Algemene info bij het reisverslag.
Reisverslag Nordkalottleden (E10 – E8)
Streek: Lapland (Norrbotten).
Traject: Wandeltrektotocht Nordkalottleden E10 (Abisko) – E8 (Kilpisjarvi)
Periode: 11/08/2015 – 18/08/2015
Reisgezelschap: solo
Transport: heen en terug: met de wagen via Nederland, Duitsland en Denemarken naar Zweden.
Bruggen: wie zowel de Storebaelt als de Oresund brug gebruikt, rijdt 200 km rond in vergelijking tot ongeveer elke combinatie van veerboten. Vergelijk de tarieven voor het door U gebruikte type voertuig via www.storebaelt.dk en www.oresund.com .
Veerboten:
Vanuit Jutland naar Zweden: zie www.stenaline.com . De overvaart tussen Grena en Varberg is goedkoper dan Fredrikshaven – Göteborg.
Vanuit Duitsland naar Zweden: www.scandlines.dk (nadeel 2 korte overvaarten te reserveren en ook duurder dan de langere overvaart tussen Jutland en Zweden.
Openbaar vervoer: Met Ryanair naar een luchthaven vlak bij Stockholm (Skafsta). Per bus naar Stockholm en verder per trein tot Abisko (www.sj.se)
Bussen in Norbotten (Narvik – Kiruna E10): www.ltnbd.se (Länstrafiken Norrbotten)
Bussen in Noorwegen: www.tromskortet.no www.177nordland.no
- Lijn 100: Tromso – Nordksjobotten – Narvik
- Lijn 160: Storslett – Nordksjobotten
- Lijn 480: Reisadalen (Sappen) – Storslett
- Lijn 150: Alta – Nordksjobotten
- Lijn 2004 : Alta – Kautokeino
Bussen in Finland: www.eskilsen-lapinlinjat.com info@eskilsen.fi
Berghutten:
- Noorwegen: turistforeningen.no (DNT) Noorwegen heeft voor buitenlanders het meest onvriendelijke hutten systeem van Scandinavië. Zij erkennen geen lidmaatschappen van de klassieke bergsportverenigingen uit de Alpenlanden. Indien je dus ledenkorting wenst, dien je lid te worden van DNT zelf en dat blijkt niet vlot te verlopen zelfs in tijden van internet. Wie lid is betaalt 100 NOK, wie geen lid is 200 NOK. Voor een sleutel betaal je een waarborg van 100 NOK of 20€. Een sleutel is te verkrijgen en terug te geven in Abisko of Kilpisjarvi.
- Zweden: Reservaties via svenskaturistforeningen.se Pältsa Stuga (bemand) – Pälnostugan (onbemand – 100 SEK)
- Finland: In Finland bestaan 2 soorten hutten: Autiotupa (gratis) & Varaustupa (afgesloten – 9€/p/n, sleutel via kilpisjarvi@metsa.fi ). Beiden hebben gasvuren om te koken en hout om te verwarmen. In de Autiotupa zijn geen matrassen.
Reizen kost: van 0 tot 70 € per dag (voor overnachting, ontbijt en avondmaal)
Diesel:
- Zweden: van 11,97 tot 13,10 SEK (1,60€)
- Denemarken: 9,06 – 9,83 DNK (1,55€)
- Duitsland: ca 1,219 €
- Nederland: ca 1,269 €
- België: ca 0,999€ (goedkoopste station in de eigen buurt, officieel : tankstation Minderhout, NL is in praktijk goedkoper)
Alcohol: 2 tot 3 maal zo duur als in België.
