Reisverslag Kanotochten in Midden-Zweden.
1) Inleiding.
Kanovaren…. Een beetje peddelen, houtvuurtje stoken. Het spreekt blijkbaar de oermens in ons aan. En daar spelen verschillende commerciële spelers handig op in.
Fundamenteel moet je een onderscheid maken tussen twee types water. Vlak water en stromend water. Vlak water is al een subjectief gegeven, want vlak water is maar vlak als er geen wind noch stroming is en daardoor ook geen golfslag. Hoe kleiner het oppervlak van het meer, hoe groter de kans dat het wateroppervlak ook vlak blijft.
Wie niet naar Zweden komt met een eigen kano, is vermoedelijk ook geen kenner van het kanovaren in het algemeen en meer specifiek de vaareigenschappen van kano’s en kajaks.
De meeste huurkano’s zijn aluminium kano’s van het Zweedse merk Linder. Dit zijn vlakbodem kano’s. Ze zijn stevig en zeer veilig bij weinig wind noch golfslag. In vaktermen heet dat dat ze een goede primaire stabiliteit hebben. De kenners geven echter de voorkeur aan kano’s en kajaks met een rondbodem of een knikspant. Dit heeft tot nadeel dat deze boten zeer onstabiel aanvoelen op vlak water, maar in praktijk stabieler zijn bij golvend water. De betere kano’s zijn van de Amerikaanse merken Old Town en Mad River, maar zijn moeilijker te vinden in de verhuur. Dagkajaks zijn vaak nog te vinden in de verhuur, maar toerkajaks zijn dat al veel minder.
Wie dus met een huurkano onderweg is bij minder ideale weersomstandigheden moet goed nadenken over zijn plaats op het meer, en vooral de luwte van de oever op te zoeken. In praktijk wil dit zeggen dat je de oever kiest van waaruit de wind komt, omdat je dan in een soort luwte van de bomen zit als je dicht bij de oever blijft.
Zweden is een land dat minder geschikt is voor een eerste kanoreis.
De redenen hiervoor zijn de volgende:
- De rivieren zijn weinig druk bevaren en de afstanden zijn groot, waardoor je over een hoge mate van zelfredzaamheid moet beschikken.
- De beschikbare informatie over de rivieren is vaak summier en soms verouderd.
- De beschikbare accommodatie is primitief of ontbreekt volledig.
- Landtransporten zijn vaak lang en gaan soms over moeilijk terrein.
- Stroomversnellingen zijn vaak lang en rivieren zijn breed, waardoor het ideale traject niet steeds gemakkelijk al varend te vinden is. Verkennen vanop de oever is niet steeds mogelijk of gezien de grote afstanden zeer moeilijk.
- Een boot reageert trager onder invloed van het noodzakelijke extra gewicht aan uitrusting, dat je moet meesleuren op meerdaagse kanotochten.
- Een Scandinavische quotering WildWater I of II kan beduiden zwaarder zijn dan wat je zou verwachten in vergelijking met Belgische rivieren.
- Een traject over een meer bedraagt algauw een paar kilometer. Door de soms krachtige wind kan er ook een stevige golfvorming ontstaan, waardoor varen of zeer lastig of gewoonweg onmogelijk wordt. Kies daarom, indien mogelijk, steeds de hoge wal. Ook een goed gevoel voor oriëntatie is belangrijk, wanneer men op grote meren vaart.
- Overschat nooit je eigen kunnen. De enige mij bekende rivier die hierop een uitzondering vormt is de Klarälven, meerbepaald het traject tussen Sysselbäck en Edebäck. De lengte bedraagt zowat 100 km. De eerste 5 km is er nog een beetje licht wildwater (niveau Lesse).
Vanaf Branäs wordt de rivier ook gebruikt voor vlotvaart (stroomsnelheid ca. 2 km/h, geen dammen, geen specifieke moeilijkheden). Zie voor verdere informatie onder het deel Klarälven.
Nog één tip voor het afvaren van dit deel van de Klarälven: vertrek vroeg en stop vroeg met varen, zo heb je de eerste keuze in overnachtingplaatsen.
Gebruikte Afkortingen:
SH: halfopen windschuilhut WC: droogtoilet
VB: vuilnisbak PT: picknicktafel
VH: vuurhaard HT:(brand)houtvoorraad
DKV4: Deutsche Kanu-Verband Auslandsführer Skandinavien Band 4
WW I,II,III,IV of V: Wildwater 1,2,3,4 of 5
2) Ljusnan (Längä – Sveg).
Algemeen:
Sveg werd door mij als eindpunt gekozen, omdat het een knooppunt van openbaar vervoer is. Er is bevoorrading verkrijgbaar. Voorbij Sveg vind je een keten van stuwdammen die het traject weinig interessant voor bevaring maakt. Een eerste dam bevindt zicht op zowat 6 km voorbij Sveg en is niet vermeld in de DKV4. Volgens deze gids ligt daar nog een stroomversnelling.
Bij de toeristische dienst vond ik tevens een zeer goede folder over de rivieren Ljusnan en Voxnan genaamd: ‘Frän kalla till mynning’ (Van bron tot mijnbouw). De in de folder afgedrukte rivierkaartjes, waren voor mij voldoende voor de afvaart.
Het door mij gekozen vertrekpunt ligt zowat 10 km voorbij Längä (uitspraak: Loongoo) en is rechtstreeks bereikbaar per bus vanuit Sveg. Hoger vertrekken wordt door de DKV4 niet echt aangeraden vanwege verschillende moeilijkheden. Zowat 1,5 km voor het vertrekpunt ligt namelijk een stroomversnelling WW V. In praktijk blijkt er van de stroomversnelling niet veel over te blijven door kunstmatig watergebrek.
Om het vertrekpunt te vinden rijd je best van Langa richting Funäsdalen tot aan de eerste brug over de rivier Ljusnan, namelijk die waar de stroomversnelling WW V onder ligt. Keer dan 1,5 km terug en kijk daarbij op de dagteller van je wagen. Links van de weg zal je een kort (100 m) wegje vinden dat naar een langgerekt grasveldje aan de rivier leidt. Privacy verzekerd, alleen geen voorzieningen. Hier liet ik mijn boot achter en reed terug naar Sveg. Daar liet ik mijn auto achter tegenover het politiecommissariaat dat vlakbij de rivier gelegen is en nam de bus naar mijn vertrekpunt.
Ik koos voor de eerste bushalte op de weg naar Funäsdalen, zodat vergissingen uitgesloten waren. Achteraf gezien was dit maar goed ook, want de bus was ruim 20 minuten te laat en droeg nog het filmnummer van zijn vorige rit. Gelukkig rijden de bussen in dit deel van Zweden niet zo frequent zodat de kans op vergissingen eerder klein is. Maar als je je vergist…
De juiste bus is dus de lijn 631: Sveg – Vemdalen – Funäsdalen. Deze rijdt slechts tweemaal per dag het volledige traject op weekdagen en eenmaal in het weekend. Prijs voor het traject: ca. 100 SEK. Het busstation bevindt zich in het oude spoorwegstation.
