederl (AUTST0517) geworden.
Bij AUTST0516 ga je bij minder gunstige weersomstandigheden naar rechts richting Niederl (AUTST0517). In familieverband neem je ook beter deze laatste.
De afdaling is vrij alpien, met grote rotsblokken, waartussen je je een weg zoekt. Je moet goed opletten op de tekens, want het pad springt niet echt in het oog. Bij GPS AUTST0518 komen beide varianten terug samen. Wat dieper ligt de Nürenberger Hütte (AUTST0600) (2u30’ ipv 3u (solo)).
Nürenberger Hütte: 2288m DAV (midden juni tot aanvang oktober)
Tel.: 0043/(0)5526/2492, 130 slaapplaatsen.
Zimmer Lager: 18€, H/P: 35€, Douche: 1€ voor 1′
Avondeten: Soep, Saladbar, Varkensvlees met zuurkool en aardappelen (opgelet van de mierikswortel op het vlees (afscheppen!!!), Taart
Bergsteigeressen: Lasagne 9€
Bergsteigergetranke: 2,50€
Rode wijn 1/4L: 5,80€
Ontbijt: zelfbediening
Nürenberger Klettersteig: C-D
Aanloop vanaf de hut: 10’
Klettersteig: 45’ (volgens gids, in praktijk zal het wel korter zijn)
Terugkeer naar hut: 1u (volgens gids, vermoedelijk ook korter)
Toen ik in 2010 aankwam aan de hut, scheen er zowaar een waterzonnetje. Je moet wel indachtig blijven dat dit onvoldoende was om de rotsen echt op te drogen. Deze Klettersteig is nieuw voor mij. Gezien de quotering moet ik hem zeker aankunnen, maar een eerste beklimming maakt toch steeds wat zenuwachtig en met natte rotsen en een onweersdreiging heb ik de rede laten winnen over de drang. Ik ben wel eens naar de Insteig gaan kijken.
Zoals gebruikelijk bij moderne Klettersteigs zit de sleutelpassage onderaan om personen met onvoldoende fysieke mogelijkheden of techniek te ontmoedigen. De eerste passages verlopen over grote stukken bijna verticale plaat. De steunen staan redelijk ver uit elkaar, en dus zal je wel kracht nodig hebben om de sleutelpassage te overwinnen. Hogerop daalt de hellingshoek om te eindigen in een passage waar de rotsstructuur ruwer/brokkeliger is en bezaaid met verspreide grassen.
De terugkeer is gemarkeerd met steenmannetjes, tot aan de normale route tussen Niederl en de Nürenberger Hütte.
Dag 6: Nürenberger Hütte (2288m) – Bremer Hütte (2411m) (+460m -340m – 3u15’ solo – 5u30′ familieverband):
Je verlaat de hut in zuidelijke richting en rond de kom in tegenwijzerszin. Bij GPS AUTST0601 tref je de afslag naar de Wilder Freiger. Bij GPS AUTST0602 dwars je de bergrivier met behulp van een plankbrug, zonder enige leuning. De positie kan variëren per jaar in functie van de evolutie van de stroom en het zich verplaatsen van de rivierkeien. Aan de overzijde vind je de afslag naar de Feuerstein. Vanaf hier keer je terug in de richting van het dal, maar toch begin je te klimmen tegen de valleiwand. Een paar passages zijn kabelgezekerd.
Nu volgt een idyllische passage, eerst langs de bergbeek. Vervolgens loop je langs een kom, waar de rivier stilval en meandert om hogerop opnieuw over te gaan in een wilde beek. Ook de reflectie van de berg in het meanderende water is mooi.
Hogerop eindig je in een steenwoestijn. Aan de bovenzijde van de kom vond je in 2010 een sneeuwvlek, die je langs de bovenzijde passeert. Voor 7 jaar liep deze sneeuwvlek nog door tot de onderkant van de kloof. Nu blijft er nog een dun laagje ijs over. In 2022 was deze vlek volledig verdwenen. Dat spaart alweer een heikel punt, vooral als je uit de richting van de Bremer Hutte komt. De opwarming van de aarde heeft ook soms voordelen…
Ook eventuele technische moeilijkheden zijn nu verdwenen. Je klimt vervolgens tegen de rechte flank op. Hier vind je veel schuine rotsplaten. Sommige stukken zijn kabelgezekerd. Elders moet je je een weg banen in de breuklijn tussen de platen, waar je wat steun vind voor je voeten.