De rest: ca 25 tot 50% duurder dan bij ons
Betalingswijze:
- cash (af te halen in een bankautomaat in Stockholm, Kiruna of Narvik)
- Visa of Mastercard (geschikt voor tanken en het betalen van je busritten)
Reisliteratuur:
- Lonely Planet Scandinavian & Baltic Europe on a Shoestring
- Skandinavien: Nordkalottleden (Michael Hennemann – www.conrad-stein-verlag.de )
Stafkaart:
- Landmäteriet Fjällkarta (Schaal: 1/100.000)
BD 1: Treriksröset – Rostojavri (slechts de helft van het hier beschreven traject)
- Statens Kartverk: Turkart Indre Troms (Schaal: 1/100.000 – verouderd)
Persoonlijke gegevens:
Nordkalottleden (E10 – E8):
Inleiding:
Wie dit traject wil aanvatten, moet al heel gemotiveerd zijn en zowat alle andere gemakkelijker bereikbare trajecten gelopen hebben. Wie vanuit Kautokeino wil vertrekken, moet bijna op 2 dagen rekenen om zijn vertrekpunt te bereiken. Bussen rijden niet steeds op alle dagen en sluiten soms slecht of niet op elkaar aan. Dit vraagt veel studiewerk.
Iets makkelijker is het traject Sappen – Abisko, tenminste als je weet dat de bus Lijn 480: Reisadalen (Sappen) – Storslett buiten het schooljaar enkel op vrijdag rijdt en tijdens het schooljaar enkel op schooldagen (in praktijk vanaf half augustus). Je loopt dus best van zuid naar noord en dan nog moet je een tiental kilometer langs de weg lopen.
Het traject Kilpisjarvi – Narvik kan je eigenlijk enkel op zondag in één dag afleggen, gezien de bus in Finland slechts omstreeks 17.00u (18.00u Finse tijd) in Kilpisjarvi aankomt om dan om 18.30u in Nordskjobotten aan te komen. Enkel op zondag vertrekt de bus naar Narvik om 20.15u om aan te komen in Narvik om 23.25u. In Narvik kan je je auto kosteloos parkeren op de toeristenparking aan de sporthal-zwembad. Vanaf hier heb je op weekdagen om 09.30u een bus richting Kiruna en dus je vertrekpunt 4km voor Bjorkliden op de E10.
Eten dien je zowel op het traject Abisko – Kilpisjarvi als Kilpisjarvi – Kautokeino voor het volledige traject mee te dragen. Enkel in de 3 genoemde plaatsen is er bevoorrading, tussenin niet. Wie dus wil kamperen komt uit op veel gewicht.
Landschappelijk is er weinig verschil met Kungsleden of Padjelantaleden. Alleen lopen deze paden veel gemakkelijker gezien de aanwezigheid van loopplanken over drassige gebieden en de aanwezigheid van bruggen over de meeste bruggen. Het grootste deel van dit pad verloop over Noors grondgebied, en daar gelden Noorse opvattingen over paden en wat daarbij vooral niet gedaan moet worden om het de wandelaar gemakkelijker te maken. Zonder aangepast schoeisel, zal je of vaak van schoenen moeten wisselen of in staat moeten zijn om te lopen met natte voeten, zonder deze volledig de verdommenis in te helpen. Weet dus waaraan je begint….
Uitrusting en voeding:
Kledij op het lichaam:
– schoenen:
Ikzelf gebruik: Corcoran/Matterhorn Footwear, huidig model Men’s 1949 van wat ondertussen omgedoopt is tot de Carolina Shoe Company, (schachthoogte ca 20cm.) (https://www.carolinashoe.com/1949 , Leverancier van het Amerikaans Leger)
Alternatieven:
- Bighorn winterlaarzen van Sorel.
- Meindel schoenen met verhoogde schacht (jacht)
- Löwa Military (ruime keuze in modellen met verhoogde schacht en Gore-tex voering)
Omdat mijn huidig paar nieuwe zolen behoefde en de Gore-tex voering ook al wat over haar hoogtepunt heen was, keek ik reeds enige tijd uit naar een nieuw paar. Gezien dit niet lukte via iemand in actieve dienst van het Belgische leger, ben ik op zoek gegaan naar een leverancier in de V.S.