De afvaart:
Tussen het ogenblik dat ik mijn boot achterliet op het vertrekpunt en het moment van de afvaart een paar uur later, was het waterpeil in de rivier zowat 1 meter gedaald. Vermoedelijk was iemand bovenstrooms met een paar klepjes van stuwdammen aan het spelen. Het gevolg daarvan was, dat van de stroomversnellingen Efsgraströmmen (WW II), Palströmmen (WW I) en Halvmilströmmen (WW I), respectievelijk op 0,5km, 2,3 km en 11,5 km van het vertrekpunt, niet veel meer overbleef, dan wat men zou kunnen tegenkomen op de Ourthe na een lange droge zomer.
Net voor Längä (ca 8 km) ligt een kleine stuw, die bij dat metertje extra water vermoedelijk volledig onder water ligt. Bij mij was hij net wel, net niet bevaarbaar. Ik heb hem overgezet en gezien er op de rechter oever toch een leuk weitje was, maar meteen mijn tocht voor die dag beëindigd en mijn tent rechtgezet (geen voorzieningen).
De eerste grote hindernis bevindt zicht op 21,5 km, namelijk de waterkrachtcentrale van Hede. Rechts van de stuwdam bevindt zich
WC, PT, VB & VH
Deze plaats ligt wel vlak naast de toegangsweg tot de dam, waardoor er wat verkeer is van de werknemers van de centrale. Indien je nog over voldoende energie beschikt kan je ook overnachten aan het einde van je landtransport. Daar bevindt zicht:
SH, VH
Deze plaats is wel rustiger. Indien je kiest voor de tweede overnachtingsplaats kan je je kano aan land brengen op een plaatsje juist rechts van de dam, waar een aantal motorbootjes op de oever liggen. Dat betekent namelijk een paar honderd meter minder landtransport dan vanaf de picknickplaats. Vandaar volg je de weg naar de dam zelf.
Voor deze de klim naar de bovenzijde van de dam begint, sla je haaks rechtsaf. Het bord met de aanduiding ‘Kanoled’ (kanopad) ligt daar ergens op de grond. Volg deze steenslagweg over een afstand van ca. 500 meter tot je een bord ‘Kanoled’ ziet met een pijl naar link. Volg deze halfverharde weg tot aan de rivier en de schuilhut.
Voorbij de dam vind je matig stromend water tot aan een kleine dam aan het einde van het dorp Hede (ca 25 km) De overloop van deze kleine dam bevindt zich in het hoogste punt van de boogvorm. Om je boot over te zetten met de minste moeite, vaar je rechts van de overloop en zet je hem daar over. De overloop voert te weinig water om bevaarbaar te zijn. Voorbij de dam zijn er een aantal ondiepe stukken.
In Hede vind je:
bevoorrading, een camping met kanoverhuur en drinkwater
De beste plaats om drinkwater te vinden in een Scandinavisch dorp is steeds het plaatselijk kerkhof, nabij de stand met gieters en harken. De Scandinaviërs besteden namelijk veel zorg aan het onderhoud van hun graven..
De brug van Hedwiken vind je bij km 36,3. Daarna volgt de monding in het Vikarsjön (sjön = meer). Rechts vind je:
een kleine camping.
Vergeet niet de hoge wal van het meer te volgen.
Bij km 42,3 vind je opnieuw een boogvormige dam die niet bevaarbaar is voor geladen toerboten. Op de linker oever vind je naast een overdraagplaats voor de boten:
SH, WC, VB, PT
Er geldt een kampeerverbod voor mensen die met de wagen komen.
Bij km 46 vind je de monding in het Stavsjön. Anderhalve km verder vind je op de rechter oever op een schiereilandje:
SH
Bij km 49: einde van het Stavsjön. De uitvloei van het meer zie je pas als je er met je neus bovenop zit. Daarna volgt een mooi stukje genaamd: de Magrassen.
Bij km 52,5: links voorbij een groot schiereiland varen. Begin van het Ortenmeer.
Bij km 58,5: einde van het Ortenmeer, kleine stroomversnelling, opletten voor de stenen.
Bij km 59,5: doorvaart door de Han: een bochtige verwijdering van de Ljusnan.
Bij km 60: begin van het Over-Randsjön (Boven-Randmeer)
Bij km 61,5: in een zandig baaitje van het meer:
SH, WC, VB, VH
Bij km 62,5: schiereiland Fiskarstugunset: begin van het Neder Randsjön (Je raadt het al: Beneden-Randmeer).
Bij km 65,5: einde van het Randmeer, gevolgd door Broforsen (Brugstroomversnellingen). Van zodra je de brug ziet en de stroomversnellingen hoort, uiterst links houden en aanleggen bij een onofficiële camping voor Zweedse hillbillies. Deze hillbillies zijn te herkennen aan hun hengel en de stapel lege bierblikken voor hun tent. Ze bijten niet.
Er volgt een landtransport van ruim 2 kilometer. Ga niet over de brug, maar volg de steenslag weg op de linker oever. Verder kom je aan een schuine T-splitsing.
Blijf rechts volgen tot aan een bord:
Camping.
Het betreft een primitieve camping met weinig comfort (droogtoiletten), uitsluitend geschikt voor (alweer) Zweedse hillbillies.
Indien je van de camping gebruik maakt kun je daar inzetten. Doe je dit niet, volg dan de weg nog een paar honderd meter tot deze naast de rivier komt. De oever is stijl, maar met wat zoekwerk vind je een plaatsje om je boot te water te laten.
Bij km 66,5 mondt de Randen rechts uit in de Ljusnan. Dit is belangrijk omdat de situatie daar wat verwarrend is. De rivier is daar breed en ondiep. Op zicht lijkt de monding een soort eiland in de rivier te zijn, maar dat is het niet. De belangrijkste stelregel is hier: links aanhouden. Het is hier zoeken naar een stuk dat voldoende diep is om te varen. Wanneer de rivier plotseling lijkt te eindigen bij een boerderij, zie je vlak voor het ogenschijnlijke einde toch nog een uitweg naar links. Vervolgens maakt de rivier een haakse bocht naar rechts.
Bij km 69,5 vind je de brug bij het dorp Linsell. Vlak bij de brug op de rechter oever vind je een nieuwe begraafplaats met jawel:
drinkwater
Bij km 74: de Ljusnan verwijdert zich. Het Borrsäldret-Meer begint.
Bij km 75: begin van de Linsborren-stroomversnellingen: verval: 15 m over 1 km: niet bevaarbaar voor toerboten. Het begin van de stroomversnelling herken je aan een stenen muur, gebouwd met zeer grote blokken. Leg rechts aan, bij het begin van de stroomversnelling.
Er zijn twee mogelijkheden voor het gedeelte tot aan een schuilhut aan de rivier:
- draag je boot over een afstand van 500 meter over een visserspaadje, dat absoluut ongeschikt is voor het gebruik van een bootwagentje, tot aan een grote rots met daarop een gele metalen staaf. Draag daar je boot 15 meter omhoog tot aan een steenslagweg. Een goede 100 meter verder vind je een zijwegje terug naar de rivier met daar een schuilhut.
- de tweede mogelijkheid is enkel geschikt voor mensen met een grote bootvastheid. Verken het traject tot aan de genoemde schuilhut. Begin de afvaart links tegen de muur, schuif op naar het midden zodra dit mogelijk is en eindig rechts ter hoogte van de grote rotsblok met de gele metalen staaf erop. Vervolg verder rechts tot aan de schuilhut en neem daar de boot uit het water.
SH, PT, VH
Het vervolg van het landtransport is zwaar en het is raadzaam om dit pas aan te vatten na een stevige maaltijd en eventuele nachtrust.