Net onder het tolhuisje vond je in 2022 geen sneeuwvelden meer. Mocht je hier extreem vroeg op het jaar of na een sneeuwrijke winter passeren, kan je deze omtrekken of dwarsen tot je eindigt aan het tolhuisje (gesloten) op het Simmeringjoch (AUTST0604) (2u15’).
Bij mindere weersomstandigheden heb je hier kans om steenbokken te zien. In 2022 was er door de grote post-corona drukte niets te zien… 😦
De afdaling naar de Bremer Hütte (AUTST0700) is probleemloos. De hut zelf zie je echter maar op het laatste moment (1u – 1u30′).
Bremer Hütte: 2411m DAV (eind juni tot eind september)
Tel.: 0043/(0)664/4605831, 75 slaapplaatsen
Onder de leiding van de vorige Huttenwirt, Raymond, was dit het beste restaurant in de Alpen, boven de 2000m. Nu is het nog steeds beter dan veel hutten.
Bergsteigeressen: Penne in tomatensaus met heel veel gehakt, wortelen en champignons (stevige portie): 9€
Zimmer Lager: 20€, HP: 32€: Backerbsen Soep, Salad Bar, Wiener Schnitzel met aardappelsla, taart
Rode wijn 25 cl: 5,80€, Bergsteigergetranke 50cl: 2,70€
Douche 4’: 4€ (zeer duur dus)
Dag 7: Bremer Hütte (2411m) – Innsbrucker Hütte (2370m) – Neustift (993m) (+1350m -2775m – 8u45’ solo):
Dag 7: Bremer Hütte (2411m) – Innsbrucker Hütte (2370m) (+1250m -1300m – 9u45’ familieverband):
Tot aan de Innsbrucker Hütte is dit reeds een lastige dag. Je met vijf keer naar beneden en terug naar omhoog, samen goed voor 1250m stijgen en 1300m dalen in ca. 6u.
Bij GPS AUTST0701 vind je een splitsing tussen de normale route en een variant via de Lautersee.
Deze variant blijft beter op hoogte, maar is zeker niet sneller en is vooral nog iets moeilijker. Hij bevat namelijk een kleine Klettersteig die in 2022 gekwoteerd stond als niveau B. In het verleden kon je hier met een Klettersteigset weinig aanvatten, gezien hij gezekerd was met stangen en kettingen ipv de nu klassieke kabelzekering. De variante is jaren lang gesloten geweest vanwege steenslaggevaar. In 2022 bleek deze terug toegankelijk te zijn. Ik vermoed dat hij in praktijk nog steeds wordt uitgevoerd zonder Klettersteigset Je loopt eerst in een richel en dan is er een verticale passage. Het vervolg is moeilijk stappen tussen de stenen. Bij GPS AUTST0703 kom je terug op de normale route.
Het is eenvoudiger om de normale route te volgen. Er volgt een vrij steile afdaling met wat kabelzekeringen. Als je hier ’s ochtends als eerste passeert maak je kans om hier steenbokken aan te treffen. Beneden in de kom dwars je de rivier en aan de overzijde gaat het technisch iets eenvoudiger terug omhoog, richting Hohe Burg (AUTST0704) (1u30’).
Vervolgens gaat het weer naar beneden en rond je een tweede kom (1u30’). Het zadel onder de Pramanspitze bereik je na nog eens 45’. In dit gedeelte is de bodembedekking hoofdzakelijk gras. Vooral bij regenweer is dit geen voordeel.
In totaal zal je 5 gedenkplaten passeren van mensen die verongelukt zijn door een val. Ondertussen heeft men in de omgeving van die bordjes wel de nodige kabelzekeringen aangebracht. Logischerwijs bevinden de moeilijkste passages zich bij het stijgen naar of afdalen van de verschillende zadels. Het pad is er smal en soms loop je als het ware in een geul in de steile flank.