Grootste probleem daarbij is dat de meeste aanbieders niet buiten de V.S. willen verschepen. De enige aanbieders die ik vond die dat wel doen zijn:
Harry’s Army Surplus : de enige aanbieder, die ik vond buiten het Amazon platform. Deze werkt via het Globalshopex platform. Hier zijn de douanekosten al inbegrepen
Amazon.com : Prijs: 265$ +75$ Verzendingskosten + douanekosten (zie hieronder)
De Belgische douane vindt het nodig om daar nog eens 21% btw aan toe te voegen en 12€ administratiekosten. Je mag dan nog van geluk spreken als de kost van de goederen net onder de 150€ blijft, want daarboven stijgen de administratiekosten naar 30€ (en dat voor minder dan 1 minuut werk… goed gerekend Belgische Staat :-()
In verhouding tot mijn vorig paar is het leder van het huidig paar soepeler en de zool vooral veel dikker en meer geprofileerd. Ook de voering verzwaarde iets en de schacht verhoogde met zowat 1cm. Het gewicht nam met 100gr per schoen toe. De toegenomen soepelheid resulteert in een verkorte inlooptijd. Omdat ik smalle voeten heb koost ik bij mijn huidige bestelling voor een smalle leest (N). Dit spaart een paar sokken uit ;-).
– stel sokken: minimaal 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax). Overweeg een paar “Bugsox Adventure” (16,95€) sokken van Tropicare (www.careplus.nl) die bewerkt zijn tegen muggen en teken (nog geen persoonlijke ervaring mee.)
– trekkersbroek: lang, bij voorkeur in een waterafstotende en/of sneldrogende kwaliteit en met rekkers aan de onderzijde van de pijpen. Een mogelijk alternatief betreft een lange broek van het merk Ayacucho, verkrijgbaar bij A.S Adventure, welke voorzien is van een verfstof waaronder een insecticide is gemengd. Hierdoor is deze stof minstens 3 jaar werkzaam.)
– sporthemd met zonnefactor 30 (Aldi of AS Adventure Ayacucho AM Shirt met anti-mug behandeling in de verf gemengd)
– synthetisch ondergoed: slip (mijn voorkeur gaat naar de microvezel van Nur Die) en T-shirt met lange of korte mouwen ( te koop: soms in Aldi, altijd in Decathlon of de klassieke buitensportzaken)
– lichte fleece
– zonnehoedje: (houdt ook de muggen uit je haar, vooral als je nog wat muggenolie op de zweetband doet.) Eventueel een hoed van AS Adventure Ayacucho met anti-mug behandeling in de verf gemengd overwegen. Tropicare/Tropenzorg maakt tegenwoordige enkel nog muggenolie zonder DEET, gezien dat niet heel erg gezond is. (Wie nog producten met DEET wil, zal op het internet moeten kijken…)
Kledij in de rugzak:
– zware fleece: liefst met windstopper (ook reeds te koop in Aldi)
– Gore-tex jas met kap of regenhoed (Outdoor Research). (Gore-tex geniet nog steeds de voorkeur, maar wie afgeschrikt wordt door de hoge aanschafprijs kan voor redelijke alternatieven terecht bij Decathlon)
– gletsjerbril of skibril met hoge filteringgraad, vooral als bescherming tegen hagel, zonnecrème (beschermingsfactor 20 of hoger) en eventueel lippenzalf met beschermingsfactor)
– reserve synthetisch T-shirt, slip en onderbroek met lange pijpen.
– stel reserve sokken
Andere uitrusting:
– plastic waadsandalen (voor wie bergschoenen van een normale schachthoogte gebruikt.
– telescopische wandelstokken (ontlasten de knieën bij het dalen, houden je ook recht in de modder of bij het waden…). Koop bij voorkeur stokken van de merken Leki, Komperdell, Black Diamond of Decathlon als goedkoper alternatief. Besteed aandacht aan het materiaal van de handgrepen (geen hard plastic) en mijd vooral stokken met een gesp in de polslus. Bij langdurig gebruik gaat die gesp irriteren.
– 2 kleine handdoekjes van 50 x 30 cm, bij voorkeur in microvezel (droogt sneller en geeft minder geur af, wanneer hij niet goed gedroogd kan worden. Reeds verkrijgbaar bij Aldi)
– 1 washandje met een klein busje douchezeep en shampoo, een reistandenborstel met kleine tube tandpasta (een bijna lege tube sparen voor op reis kan ook), een stick scheerzeep en wegwerpmesjes of reisscheerapparaat op batterijen.