Volg de steenslag weg stroomafwaarts tot een wendplaats. Hier gaat de weg over in een bosweg van mindere kwaliteit die toch nog steeds berijdbaar is voor (Zweedse) personenauto’s. De weg bereikt opnieuw de rivier ter hoogte van een baaitje.
Als je hier stroomopwaarts kijkt, zie je waarom dit stuk niet bevaarbaar is voor toerboten. Laat je niet verleiden om je boot hier in het water te zetten. Het volgende stuk is namelijk nog te veel verblokt om bevaarbaar te zijn voor toerboten.
De weg wordt nog een stuk slechter, want nu is hij enkel nog berijdbaar voor terreinwagens en lastezels met bootwagentjes.
Vergeet trouwens je bootwagentje niet enkel rond het breedste punt van je boot vast te sjorren, maar ook in de trekrichting. Op die manier vermijd je dat je je boot van het wagentje trekt bij de eerste kei of boomwortel. En op dit stukje is er wel meer dan één kei of boomwortel te vinden. Een ezel…
Wanneer je eindelijk een verbreding met bocht in de rivier bereikt, kan je je boot weer te water laten. Veel tijd om eens lekker te ontspannen krijg je niet, want voor je het weet zit je op de Sandforsen, een stroomversnelling met een verval van 7 m over 1 km, klasse WW I.
Laat je echter niet misleiden door die WW I. Het is een stukje dat de nodige aandacht vraagt omdat het verloop onrustig is, en vooral omdat de hoofdstroming binnen de rivier niet steeds gemakkelijk te vinden is. Daardoor kom je ongewild wel eens op een stukje terecht waar het net iets te ondiep is voor een geladen toerboot. Zit je dan wel op de hoofdstroom dan is het uitkijken geblazen voor de vele grote keien net onder het wateroppervlak. Met een kajak ben je er zo omheen, maar met een toerboot is het werken geblazen. Bij het eiland neem je de rechter stroomarm. De linker is smaller en meer verblokt.
Na het eiland is het gedaan met de wildwaterpret en krijgt de Ljusnan bij een hoge waterstand op het stuwmeer, ‘meerachtige’ karaktertrekjes. Op de rechteroever vind je
SH, PT
Bij km 90,1 vind je een brug over de rivier. Net voor deze brug zouden volgens DKV4 bij zeer lage waterstand stroomversnellingen WW I voorkomen.
De steenslagweg is weinig druk. Op de linker oever vind je:
SH, PT
Dit is de laatste voorziening die ik heb aangetroffen tot aan de stuwdam van Sveg.
Het stuwmeer van Sveg is één van de grootste van Europa en is ontstaan op de samenvloeiing van de Ljusnan en de Verman. Vandaar dat het meer ook bijna volledig in twee helften gedeeld is door twee aaneensluitende schiereilanden. Bij hoge waterstand zou er volgens DKV4 een doorgang zijn tussen beide schiereilanden. Ik heb deze door het aanwezige riet niet duidelijk gezien. Met enig zoekwerk is hij misschien wel te vinden.
Bij km 99,5 vind je de stuwdam van de elektriciteitscentrale van Sveg. Het is raadzaam om je boot aan land te brengen op een strandje op zowat één kilometer links van de schuiven van de dam. Volg de steenslagweg achter de dam terug naar de centrale.
Bij de asfaltweg vind je een bankje met VB. Volg de steenslagweg verder naar beneden naar de centrale. Bij een splitsing sla je volledig links af en dan onmiddellijk rechts een bosje in. Daar vind je:
kampeerplaats & WC
Je kan er je boot mits enig trekwerk in het water zetten. Een paar honderd meter verder op de rivier vind je:
SH, PT & VH
die wel nog een beetje onder de stroomdraden van de centrale liggen.
Bij km 104,6 vind je een metalen spoorwegbrug die door personenauto’s gebruikt wordt.
Bij km 105,3 vind je de wegbrug van Sveg. Let bij harde wind op voor een nat pak door de fontein in de rivier. Leg aan voorbij het bootsteigertje. Deze plaats is met de auto vanaf de parking voor het politiecommissariaat bereikbaar.
Het verdict:
Aardige, gevarieerde, maar vrij lastige tocht. Ideaal voor iemand die van absolute rust en eenzaamheid houdt. Lange meertrajecten en landtransporten. Ondanks het eenzame karakter, zijn de voorzieningen toch vrij goed. Alleen het weer had iets beter mogen zijn.
Coördinatenlijst:
3) Vasterdalälven (Sälen – Malung).
Algemeen:
Toegeven: het mooiste stuk van de rivier is dat tussen
Ljördal en Sälen.
Alleen: er is op dat deel geen openbaar vervoer beschikbaar.
Dus…
Laat je voertuig achter in Malung, op de parking aan de brug over de Vasterdalälven. De parking heeft picknicktafels en sanitair met warm en koud water, dat vrij regelmatig onderhouden wordt.
Loop vanaf de parking naar de spoorwegovergang en dwars het spoor. Links vind je een pad tot aan het station van Malung, tevens busstation.
Bus 157, Malung -Sälensby -Sälenfjällen, rijdt viermaal daags op weekdagen, éénmaal op zaterdag, en tweemaal op zon- en feestdagen. Prijs voor het traject: ca. 50 SEK. Stap uit aan het OK tankstation in Sälen.
Mogelijks wordt OK in de toekomst Q8, daar beide bedrijven een samenwerkingsakkoord gesloten hebben. Dit is de hoofdhalte, de bus stopt er in elk geval. Loop verder stroomopwaarts tot aan de oude brug over de Vasterdalälven. Rechts over de brug vind je een wegje tot aan een paar bomen op de oever van de rivier. Daar vind je bij een bordje met opschrift ‘Sälen’:
WC, VB & alle voorzieningen in het dorp
De geschikte vertrekplaats dus. Sälen heeft redelijk goede inkoopmogelijkheden.
Vergeet bij de heenreis niet eens te stoppen op de parking aan het begin van het dorp Limedsforsen. Je hebt daar namelijk een goed zicht op de gelijknamige stroomversnelling.
WC, PT, VB, drinkwater
Het traject Sälen – Malung is volgens de DKV4 67 km lang. Het is door mij afgevaren in twee dagen. Dit zegt enerzijds iets over de stroming en anderzijds iets over het weer. Het regende namelijk bijna gedurende de ganse afvaart in min- of meerdere mate. Dit zal ook wel een gunstige invloed gehad hebben op de stroomsnelheid. Ik schatte deze boven de stuwdam van Tando op ruim 6 km/h, op de delen die niet als een stroomversnelling beschouwd kunnen worden. Op de stroomversnellingen voorbij de stuwdam ging het nog een flink stuk harder. Het laatste deel tot Malung stroomde wel beduidend minder snel dan 6 km/h. Bovendien blies de wind nog stroomafwaarts, waardoor de afvaart een soort gejaagd door de wind werd.
Het eerste deel van de tocht, tot aan de stuwdam in Tando, voert door een gebied dat naar Zweedse normen tamelijk dicht bewoond is. Het aantal overnachtingplaatsen met voorzieningen is eerder beperkt. Op het betrokken stuk werd maar één
SH
met voorzieningen opgemerkt in een bocht van de rivier aan de steenslagweg op de rechter oever, op een afstand van ca. 15 km van Salen. Het wordt dus vermoedelijk zoeken naar een wild plekje.