Bij één passage over een steile rotsplaat, die je jezelf als het ware op te trekken tussen twee staalkabels. Bij fouten is deze omgeving weinig vergevingsgezind, zoals bewezen wordt door de verschillende gedenkplaten.
Vanaf de Pramanspitze (AUTST0706) veranderd de bodem van aarde met gras naar losse stenen. Hier vind je geen bordjes meer inzake schielijke overlijdens. Tenzij je geconfronteerd wordt met oude sneeuw vroeg in het seizoen, heeft dit gedeelte een lagere moeilijkheidsgraad dan het eerste. In 2022 was er in dit deel geen sneeuw meer aanwezig
Zadel 4 (AUTST0707) bereik je na 1u15’, Zadel 5 (AUTST0708) na nog eens 20’ en de Innsbrucker Hütte (AUTST0710) na nog eens 40’.
Innsbrucker Hütte: 2370m (AUTST0710) Öav (midden juni tot begin oktober)
Tel.: 0043/(0)5276/295, 142 slaapplaatsen
Zimmer Lager: 18€
Douche: 1€ voor 30″ (Jawel!!!! :-()
Geen H/P maar à la carte:
Wienerschnitzel met aardappelsla is hier het duurste (15,6€) en meest eetbare gerecht, maar gezien we dat reeds gisteren in de Bremer Hütte hadden, gingen we voor het tweede duurste: Vleesbrood met ei en gekookte aardappelen (13,4€). Reken daarbij nog een gemengde sla (5,60€) of een soep (5,20€)
Het Bergsteigeressen (9€) is hier een “klassieke spaghetti Bolognaise” met veel paste en weinig saus, waarbij je moet opletten voor de peperbollen in de saus (minst aantrekkelijk van de in 2022 bezochte hutten).
Ook bij het ontbijt betaal je alles afzonderlijk:
Bord met bestek, boter, smeerkaas, confituur, 3 sneden brood en koffie kost 7,5€. Met thee 7,0€.
Een kom muesli met yoghurt: 3,50€
Snede brood: 0,5€
Portie kaas en worst 3,5€
Theewater 1L: 2,5€
Bij goed weer vormt deze hut een goede uitvalsbasis voor beklimmingen van de:
Habicht (3277m) (AUTST0711)
Deze berg is bijna jaarlijks goed voor een paar doden. De kaap van 100 werd gerond ergens rond het jaar 2000. Het grootste probleem met deze berg is, dat hij te gemakkelijk bereikbaar is voor mensen die er niet thuishoren. Als je weet dat je met de jeeptaxi tot vanuit Nieder tot de Karalm kan en dan in anderhalf uur aan de Innsbrucker Hütte staat. Als je als toerist vervolgens niet meer weet van welk hout pijlen maken en besluit de Habicht te beklimmen, niet gehinderd door enige kennis, dan ben je een ideale kandidaat om de statistieken te vervolledigen.
Naast het feit dat het beklimmen van de Habicht een grote tredzekerheid vereist, moet je ook nog over een dosis gezond verstand beschikken. Het onderste deel van de Habichtferner is zeer steil en verijsd. Vaak zal je een spoor vinden dat diagonaal over deze spaltenvrije gletsjer loopt richting hoofdgraat. Als je in dit deel valt, maak je een grote kans om de statistieken te vervoegen. Niet voor niets leiden de tekens je verder omhoog door een wat lastig steenveld naast de gletsjer om pas op de gletsjer te eindigen, daar waar deze veel vlakker is en het risico bij een val kleiner. Het beheersen van valtechniek op sneeuw is bij tochten op deze hoogte in elk geval raadzaam.
Eenmaal over de gletsjer met je nog langs de met stenen bezaaide graad omhoog tot aan het kruis. Let op voor valpartijen aan de achterzijde van de top.
Ik heb hem 4 keer beklommen, maar slechts één maal bij open weer.
Ilmspitz Klettersteig (2692m): C
Persoonlijk vind ik de Ilmspitz een leukere bergtocht dan de beklimming van de Habicht.