– een paar pakjes papieren zakdoekjes, doet dubbel dienst als toiletpapier
– drinkbusje met een inhoud van 0,5 liter of
– waterfilter van Care Plus/Sawyer met bijbehorende drinkzak. Op 25 jaar zonder slechts één maal pech gehad, maar toch…
– zakmes
– micro zak- of hoofdlamp om het toilet te vinden in het donker (maar erg donker wordt het hier niet, vooral rond 21 juni).
– persoonlijke apotheek: rekverband, steriele doekjes, ontsmettingsmiddel, wondpleisters, schaartje, sporttape, Compeed, Ibuprofen, Dafalgan, Cirrus (tegen neusloop) Imodium (Generisch: Loperadomine tegen diaree (als het reeds te laat is L), Enterol of Antedia (preventief ter voorkoming van diaree J).
– reserve plasticzakken
– naald en draad
– tube handwaszeep (1 voor 2 personen)
– GSM (dekking niet overal verzekerd) of een Spot Gen 3 of soortgelijk toestel.
– oriëntatiemiddelen: stafkaarten (zie hoger), kompas en/of GPS.
Andere uitrusting specifiek voor de tentrekkers:
– 3 tot 4-seizoens tent van een gekend merk, bestand tegen winden tot 100 km/h en lichte sneeuwlast. (Heden gebruik ik een Hilleberg Akto met footprint (1,85 kg) (Avventura 450€ Engelse internet shops: vanaf 370€)
– Onderzeil of footprint met een schotelvodje voor schoonmaak
– Een slaapzak met een comforttemperatuur van zeker -5°C (Slaapzak Carinthia bags (20 jaar oud Extreem -16°C, 1,6 kg)
– Waterdichte compressiezak (Sea to Summit, Large) voor slaapzak, zeker indien je die buiten op de rugzak draagt (De Waele Camping Relax Lochristi) (28€).
– Slaapmat 8mm of Thermarest Neoair R(51 x 183 x 6,3cm) (410gr) (Decathlon 125€)
– Kookvuur:
Qua brandstof verkies ik nog steeds alcohol, maar ben ik nu overgeschakeld van een 25 jaar oude Trangia op een modernere Esbit CS985H-EX (310gr) (esbit.de) (www.campz.be) met vlamverdeler, type pocketrocket. Hij is sneller en lichter dan de Trangia. Voor buitengebruik maak je best 2 windschermpjes uit de zijwand van 330ml drankblikken. Die wegen niets en passen perfect in de brandervoet. Een gasflesje koop je steeds vol en moet je vol meedragen bij de start. Alcohol kan je perfect doseren en in een aangepast klein plastic flesje gieten. Een alcoholbrander vind je niet meer in de reguliere buitensportzaken, maar enkel nog via www.camp.be (waarschijnlijk te goed, te goedkoop en te weinig reserveonderdelen nodig ;-)). Methanol (brandt zuiverder dan de ethanol verkrijgbaar in Scandinavië). Verder gebruik een afgezaagde plastic lepel. Meer heb je niet nodig om een gevriesdroogde maaltijd te eten. Het argument dat alcohol een lage calorische waarde heeft is theoretisch juist, maar in praktijk onzin,gezien jet om een gevriesdroogde maaltijd op te warmen echt niet veel nodig hebt: 30ml ’s avonds voor een volle portie, 25ml ’s ochtends voor een halve portie, gebruik een 50ml injectiespuit (Rohloff oliewisselset of apotheek) met een plastic slangetje dat voldoende lang is voor de gebruikte brandstoffles.
– Zakmes, lucifers in een filmblikje met de zijkant van het doosje erin, een schuursponsje, een schotelvodje en wat afwaszeep.
–Rugzak van ca. 80 liter. Ikzelf gebruik nog steeds een 20 jaar oude frame rugzak van Bergans, die nog steeds gemaakt wordt (bergans.com) . Binnenin steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi. Voor de lichtgewicht fanaten met een stevige buidel heb je ook de Ula Epic: 330€, verkrijgbaar via www.packraftstore.de
Andere uitrusting specifiek voor de huttentrekkers:
– Rugzak van ca 60L(Quecha Symbium 60 van Decathlon) Ondanks dat er bij die rugzak een regenhoes zit, steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi.