De belangrijkste bruggen vind je na 9 km (Transtrand) en na 21 km (Sörnans) Deze bruggen zijn te herkennen aan de plaatsnaamborden langs de weg. Er zijn namelijk ook nog andere bruggen die niet vermeld staan in de DKV4.
Na km 32 vind je de Limedsforsen, WW II. Wanneer je je huiswerk gedaan hebt, door deze te bekijken op de heenreis, zorgt deze stroomversnelling niet echt voor problemen. De binnenbocht volgen, is hier het meest praktische advies.
WC, PT, VB & drinkwater
Tussen Limedsforsen en Tandö vind je een hangbrug voor auto’s uitgevoerd in hout en staalkabel. Voorwaar een bijzondere constructie. Een eind verder vond ik een aardige plaats om wild te kamperen op een eilandje midden in de stroom.
Bij km 45 vind je de stuwdam van Tandö. Zoals gebruikelijk wordt deze aangekondigd door het stilvallen van de stroming en de aanwezigheid van hoogspanningsdraden. Vaar langs de rechter oever (weg van de sluisgaten dus) tot volledig tegen de dam. Daar vind je een houten constructie waartegen je je boot op het droge kunt trekken. De in de DKV4 vermelde bootwagentjes zijn reeds lang verdwenen. Zorg dus voor je eigen materiaal. Het landtransport is ca. 300 meter. Terug aan de rivier heeft men een soort houten kanoglijbaan gemaakt. Het laatste stukje moet je toch nog over de rotsen.
Het eerste stukje na de dam is vlak stromend water. Juist op het ogenblik dat je begint te denken: ‘Waar blijven die stroomversnellingen nu?’ (zie DKV4), verdwijnt de gladde waterspiegel plotseling en ben je vertrokken voor een wilde rit van ca 10 km. Het stoomverloop is duidelijk en voorspelbaar, zodat je niet echt voor plotselinge verrassingen komt te staan. Je moet natuurlijk wel de ganse tijd aandachtig blijven en als je ook nog een flinke portie nattigheid van boven erbij krijgt, is dat niet echt eenvoudig. Halfweg de stroomversnelling vind je op de rechter oever een:
SH
Toen ik deze plaats passeerde was ze ingenomen door een caravan. Het einde van de stroomversnelling kondigt zich aan door een groot eiland, waar de hoofdstroom naar rechts afbuigt en het afsteekje gewoon rechtdoor gaat. Ik heb voor het afsteekje gekozen, omdat het vrij breed is en op dat ogenblik voldoende water voerde. Hoe dat is in drogere periodes weet ik niet.
Even plots als de waterpret begon, eindigt ze ook in een verbreding van de rivier. Daarna stroomt de rivier rustig verder tot de brug van Malung. En wonder boven wonder, net wanneer ik in Malung aankwam, hield het op met regenen. Een mens zou van minder bijgelovig worden.
Het verdict:
Het eerste deel tussen Sälen en Tando is voor mij iets te braaf en vertoont vooral iets te veel sporen van ‘beschaving’ om echt leuk te zijn. Bevers hebben het er wel naar hun zin.
Het deel Tando en Malung is een absolute aanrader voor een lange en mooie dagtocht. Alleen het te water laten van de boot op de linker oever van de stuwdam van Tand” is wat lastig, omwille van de steile en rotsachtige oevers. Maar met een lege boot….
Coordinatenlijst:
4) Klarälven (Höljes – Branäs – Edeback).
Algemeen:
Hier was ik op vertrouwd terrein. Ik had dit stukje vorig jaar reeds gekeurd en goed bevonden. Voldoende goed voor herhaling dus.
Eigenlijk is dit vanaf Branas een langzaam stromende vlak water rivier.
Je vindt hier twee bedrijven die vlotafvaarten aanbieden op het gedeelte tussen Branas en Edebäck.
– Wildmark in Värmland biedt vlotten gemaakt met boomstammen aan, die een hoog Robinson Crusoë gehalte hebben, maar minder praktisch zijn bij slecht weer, wegens het wat primitieve schuilzeil, en het feit dat deze vlotten ontzettend zwaar zijn als je er ergens mee vast komt te zitten op een zandbank.
– De vlotten van Sverige Flottning zijn opgebouwd op vier plastic drijftanks met daarop een vlakke vloer, waarop je je eigen tent kan rechtzetten. Deze vlotten zijn beduidend lichter manoeuvreerbaar. Alleen de prijzen zijn zoals zowat alles in Zweden bij beiden niet licht.
Wie liever in een huurkano de afvaart doet vindt deze op de camping in Sysslebäck, alweer bij Wildmark in Värmland. De normale huurprijs voor een aluminium 2-persoonskano bedraagt in Zweden meestal ca. 1200 à 1500 SEK per week voor zover je hem terug op dezelfde plaats aflevert. Voor transportkosten zul je uiteraard moeten bijbetalen. Dit type kano is totaal ongeschikt voor afvaarten op het deel Höljes – Sysslebäck.
Gezien het ondertussen 19 juni en dus midzomernacht is, is er veel Zweeds volk op de been, vooral in de Hemsbygard’s (een soort mini Bokrijk) van Ransby, Batstad en Höljes.
Er wordt dan gedanst, vaak in traditionele klederdracht, rond een soort kruis, waarbij er tussen de uitersten van de dwarsbalk en de top van het kruis schuine verbindingen gemaakt zijn en er onder de dwarsbalk nog twee cirkels zijn aangebracht. Dit kruis wordt dan aangekleed met een soort klimop.
Vergeet onderweg ook niet te stoppen op de parking aan de Strängforsen. Dit geeft je enigszins een idee wat je te wachten staat op dit stukje rivier. De linker helft is hier voor wildwaterkano’s de meest geschikte zijde. Het stuk staat gequoteerd als WW II. Gezien het de afgelopen dagen veel geregend heeft is de stroming krachtiger dan vorig jaar. De stroomsnelheid bedraagt ca. 10 km/h. Het stroomverloop is onrustig, maar zonder veel verrassingen, behalve datgene wat zichtbaar is vanop de parking.
Als je hier al wat zenuwachtig wordt, dan is Groaforsen waarschijnlijk goed voor een zenuwinzinking. De stroomversnelling is ook gequoteerd als WW II. De rivier versmalt er echter en wordt tussen twee rotswanden geduwd. Kies met een open kano ook hier voor de linker helft, alhoewel het rivierverloop er op het eerste gezicht onrustiger is dan rechts. Rechts ligt namelijk een soort dam, gevormd door een reuze rotsblok, met een verval net voorbij deze blok. Ten gevolge van deze rotsblok ontstaat er op de linker helft een golfvorming uit twee richtingen. Stuur je boot naar het raakpunt van beide golven. De hoogte van de golven bedroeg toen ca 70 cm. Met een boeghoogte van 55 cm heeft dit tot gevolg dat er nu en dan nattigheid in de boot terecht komt ondanks het feit dat deze gebouwd is om te rijzen in golven. Je kan dit stukje het best vergelijken met een rit op een op hol geslagen hobbelpaard. Het is dan ook zeer spijtig dat er zo geen stroomversnellingen in België te vinden zijn. Voor mensen die reeds in de problemen komen bij de afvaart van de Lesse is het misschien beter zo.