Op het Pinnisjoch volg je de graad tot je de voet van de Kalkwand bereikt. Hier gaat het in zigzag omhoog tot een zadel. Het terrein bestaat hier uit fijne kalkgrind. De hellingshoek is groot en dat voelt onstabiel aan voor mensen met minder ervaring.
Op het zadel wissel je van kant en gaat het pad verder tot de afslag van de Kalkwand (AUTST0712). Dit topje kan je eventueel op de terugweg meenemen.
Je vervolgt je weg door een doolhof van stenen tot aan de voet van de wand van de Ilmspitz. Hier vind je een hok in golfplaatstaal. Hier vind je het begin van de feitelijke Klettersteig.
Je begint met een bijna verticale wand. Hogerop wordt het terrein eerst langzaam lichter, om te eindigen op brede Richels, waarin je kan lopen met zeer weinig hoogteverschil (zoals in de Brenta Dolomieten).
Verder vind je opnieuw een wand met passages tot niveau C. Dan komt er weer een lichter stukje tot een traverse over een diepe spalt. Voorbij deze spalt, gaat het weer recht omhoog tot aan de afslag voor de terugkeer. Het laatste stukje moet je dus op- en afklimmen (niveau A tot B/C) om de top van de Ilmspitz te bereiken. Je daalt langs dezelfde weg terug af tot de splitsing. Het eerste deel van de terugweg verloopt over brede Richels, zoals in de Brenta. Vervolgens is er een deel “wandelgebied”, gevolg door een geul. Vervolgens is er een gladde wand gezekerd met beugels. De onderlinge afstand tussen de beugels is groot en er is geen staalkabel. Uiteindelijk kom je op een steil grindveld. Hier goed de markeringen volgen. Opgelet voor oude sneeuw aan het begin van het seizoen en ijsvorming door regen aan het einde van het seizoen. Door de opwarming van de aarde wordt de kans hiertoe steeds kleiner. Informeer je over de toestand bij de Hüttenwirt van de Insbrucker Hütte. Eventueel stijgijzers meenemen.
Uiteindelijk moet je nog een stukje terug omhoog tot aan het inbindpunt van de Klettersteig. Verder terug langs dezelfde weg tot aan de hut.
Klettersteig niet aan te raden bij regenweer wegens aarde met gras in het wandelgedeelte van de afdaling.
Innsbrucker – Insteig: 1u
Klettersteig: 1u45’
Afdaling van Insteig tot hut: 45’
Gezien men echter voor de volgende dag opnieuw regen voorspelde, heb ik bovenstaande verlokkingen moeten weerstaan, en ben ik nog dezelfde dag na een tocht van reeds zes uur verder afgedaald tot Neustift via het Pinnistal in 2,5u.
Dag 8: Innsbrucker Hütte (2370m) – Neustift (993m) (+100m -1475m – 4u00’ familieverband):
Het vroegere officiële pad maakte een wijde boog in wijzerzin tot de voet van de ketel. Ondertussen is dit buiten gebruik gesteld en heeft men de vroegere “directissimo” (AUTST0714) verbreed tot Bobcat breedte.
Onderaan de ketel is er een pad meer en soms een “directissimo” langs de weideomheining. Eenmaal aan de Karalm (AUTST0715) bereik je de jeepweg. Vanaf hier kom je ook mountainbikers tegen. Karalm is een eerste van 4 drankgelegenheden voor je Nieder (AUTST0726) bereikt. De weg is voor het overige redelijk saai.
Alternatieven bij goed weer:
- Indien je in de Innsbrucker Hütte geslapen hebt en je bent niet haastig, kan je eventueel overwegen om aan de Karalm terug omhoog te gaan richting Zwölfernieder (2335m). Je moet dus terug 550m naar omhoog. Vanaf hier kan je nog de Zwölferspitze (2562m) Vanaf Zwölfernieder (2335m) de kan je via de Autenalm afdalen naar Neustift. De horizontale afstand is iets korter, maar je stijgt en daalt 550 extra meters.