– Lakenzak type jeugdherberg eventueel in zijde
– Lucifers
Risico’s bij het waden en gebruik van wandelstokken:
Tot mijn verbazing diende ik vast te stellen dat vrij veel trekkers hier rondlopen met slechts één of totaal geen stokken. Voor mij is dit onbegrijpelijk, vooral bij het dwarsen van rivieren. Gezien ik slechts één nacht te maken had met regen, gevolgd door 14 dagen zonder regen, moet ik er vanuit gaan dat de stand van de rivieren eerder laag was. Indien je hier eerder op het seizoen komt terwijl er nog meer smeltwater van de bergen komt, zal de waterstand in de rivieren hoger zijn. Ook in periodes van aanhoudende regen kan de stand van deze rivieren substantieel doen stijgen. Dit kan resulteren in hogere waterstanden en dus een grotere moeilijkheidsgraad bij het dwarsen van de betrokken rivieren. Om dat dan te doen zonder gebruikt te maken van stokken lijkt mij niet voorzichtig. De stenen in rivieren zijn vaak glad en het hoge rugzakgewicht verstoor je natuurlijke evenwichtsgevoel. Het vertraagt in elk geval de reactie op verstoringen van het evenwicht, wat kan resulteren in een val in de rivier.
Ik heb het al zien gebeuren, maar ben er gelukkig zelf nog van gespaard gebleven. Alleen al het feit dat de kleren op je lichaam nat worden, zonder dat je die onmiddellijk kan drogen, noodzaakt het bezit van een droog stel en een droge rugzak inhoud. De afkoelende factor van de wind mag in deze streken niet onderschat worden.
De risico’s bij het waden zo laag mogelijk houden is van zeer groot belang, net zoals het waterdicht verpakken van cruciale onderdelen van de persoonlijke uitrusting. Het feit dat de hutten enkel toegankelijk zijn voor personen in het bezit van een sleutel, is ook een bemoeilijkende factor, waar terdege rekening mee moet gehouden worden. Enkel onder de bomenlijn is het mogelijk om vuur te maken, indien je over de nodige uitrusting beschikt. De fjäll zelf is boomloos en de afstanden zijn groot.
Wanneer in de beschrijving gewag gemaakt wordt van een “gemakkelijke” doorwading, heeft dit steeds betrekking op het gebruik van schoeisel met een verhoogde schacht (20cm). Bij gebruik van normale bergschoenen zal zelfs bij dergelijke rivieren van schoeisel moeten gewisseld worden, indien je ze droog wenst te houden van binnen.
Noorse hutten:
Noorse hutten verschillen in grote mate van de hutten in de Alpen. Enerzijds zijn de meeste eigendom van de Noorse Turistforeningen DNT. Je slaapt hier in principe steeds in een individueel bed.
De hutten worden verwarmd met hout. Deze brandstoffen worden steeds voor het ganse jaar aangevoerd in de winter door middel van sledes achter sneeuwscooters. Bij de hutten die met hout kachels gestookt worden is er een droogrek boven de houtkachel in de gemeenschappelijke ruimte. In sommige hutten moet het hout nog gezaagd en/of gekliefd worden. Als je daar niet mee vertrouwd bent, laat je dat beter over aan de Scandinaviërs. Bij hen zit dat in de genen. Indien je toch toevallig alleen voor deze taak zou staan, weet dan dat je een houtvuur hier start met de schors van berkenbomen, die gemakkelijk loskomt van de stam. Dit werkt zowat als een Zip blokje. Daarboven kleiner takken en dan pas de stammen.
Koken gebeurt steeds op gas. Meestal liggen er wel lucifers, maar het is handig als je er zelf ook bij hebt (just in case). Er zijn potten, bestek, borden en glazen. Water wordt met emmers uit de beek gehaald. De emmers voor het vuil water zijn gemerkt.
Er staat meestal buiten op een centrale plaats een boom met wegwijzers, met pictogrammen of aanduidingen als: ‘Vann’ voor vers water uit de rivier, ‘Toiletten zijn aangeduid met een icoon met een deur met een hartje. Behalve in de Fjällstations zijn het droogtoiletten of hudo’s.