Wil je dit deel afvaren met een huurkano, dan kan je hiervoor terecht bij het Finnskoga Wärdshus in Höljes, waar men Old Town kano’s in royalex verhuurt.
Het vertrekpunt vind je in het dorp Höljes onder de brug bij de rivier. De bus verlaat je bij de ICA winkel met Statoil tankstation in ‘het centrum’ van Höljes. Zelfs in het weekend zijn er twee bussen.
De uurregeling vind je in Höljes aan de halte en in Branäs in de inkom van zowel de receptie van het vakantiecentrum als het winkeltje bij de bushalte. Zelfs in het weekend zijn er twee bussen (prijskaartje voor de rit: 50 SEK).
Eén maal per dag is er aansluiting naar Noorwegen, zodat je ook eventueel het Noorse traject kan bevaren. Net boven Höljes ligt wel een dam waar je maar eventjes een landtransport van 6 km voorgeschoteld krijgt.
De afvaart:
De stroming op het eerste gedeelte wordt dus in grote mate bepaald door de ‘goodwill’ van de uitbaters van de dam. Het eerste jaar diende ik hard te peddelen tegen de wind in. Dit jaar kon ik lekker meedrijven met de stroom tot aan de volgende brug bij km 2
Bij km 3 vind je reeds de Strängforsen. Net voor deze stroomversnellingen vind je op de rechter oever:
kampeerplaats & VH
Bij km 10: brug van Kärrbackstrand.
Gezien het midzomernacht was, wemelde het langs de rivier van Zweden met caravans. Ongeveer elk vrij plekje was bezet. Er werd gevist en aan de uitgelaten reactie die ik kreeg vanaf de oever, ook stevig gedronken. Dat is namelijk voor een Zweed de enige manier om zijn aangeboren gereserveerdheid te kunnen laten varen. Na lang zoeken vond ik uiteindelijk toch nog een aardig plekje. Ook hier vind je weer vlot sporen van de aanwezigheid van bevers.
Bij km 20: Groaforsen.
Toen ik net voorbij de stroomversnellingen het spatwater uit mijn boot zat te sponzen, zag ik de vissers wat lacherig kijken. Die dachten zeker dat mijn boot lekgeslagen was.
Bij km 21: Brattman-Letafors, hoofdstroom rechts van het eiland volgen. Net voorbij het eiland vind je de brug: Karabro. Na de bocht naar links merk je aan de rechter zijde een muur met sluisdeur. Het betreft vermoedelijk een uitlaat van een elektriciteitscentrale. Ik weet niet of deze nog in gebruik is. Ik heb nog geen opvallende stroming aan de sluisdeur kunnen vaststellen, maar voorzichtigheid blijft geboden. Links houden dus.
Bij km 24: brug van Sysslebäck:
camping met kanoverhuur
Vanaf hier: enkel nog kleine stroomversnellingen die voor zowat iedereen te doen zijn.
Bij km 31: Vingängsjön, klein meer. Het definitieve einde van de stroomversnellingen. Vanaf hier krijgt de rivier een zandbedding.
Bij km 33: brug van Branäs. Net voor de brug en de plaats waar de vlotten van Wildmark in Värmland liggen of gebouwd worden, vind je een klein zandstrandje waar je gemakkelijk kan aanleggen en de boot weer kan opladen.
kleine winkel met levensmiddelen, vlotverhuur
Het verdict (Höljes – Branäs):
Zonder meer een absolute aanrader voor iemand met wat ‘bootvastheid’
Deel Branäs – Edeback:
Dit deel is door mij maar één keer afgevaren.
Er zijn meerdere plaatsen met voorzieningen, maar die zijn niet allemaal vermeld op de digitale stafkaarten. Er zijn uiteraard ook commerciële campings voor wie behoefte heeft aan meer comfort. De dagafstanden zullen grotendeels bepaald worden door de stroomsnelheid op dat ogenblik en door het vaartuig waarmee je onderweg bent. Met een vlot kan je moeilijk bijpeddelen, met een kano kan dat wel. Met een vlot heb je geen plekje op de wal nodig, enkel een ondiepe plaats waar je vlot voldoende blijft steken, om er de nacht door te brengen.
De plaatsen welke door mij werden aangeduid als mogelijke kampeerplaatsen, bevinden zich meestal in een baai of inham weg van de stroming of aan een plaats met voorzieningen. Wie vroeg stopt, heeft de beste keuze. Vroeg vertrekken is dus een aanrader als er veel verkeer op de rivier is.
Weet dat plaatsen die dicht tegen de hoofdweg liggen bezocht worden door weekendfeestvierders :-(.
Mogelijke indeling:
Dag 3: Branäs – Vämäs:
Dag 4: Vämäs – Alevi Camping:
Dag 5: Alevi Camping – Edeback:
Coördinatenlijst:
5) Testeboån (Ockelbo-Högbo Bruk).
Algemeen:
Het idee voor deze tocht vond ik niet in de DKV4, maar in een ruim 10 jaar oude rivierbeschrijving gekregen bij de toeristische dienst van Gävle. Ik vermoed dat dit het laatste exemplaar was. Omdat het weer tot nu toe niet echt schitterend geweest was, wou ik het iets dichter bij de kust gaan zoeken. Ik hoopte daar iets beter weer te vinden. Ik kan niet zeggen dat ik daar gevonden heb wat ik zocht.
Het vertrekpunt van de kanoroute ligt in Ockelbo in de buurt van Gävle. Het officiële eindpunt is de stuwdam van Mackmyra, nabij het Valbo köpcentrum (winkelcentrum). Ik heb echter als eindpunt Högbo Bruk gekozen, omdat dit vlotter bereikbaar is met het openbaar vervoer. Je moet namelijk niet overstappen om het vertrekpunt Ockelbo te bereiken.
Laat in Högbo Bruk de auto achter op de parking van de plaatselijke recreatie- en badplaats. Deze bereik je door af te slaan in de richting van het plaatselijke hotel en dan gewoon verder door te rijden tot je de parkeerplaats bereikt.
De bushalte die je daar vindt, is die voor de bus Sandviken – Högbo Bruk. Dit is een stadslijn met een zeer frequente dienst.
De bus Sandviken – Högbo Bruk – Ockelbo die je nodig hebt, stopt enkel op de hoofdweg 272 en rijdt slechts 8-maal op werkdagen en 4-maal in het weekend. De prijs van het buskaartje voor het traject Högbo Bruk – Ockelbo bedraagt ca. 50 SEK. De uurregeling heb ik gevonden op het centrale plein in Sandviken, waar alle bussen vertrekken en ook de toeristische dienst gevestigd is.
Deze is wel gesloten op zondag.
De afvaart.
1) Het vertrekpunt (1 op de kaarten) voor deze kanotocht vind je aan de zuidkant van het Bysjön (meer). Sla de weg in naast een kerkhof ter hoogte van de kerk. Je passeert eerst het plaatselijke Hembygard (een klein plaatselijk Bokrijk) en vervolgens de brug over de Laå (beek). Vervolgens gaat het licht bergop. Onmiddellijk voorbij een vrijstaande schuur aan de rechter kant van de weg, tegenover de ingang van een bedrijf, sla je rechts een landweg in. Rij door tot aan het meer, waar een aantal motorboten liggen.