- Bij zeer goede weersvoortuitzichten, kan je ook overwegen om vanaf de Zwölfernieder (2335m) de Elferkofel Klettersteig te maken. Enige praktische nadeel is, dat je tegen de normale richting ingaat, gezien bijna iedereen vanaf de Elferhütte vertrekt, omwille van de kabelbaan vanuit Neustift. Een betere optie is om vanaf Zwölfernieder (2335m) het pad net onder de graad te nemen richting Elferspitze. Op die manier kom je aan op de nooduitstijg van de Klettersteig.
Vanaf hier kan je het korte stukje recht omhoog tot aan de Elferspitze (2505m) (C). Dit zal weinig hinder of problemen opleveren, gezien je eventuele tegenliggers kan zien komen en er plaats is om te wachten en mensen te laten passeren.
Vanaf hier kan je zelfs nog de Elferturme, zijnde het laatste stukje van de Elfer Nordwand Klettersteig meenemen. Dit stukje moet sowieso op- en afgeklommen worden door mensen die de Nordwand Klettersteig doen.
Voor dit verbindingsstukje is het handig om een wat langer (ca 4m) prushiktouw mee te hebben, daar dit stuk zelfs na de renovatie van 2000 nog wat zwak gezekerd was. Maar mogelijks heeft men dit ondertussen ook al verholpen.
Na je bezoek aan de Elferspitze kan je dan het grootste en rustigste deel van de Klettersteig doen tot aan de Zwölfernieder (2335m).
Nota: omstreeks 2005, werd deze route volledig gesaneerd en doorlopend gezekerd. Voordien diende je je te zekeren door in te pikken in de verschillende beugels. Dit was onhandig en tijdrovend, omdat de meeste standaard Klettersteigsets van het Y-type zijn en je daarmee onvoldoende bereik hebt om je vlot te zekeren en je dus gebruik dient te maken van tussenzekeringen of verlengstukken. Maar gelukkig zijn ze hier nu mee met de tijd en dit zal de populariteit en veiligheid van deze Klettersteig zeker ten goede komen. Voor deze renovatie waren bepaalde passages in dit tweede gedeelte heikel, omwille van het ontbreken van een doorlopende kabelzekering. Ik ga ervan uit dat door het aanbrengen van de doorlopende kabelzekering de moeilijkheidsgraad ook een stuk gedaald is. Dit was ook het geval met de Nordwand Klettersteig, nadat deze in 2000 voorzien werd van een doorlopende kabelzekering.
Eindconclusie:
De Stubai Höhenweg staat in de gids ‘Ostalpen Hüttentrekking’ van Rother Selection aangegeven als ‘Zwaar’. Ik denk dat vooral betrekking heeft op de technische moeilijkheidsgraad dan op de zuiver fysieke inspanning. De maximale duur van de dagtrajecten is beperkt tot 6u (voor wie in goede conditie is). Er zijn een aantal trajecten die mogen bestempeld worden als kort en die je soms kan samenvoegen tot één langer traject.
Een goede staptechniek is vereist. Ook vertrouwdheid met gezekerde routes is raadzaam. Je dienst vrij te zijn van hoogtevrees.
Door de opwarming van de aarde zijn een aantal situatie veranderd. Dit is vooral het geval aan de Grawagrubenieder en het Simmingjöchl. Daar waar je vroeger op de Grawagrubenieder te maken had met een steil sneeuwveld, is dit nu een onstabiel keienveld. Op het Simminjöchl had je vaak te maken met een soort ‘Randkluft’ (spleet tussen rots en begin sneeuwveld). Gezien dit sneeuwveld nu bijna volledig weg is, is dit probleem ook verdwenen.
Buiten situaties van extreme sneeuwval in de zomer, kan je deze tocht bij elke zomerse weersomstandigheid afstappen. Voor de extra’s in de vorm van Klettersteigen heb je wel optimaal en vooral vaak droog weer nodig. De Habicht is ook te doen bij mindere omstandigheden zoals regen, maar het wordt in elk geval moeilijker en harder. Of dit zinvol is, is een andere vraag; Het uitzicht zal namelijk nihil zijn.
Bedankt voor je uitgebreide informatie.
Ik wil de hohenweg eind juni gaan lopen.
Peter