Je wordt dus ook verondersteld je steentje bij te dragen tot het onderhoud van de hut, zoals het aanbrengen van vers water, het wegbrengen van het vuil water, het afwassen van de spullen die je gebruikt hebt en het vegen van de vloer.
Verwacht voor hier overige geen service, behalve in de Fjällstations, waar je restaurant service hebt tegen stevige Noorse prijzen.
Voor de hutten in beheer van DNT, heb je een lidkaart van de Noorse Turistforeningen DNT nodig. Zij aanvaarden geen lidmaatschap van andere bergsportverenigingen.
Gebruikte GPS-symbolen:
- Openbaar vervoer (bushalte): treinstation of bushalte
- Logies (groen bed): STF fjällstation of een officiële hut van STF of SNV
- Hut (bruin tuinhuis): windschuilhut (overnachten mogelijk in geval van “nood”)
- Camping (groene tent): bruikbare vrije kampeerplaats met “drinkbaar” water in de buurt.
- Toilet (man/vrouw symbool, wit op blauw): (meestal) droogtoilet
- Top (bruine berg met witte top): bergtop, pas of ander hoogste punt in het terrein
- Begin wandelpad (blauwe wandelaar): wegwijzer of splitsing van 2 paden
- Rode vlag: opvallende markering op het terrein, meestal cairne
- Boothelling: overzet (betalend) over meer
- Brug: hang- of statische brug van enige omvang
- Overtocht (geel andreaskruis): wad (brede maar ondiepe beek
- Visgebied (groene vis): smalle beek, normaal ondiep
- Schedel met gekruiste botten: breed en diep wad of ander gevaar
- Tolhuis (slagboom): grens nationaal park of rendieromheining
- Informatie (i): informatiepaneel
- Kerk: religieus gebouw van de Sami of bezinningsplaats
Voeding:
Volgens de voedingsleer zou je voeding een verhouding van 15% proteïnen, 30% vet en 55% koolhydraten moeten bevatten Voor sommige sporten gaat men zelfs tot 70% koolhydraten.
Hou echter rekening met het feit dat vet meer calorieën bevat voor eenzelfde gewicht voeding.
Mijn menu is zodanig samengesteld dat ik in principe alles wat ik onderweg moet eten, los uit de hand kan eten. Dit is handig bij slechte weersomstandigheden en spaart bovendien gewicht uit aan verpakkingsmaterialen, besteken, enz…
Mijn dagrantsoen voor onderweg stop ik per dag in een afzonderlijke plastic zak. Als het dan regent, steek ik die zak op de plaats waar ik anders mijn regenjas steek, zodat de rugzak niet telkens open moet, wanneer je je energiepeil wat wilt aanvullen.
Ikzelf weeg ca. 74 kg. Wie zwaarder is, zal in verhouding iets meer nodig hebben.
Een menu moet voldoende gevarieerd zijn en moet uiteraard voor jou aanvaardbaar zijn.
Weet echter dat ik thuis ook wel iets anders eet dan dit.
Veel sportvoeding vermeldt reeds de samenstelling. Indien je deze niet terugvindt op de verpakking, zal je gebruik moeten maken van een algemene lijst met de samenstelling van voedingsmiddelen. Die vind je terug in een boek over dieetleer in de bibliotheek of op het internet. Als je weet dat 1gr proteïnen of eiwitten overeenkomt met 17 kJ of 4kcal, 1 gr vet met 38 kJ of 9 kcal en 1 gr koolhydraten met 17 kJ of 4 kcal, dan kan je zelf aan de slag.
Naam: | Gr.: | Prot./
100gr: |
K.hydr./100gr: | Vet/
100gr: |
Cal/
100gr: |
KJ/
100gr: |
Tot Cal: | Tot KJ: |
Peperkoek | 80 | 3 | 73 | 1 | 258 | 1088 | 206,4 | 870,4 |
Energie Bar | 80 | 5,4 | 72,3 | 9,2 | 392 | 1653 | 313,6 | 1322,4 |
Chocolade noten | 80 | 9,2 | 49,7 | 36 | 445,6 | 1856 | 356,48 | 1484,8 |
Snickers (Foré) | 90 | 9,5 | 58 | 26 | 509 | 2128 | 458,1 | 1915,2 |
Salami | 100 | 30 | 2 | 43 | 515 | 2135 | 515 | 2135 |
Gouda | 105 | 25 | 0 | 30 | 370 | 1535 | 388,5 | 1611,75 |
Vriesdroog | 240 | 16,8 | 56,6 | 11,9 | 403 | 1697 | 967,2 | 4072,8 |
Totaal: | 775 | 3205,28 | 13412,35 |
De chocolade is meestal van Ritter Sport (Makro). Alternatieven vind je ook bij Lidl of Aldi.