Alle voorzieningen en jeugdherberg in Ockelbo
2) Aangezien het reeds vrij laat was en er een harde noordenwind stond op het meer, besloot ik niet naar het eiland Sven-Kök (2) te varen, maar terplaatse te overnachten, zonder faciliteiten. Op het eiland Sven-Kök zouden te vinden zijn:
SH, WC, VB, VH & HT
Ik heb enkel de schuilhut vanop een afstand kunnen zien.
De volgende ochtend blies de noordenwind iets minder hard en peddelde ik na een stevig ontbijt tot aan het begin van de Testebo-rivier.
Gelukkig loopt de kanoroute van noord naar zuid, waardoor de noordenwind slechts plaatselijk hinderlijk was.
3) Aan het einde van een verbreding van de rivier vind je de eerste stroomversnelling, genaamd Konstdalsströmmen (3)
(verval: iets meer dan 1 meter). Leg rechts aan bij het begin van de stroomversnelling, ter hoogte van een huisje met een waterniveau meetsysteem.
Daar vind je een pad vanwaar je de stroomversnelling kan overschouwen. Het eerste deel situeert zich voor de brug. Hou daar rechts.
Het tweede deel voorbij de brug is moeilijker, vooral omdat het ondiep is. Bijgevolg stroomt het water er relatief snel. Kies de linker arm en hou daar ook links. Op het einde ligt een grote kei in de hoofdstroom. Vanwege de ondiepte is het met een geladen boot moeilijk om er omheen te varen.
Kanovaarders die een boot hebben in een eerder stijf materiaal (polyester, kevlar of aluminium) kunnen hier eventueel beter overdragen via het eerder genoemde pad. Het pad is wel hobbelig. Vergeet dus niet de boot goed op het kanokarretje te bevestigen en hem ook in de trekrichting te fixeren.
4) Op de rechter oever vind je onmiddellijk voorbij de stroomversnelling (4):
2 SH, WC, VB & VH
Ze waren recent wel gebruikt door ‘inboorlingen’ voor een bachanaal, met de gebruikelijke achtergelaten rommel van dien. Schuilhutten die te gemakkelijk vanaf de weg bereikbaar zijn, hebben daar vaak onder te lijden.
5) De volgende stroomversnelling, Kolforsen (5) (verval: minder dan 1 meter), vind je onder een spoorwegbrug. De brug ligt net voorbij een bocht naar rechts. Op de linker helft van de spoorwegbrug, die je het eerst ziet, is het woord ‘Kanot’ met een pijl naar rechts geschilderd. Voorbij de bocht, zie je op zowat een derde van de overspanning, gezien vanaf het rechter bruggenhoofd, het woord ‘här’ met een pijl naar beneden geschilderd. Het is de bedoeling dat je net onder deze pijl doorvaart. Zo zit je op de meest optimale plaats op de stroomversnelling.
6) Aan het begin van het meer Fjarden vind je het schiereiland Getudden (6). Daar vind je:
2 SH, 1 gesloten SH, WC, VB, VH & HT
Omwille van de harde wind en de overvloedige regen bleef ik hier twee nachten. Kies de hut die met de open zijde uit de wind ligt.
7) Op de linker oever van Långsjön zou zich de picknickplaats Hälludden (7) moeten bevinden. Deze werd door mij niet bezocht en ook niet onmiddellijk opgemerkt. Er zouden volgende voorzieningen zijn:
kampeerplaats, WC, VH
Ik kan dit echter niet bevestigen.
8) Tussen Långsjön en Mellansjön vind je de stoomversnelling Hågeln (8) (verval ca 1 meter).
Het betreft een gedeeltelijk gekanaliseerde stroomversnelling uit de tijd dat er boomstammen getransporteerd werden op de rivier. Leg eerst aan op de linker oever om de situatie eens te bekijken. De stroomversnelling is niet echt moeilijk, maar eens kijken kan nooit geen kwaad. Eventueel kan je via het pad dat je daar vindt ook overzetten. Hou bij de afvaart een beetje rechts van het midden.
9) Volg de linker (noord-oostelijke) oever van Mellansjön. Vaar onder de hoogspanningslijnen door. 50 à 100 meter vóór een lange hangbrug voor voetgangers vind je rechts twee kleine inhammen, langs waar de Testebo het meer uitstroomt. Na de samenvloeiing van de twee armen is er een kleine stroomversnelling, Grytströmmen, (9) (verval: minder dan 1 meter), onder alweer een hangbrug.
Wil je de stroomversnelling eerst overzien, vaar dan naar de lange hangbrug en loop naar links tot aan de volgende hangbrug over de stroomversnelling. Hou je op de stroomversnelling rechts, tegen een keienveld. De juiste plaats valt op door vorming van wat grondgolven. Dit is namelijk het diepste deel van de stroomversnelling.
10) Aldaar vind je naast vrij veel muggen: Sjuforsholmen (10):
kampeerplaats, VB & VH
Opgelet: de beek in het meest zuidelijke puntje van het meer, Mellansjön, is niet bevaarbaar wegens een zeer lage brug.
11) Voorbij de stroomversnelling vind je een erg mooi meanderend stuk rivier tot aan de (weg)brug over de rivier bij een plaats genaamd Smörnäs (11).
Vaar onder de nieuwe brug, met een doorvaarthoogte van ca. 2 meter, en volg naar rechts de oever van het Lundbomeer.
2 SH, WC, VB, VH, kanoverhuur & drinkwater
Toen ik deze plaats aandeed was ze grotendeels ingenomen door een Zweedse scoutsgroep.
12) Het Lundbomeer (12) is een vogelreservaat, waarvan bepaalde delen niet toegankelijk zijn in de broedperiode van 15 april tot 31 juni. Raadpleeg daarvoor de kaart in bijlage.
Noch van de vogels, noch van de bordjes die de verboden stukken aanduiden, heb ik veel gezien. Ik was namelijk te druk bezig met mijn boot op koers trachten te houden. Gezien de harde wind en de golfvorming van ca. 50 cm was dat niet echt eenvoudig. Vooral met een wildwaterkano, die door zijn hoge wanden veel wind vangt en door zijn kiellijn (licht boogvormig) en de centrale zit ook heel wendbaar is, vraagt het veel inspanning om bij een harde wind op koers te blijven.
13) Om deze reden heb ik ook geen ommetje meer gemaakt naar Oslättfors (13), wat volgens de Engelse beschrijving zeer aan te raden is, vanwege het idyllisch karakter van het plaatsje.
14) Omdat het peddelen zoveel inspanning vroeg, had ik te weinig tijd om me te concentreren op de oriëntatie. Op het ogenblik dat ik de oever opzocht om eens grondig op mijn kaart te kunnen kijken, stelde ik vast dat ik reeds een paar honderd meter voorbij het begin van het Trollrikskanaal (14) gevaren was. Dan maar een eindje terug en nu tegen de wind in. Nog gezelliger. Na wat zoekwerk vond ik dan eindelijk de juiste inham.
Het eerste wat je opvalt is een houten frame tegen de dam die het kanaal afsluit. Het bordje dat het kanaal aanduid is 70 bij 10 cm. Niet direct iets wat je van ver opmerkt. Het beste referentiepunt is dan ook de hoogspanningslijnen die je vanop het water op de oever ziet. De tweede plaats waar je die goed kan zien is de plaats waar het Trollrikskanaal begint.
Laat je niet misleiden door de rietkragen.
Ofwel trek je je boot tegen de dam omhoog, ofwel ga je op het kleine schiereilandje links van de monding aan land. Besteed de nodige aandacht aan het vastsjorren van je boot op het kanokarretje, ook in de trekrichting. Er staan je namelijk 850 lastige meters landtransport te wachten. Je loopt er te zweten als in een sauna. Ondertussen word je opgevreten door de muggen. Een voorwaar zeer Zweedse ervaring. 75 meter voor het Öjaren-meer zou er een bron moeten zijn volgens de Engelstalige beschrijving. Ik heb deze echter niet gevonden.
15) In de Trollriksbaai kan je je boot opnieuw te water laten in het Öjaren-meer. 20 meter van de oever vind je een eilandje
SH, WC, VB, VH & HT (begin van het seizoen)
Gezien ik van mezelf vond dat ik die dag al genoeg calorieën verbruikt had, besloot ik mijn tent recht te zetten en te genieten van de zon en een bad in het meer. Gezien het eiland in de luwte lag, was dit best te doen.
De volgende morgen was de wind geluwd. Het Öjaren-meer lag er zo vlak als een spiegel bij. De oostelijke oever van het meer is aangenaam om volgen door zijn onregelmatige vorm en de vele kleine eilandjes. Wel opletten voor de rotsblokken die vlak onder de waterspiegel liggen vooral tussen de eilandjes en de oever.
16) Ik nam mijn middagpauze op het eilandje Skallön (16). Langs de zijde die het dichtst gelegen is tegen het grote eiland vind je:
2 SH, WC, VB, VH & kleine HT
Het eiland heeft wel wat te lijden onder de aanwezigheid van de camping op de tegenoverliggende oever van het meer. Daar worden namelijk kano’s verhuurd, zodat het eiland veel bezoek krijgt van dagjesmensen. Mijn ervaring is dat die het iets minder nauw nemen met het opruimen van hun rommel dan meerdaagse kanotrekkers.
Vooral in de zuidelijke helft van het meer vind je op de oevers en eilandjes veel private buitenverblijven.
17) Op de zuidoostelijke oever van het meer zou nog een:
SH (open tijdens de dag), kampeerplaats, WC & VH
Deze plaats, Svartviken (17) genaamd, werd door mij niet bezocht.
18) Het deel van de Testebo tussen Öjaren en Högbo Bruk is erg mooi, met veel riet langs de oevers, waardoor het soms een beetje zoeken is naar de juiste weg.
Bij de Ålhusdam (18) moet je je boot een 30-tal meter overdragen. Er is een soort kanoglijbaan en drijvend ponton die dit werkje iets minder zwaar maken.
SH, WC, PT, VB & VH
Er is wel veel passage van wandelaars en fietsers langs deze plaats op het asfaltwegje rond het Dammsjön bij Högbo Bruk. (Hoe praktisch zijn de Zweden toch door dit plasje Dammeer te noemen.)
19) In het stukje Testebo tussen de dam en het Dammsjön heeft de rivier wat te lijden van de overvloedige plantengroei onder de waterspiegel, een beetje zoals de Semois in België.
Leg aan bij de zuidwestelijke oever van het Dammsjön, tussen de badplaats en de eerste brug van Högbo Bruk (19), indien je hier de tocht beëindigt. Je bent hier op 300 meter van de parking waar je je wagen achterliet.
Leg aan bij de kanoclub indien je wenst verder te varen. Voor het verdere stuk verwijs ik naar de Engelstalige beschrijving in bijlage.
Het verdict:
Een aardige niet te moeilijke en toch gevarieerde tocht op een Zweedse laaglandrivier en merensysteem. Het is hier rustiger dan op het Värendsleden nabij Växjö. Onderschat nooit het varen op meren bij slecht weer. Oriëntatievermogen is een absolute vereiste op elk groot meer.
Coördinatenlijst:

6) Een Zuid-Zweeds toemaatje:
Värendsleden: Helige Å (Aby – Växjö – Ryd) (1987)
Algemeen:
Voordelen van deze kanoroute:
- prachtige natuur (vooral eind juli)
- goede voorzieningen
- zeer goed kaartmateriaal, met uitleg in Engels, Duits en Zweeds
Nadelen van deze kanoroute:
- veel open water, dus zeer gevoelig voor harde wind
- 11 overdraagplaatsen over een totale afstand van 115 km, waarvan 7 over 25 km.
- de kanoroute is bekend bij (vooral Duitse) kanogroepen.
- deels gecommercialiseerd (er wordt een vergoeding van 25 SEK per kano gevraagd voor het gebruik van de kampeerplaatsen.)
De route is beschreven in DKV4 en vermeld in Kanokamperen in Europa (Hollandia Watersport – Jan Eggens). Wend je voor de aanvang van de afvaart tot de toeristische dienst van Växjö. Daar is de kanokaart van deze route verkrijgbaar voor 80 SEK. Deze kaart is absoluut noodzakelijk voor de oriëntatie.
Scheur de strook met de detailkaarten van de overdraagplaatsen af van de rest van de kaart. Vouw je kaart zodanig in je kaartentas dat je steeds een overzicht hebt over het deel waar je je op dat ogenblik bevindt en vouw de strook met detailkaarten zodanig dat je zicht hebt op de eerstvolgende overdraagplaats. Als je tas langs beide zijden transparant is, steek dan het ene deel langs de voorzijde en het andere langs de achterzijde. Zo moet je nooit sukkelen bij het naderen van een dam of ander hindernis.
Vraag je bij de toeristische dienst ook een uurregeling van de bussen als je niet over meer dan 1 wagen beschikt.
Het officiële vertrekpunt van deze kanoroute is niet bereikbaar per bus. Het eerstvolgende plaatsje Tolg is dat wel.
Het officiële eindpunt Granö is weer niet bereikbaar, maar het nabijgelegen Ryd wel, via Växjö.
Als vertrekpunt kies je hier voor de kleine kanocamping in Aby, met zijn:
camping, kanoverhuur, drinkwater, levensmiddelen in het dorp
De auto kan je gemakkelijk buiten de camping laten staan of aan het eindpunt, zodat je daarvoor niet hoeft te betalen. De douches werken met een muntjesautomaat. De uitbaters spreken ook Duits. Wees dan ook niet verwonderd dat de meeste kampeerders Duitsers zijn. Een tweepersoons huurkano huur je voor 1200 à 1500 SEK per week.
Wie geen doorgaande trektocht wil maken kan dagtochtjes maken op de smalle meren ten noorden van de camping.
De afvaart:
De eerste dag werd doorgebracht met het overbrengen van de auto naar Ryd. Hiervoor moet je wel heel erg vroeg uit de veren. Je moet namelijk de ochtend bus halen in Ryd. Laat je auto aldaar achter bij het busstation, dat aangeduid is. Na twee uurtjes bussen kom je dan aan in Växjö. Daar moet je wachten tot na de middag op je aansluiting naar Aby. De rest van de middag bracht ik door met een verkenning van het Skavenäsasjön.
De volgende ochtend werd de echte afvaart aangevat.
Middagpauze hield ik op het eiland Vidrasön, alvorens de 1,6 km lang oversteek van het meest open stuk van het Helgasjön aan te vatten. Let hier op voor bijna alle soorten wind, behalve de zachte rugwind waarvan ik gedurende het grootste deel van de tocht kon profiteren.