Energy Bars vind je soms bij Aldi, maar in elk geval vind je die van Isostar bij Makro of sportzaken. Foré (namaak Snickers) vind je bij Aldi. Koop harde Muesli repen en geen zachte, want daar blijft niet veel van over na een verblijf in je rugzak. Of je moet ze in een doos steken en dat weegt weer extra. Ik heb die heden vervangen door peperkoek (Aldi), individueel verpakt per 2 sneden.
Het merk met de grootste keuze in gevriesdroogde maaltijden is op dit ogenblik Trek’n Eat (trekneat.com) , een ondermerk van de Katadyn groep (www.katadyn.com) , vooral bekend van de waterfilters, maar ook de Optimus vuurtjes (www.optimusstoves.com) vallen onder hun groep.
Praktisch:
Je eten sleur je dus mee in functie van de volledige tocht. Dit deel van de tocht heeft normaal 10 etappes. Ik werkte hem af in 8 dagen, waarbij 2 maal drie hutten in 2 dagen werden afgewerkt. Hoe korter je onderweg bent, hoe minder eten je moet meedragen. 2 dagen uitsparen betekent ruim 1,5 kg aan eten dat je minder moet meedragen. Ervaring inzake je eigen calorisch verbruik is dus belangrijk als je een dergelijke tocht wil aanvatten. Ikzelf ben vertrokken met 21kg.
Sami Highway:
Vroeger verplaatsten de Sami zich in de winter per langlaufski of rendierslede. Later kwam er de snowscooter. Je kapt gewoon een gang in het bos en je hebt in de winter een vrije doorgang. Resultaat was dat men alle zware transport in de winter deed en dat ze zich in de zomer meestal beperkten tot verplaatsing van personen. Occasioneel zag je al eens een terreinmotorfiets. Maar met de uitvinding van de Quad lijken zowat alle remmen losgeslagen te zijn. Ik heb Quads al zien gebruiken door jagers om een geschoten eland uit het bos te halen, waarbij deze nog eens voorzien was van sneeuwkettingen rond de banden voor extra grip.
Als je die Quad dan ook nog eens gaat gebruiken op de Fjall, een vaak drassig en kwetsbaar terrein, dan is de erosieschade op lange termijn niet te overzien.
De typische kenmerken van deze Sami Highway zijn dan ook diepe geulen van modder. En als die te diep worden… dan maak je toch gewoon een nieuw pad… met je Quad L.
De quad heeft in 10 jaar gedaan gekregen waar wandelaars eeuwen voor nodig gehad hebben, namelijk blijvende sporen te maken in het landschap. Het feit dat zowel de Sami-gemeenschap als de Zweedse/Noorse overheden dit hebben toegelaten, stemt tot nadenken. Al die eeuwen is het gelukt zonder sporen na te laten in het landschap, door de zwaarste transporten uit te voeren in de winter, over de sneeuw, wanneer de sporen van de sneeuwscooters verdwijnen, samen met de wegsmeltende sneeuw. In de hier en nu tijden vindt men blijkbaar dat transporten het hele jaar door moeten kunnen, zelfs als dit permanente schade oplevert voor de natuur en het landschap…. En de dubbele houten quadsporen in het park… zijn als een pleister op een houten been….
Tochtbeschrijving:
Inleiding:
In het uiterste noorden van Zweden, en dus volop in het rijk van de middernachtzon, gekleefd tegen de Noorse en Finse grens, vind je het Nordkalottleden. Het deel tussen Kilpisjarvi en de E10 (Abisko) leg je af in een achttal stapdagen 175km te voet.
Wie van zuid naar noord trekt, passeert achtereenvolgend het Ovre Divdal Nationaal Park, het drielandenpunt Treriksroset en tenslotte het Malla Natuurpark.