De kampeerplaats Pene is eerder geschikt voor groepen, tenzij je van drukte houd.
primitieve camping, WC, PT, VH & drinkwater (put)
Ik zocht een plaatsje voorbij Pene op de linker oever voorbij de scoutskampeerplaats en vóór de eerstvolgende woning. Het plaatsje is terug te vinden bij een metalen ring in een rots, maar is slechts geschikt voor één tent (geen voorzieningen).
Het stuk tussen Helgasjön en Salen (meer) is zeer mooi, maar lastig vanwege de 7 overdraagplaatsen.
De eerste gevaarsdriehoek op de kaart (voorbij Bergkvaresjön) wijst op een stroomversnellingen over een lengte van anderhalve kilometer (licht WWI). Let vooral op met aluminium huurkano’s, daar die niet meegeven als je tegen een rots vaart.
Let extra op wanneer je boot zwaar geleden is. De rivier voert namelijk in de zomer soms te weinig water om niet te blijven steken. Leg eens aan bij de eerste schuilhut en bekijk daar de doorvaart.
SH, WC, VB, VH & HT
Zoek daar niet achter water, ondanks het bordje. Ik heb het namelijk ook niet gevonden. Vrij veel muggen.
De kampeerplaats aan het Kråkesjön is prachtig gelegen. Je moet er wel door een zee van waterlelies voor ploeteren. De plaats ligt iets zuidelijker dan aangeduid op de kaart. Je vindt een er:
kampeerplaats, WC, VH, VB, HT & aanlegsteiger
De stroomversnelling bij S. Ryd is eventueel bevaarbaar voor korte wildwaterkajaks na bezichtiging, niet voor toerkano’s dus..
Let op het Gemlasjön op met de oriëntatie tussen de rietkragen. Gebruik een kompas als je het noorden verliest.
Het kaartje Gemla 6 is niet helemaal correct. Vaar de linker arm in, weg van het dorp in. Vaar komend van links langs de stenen dam (Stenpir) tot bijna vlak tegen het linker sluisgat. Daar vind je een droge houten kanoglijbaan om je boot vlot over de dam te trekken.
Het uitroepteken bij de wegbrug bij Gemla wijst op een kanogoot gelegen direct voorbij de oude brug. Enkel de twee eerste brugbogen van links zijn open. Kies voor de tweede opening van links. De kanogoot ligt recht achter deze brugboog. Het is raadzaam toch eerst eens links aan te leggen en de situatie te bekijken.
Voorbij Gemla vind je:
SH, WC, VB, VH & een waterkraan
Het uitroepteken bij Söveringsgärden wijst ook op stroomversnellingen (licht WWI).
Bij Gransholm vind je op de overdraagroute:
SH, WC, VB, VH & een waterkraan
en vrij veel muggen. Ook in het afwateringskanaal van de dam vind je vrij veel muggen.
Vlak voor het meer Salen vind je nog een laatst Overdraagplaats, namelijk die van Os/Mjölnarstorpet. Op ca. 85m voor de dam, vind je rechts een inham, alwaar je de kano uit het water kan nemen. Dan volgt een landtransport van 250m, waarna je de kano terug inzet in de rivier, om 300m verder het Salen meer te bereiken.Het Salen meer is zeer open water, waardoor je de invloed van de wind sterk gewaar wordt.
Na 3km bereik je de kampeerplaats bij Mjölnaretorpet welke beheerd wordt door de eigenaar van een boerderij aldaar. Ze is geschikt voor groepen (geen nadere gegevens bekend).
Na nog een kilometer kan je eindelijk het Salen meer verlaten via de Helige å. 400m verder vind je:
kampeerplaats
De kampeerplaats van Osby is enkel geschikt voor individuele trekkers, daar er zeer weinig plaats is om een tent recht te zetten. Je vindt er :
SH, WC, VH & VB
Bij het begin van dit deel van de Helige Å, vind je ook drijfnetten in het Salen meer. Dit deel van de rivier is ook prachtig.
Bij Huseby Bruk vind je:
een kampeerplaatsje met echt sanitair en eetgelegenheid in het cafetaria v/h museum
Kijk ook eens rond in het museum.
Het eiland Slätt is zeer geschikt als vrije kampeerplaats of voor een middagpauze.
Nabij Torne wordt gewaterskied en gevist met drijfnetten.
camping
De kampeerplaats bij Slagestorp is vermoedelijk geschikt voor groepen. Ik trof er toch een groep aan en heb die plaats dus niet van nabij bezocht.
kampeerplaats
De kampeerplaats net voor Hulevik is opnieuw een primitieve camping zoals in Pene. Niet geschikt voor mensen die echt rust zoeken.
primitieve camping, WC, PT, VH & VB
De volgende net voorbij Hulevik is wel rustig, als je het verkeer van fietsers en een occasionele bromfietser op de oude spoorwegbedding voor lief neemt.
kampeerplaats, WC & VH
De eerste brug waar je onderdoor moet bij Torsö is vlot te vinden. Dit deel van de route tot het schiereiland Getnö is trouwens prachtig. De tweede brug is iets moeilijker te vinden omwille van de rietkragen. Gebruik je kaart, kompas en je gezond verstand. De oude spoorwegbedding waar je onderdoor moet ligt ca 2 meter boven de waterspiegel, dus….
Probeer het vervolg van de route niet in te korten door tussen de groep van kleine eilanden in de Aspöfjord te varen. De doorgangen tussen de eilanden zijn namelijk zeer ondiep en vooral bij golfvorming kan dat problemen opleveren.
Ook om de doorvaart rond het schiereiland Getnö te vinden moet men er zijn aandacht bijhouden. Bij mooi weer is de schittering in de zon van de aanwezige aluminium huurkano’s een goed referentiepunt.
De kampeerplaats op het puntje van het schiereiland Getnö is geschikt voor groepen. Mensen die rust zoeken, kunnen die beter niet hier zoeken.
SH, WC, VH, VB en drinkwater op ruim 500m afstand
Ikzelf koos voor een vrije kampeerplaats op het eiland Bodaholme. Vanaf Bodaholme is het ruim 6km tot de overdraagplaats van Ekefors. Je gaat onder de brug van de G660 door en gaat vervolgens linsk van hety eiland, alwaar je links de kano uit het water neemt. Na 150m kan je inzetten in het kanaal, waarlangs je na 200m het Asnen meer bereikt.
Je volgt het meer in de langsrichting en na 4km bereik je de dam van Havbältan. Je nadert de dam via de rechts zijde, om aldaar de korte (25m) overdraagplaats te vinden.
Je volgt het meer in de langsrichting om na 2km de brug van de weg 120 te vinden.
Ook het deel van de kanoroute vanaf Ekefors tot Ryd vind ik persoonlijk erg mooi. Na 4km bereik je Ryd.
Richt je bij het naderen van Ryd op het grote witte gebouw aan de waterkant. Het is een fabriek van motorboten van het merk Ryd (Hoe kan het ook anders in Zweden. Denk maar aan Huskvarna en Sandvik). Leg rechts aan van het gebouw. Volg de straat tot het einde. Sla af naar links. Sla ter hoogte van een kerk af naar rechts. Je bent terug bij je auto.
Het verdict.
Prachtige tocht bij mooi, rustig weer, ondanks de vele overdraagplaatsen. Tracht de aanwezige groepen te vermijden door een goede keuze van overnachtingplaatsen (zie tekst).