Waarom wil nu iemand eerst 3200 km ver reizen, om dan ook nog regen en muggen te moeten trotseren, terwijl de Alpen toch zo praktisch dichtbij zijn? Misschien omdat die Alpen voor zoveel mensen gemakkelijk te bereiken zijn, dat men er een toeristische industrie heeft kunnen uitbouwen, dat het voor iemand met een beetje pioniersgeest niet meer leuk is.
Dit pad is een goed alternatief voor wie tochten als Kungsleden en Padjelanta reeds op zijn of haar palmares staan heeft. Er zijn onderweg geen bevoorradingspunten op dit deel van het Nordkalottleden, waardoor je meer gewicht zal moeten meedragen. Het pad is ook iets minder glad gepolierd en tegenwoordig vooral minder breed dan Kungsleden. Je krijgt dus beduidend meer te maken met modder, waardoor je kan hier niet terecht kan met normale bergschoenen, tenzij je natte voeten voor lief neemt.
Keuze looprichting:
De meeste mensen lopen de Nordkalottleden van Kilpisjarvi naar Abisko, omdat de gids dit pad in de noord-zuid richting beschrijft. Psychologisch is het leuker om Treriksroset als einddoel en orgelpunt te hebben. Een belangrijke reden om van zuid naar noord te lopen, is de overheersende windrichting. Wie van noord naar zuid loopt, zal de wind in zijn gezicht hebben en bij een windsnelheid van ca 80km/u is dat geen pretje.
Dag 1: E10 – Lappjordhytta (9,6km +550 –360 – ZR:3u15’ – MR:4u00’)
Wie zijn voertuig parkeerde op de toeristenparking in Narvik, loopt terug naar het shopping center en daalt af langs de trap buitenom naar de parking en het busstation. Hier vertrekt op weekdagen om 09.30u een bus richting Kiruna. In het weekend rijden er ook bussen, maar zijn de uren anders. Omstreeks 10.45u bereik je Björkliden. Zowat 4km voor Björkliden dwarst het Nordkallotleden de E10. Het deel tussen de E10 en Björkliden en vervolgens Abisko is niet van die aard dat het uitnodigt om dit te lopen, tenzij je absoluut alles te voet wil doen.
Als je met de auto uit de richting Kiruna gekomen bent, memoriseer je de plaats waar je wil afstappen. De meeste buschauffeurs weten wel dat daar een pad de E10 dwarst, omdat ze daar al mensen afgezet of opgeladen hebben, maar ze kennen niet steeds de benaming Nordkallotleden. Wie terugkeert richting Narvik heeft de luxe dat er een parking is, vlak aan het pad. Wie wil meerijden richting Kiruna, dient ca 200m richting Narvik lopen naar de parkeerplaats aan de overzijde van de weg. Officieel zijn dit geen haltes, maar je kan er probleemloos de bus wenken of vragen dat men je er afzet.
Het eerste deel van de Nordkallotleden kan de vergelijking doorstaan met Kungsleden of Padjelantaleden (niet helemaal, maar close…). Er liggen veel planken. De stukken modder zijn beperkt en alles is perfect gemarkeerd. Het pad gaat wel heel erg veel op en af en dat maakt het lastig met een volle rugzak.
Een eerste mogelijke kampeerplaats vind je aan de eerste brug. Wie het hier te lawaaierig vindt, kan tot net boven de bomenlijn klimmen. Dat zorgt ook weer voor minder muggen.
De volgende mogelijkheid tot kamperen vind je pas aan de Zweedse Palnostugan.
Palnostugan (STF): ca. 4 bedden – N68 29 35.5 E18 36 54.0
2km verder bereik je de Noorse grens, en dan valt echt op hoe groot het verschil is tussen Zweden en Noorwegen inzake wandelcultuur. Je loopt naar de opvallende gele grenssteen en dan plots niets meer. Wanneer je erg goed begint te kijken zie je iets wat voor een pad moet doorgaan en iets dat op cairnes of steenmannetjes moet gelijken. Verf hebben ze in de laatste 10 jaar niet gezien. Vergeet dus maar die helder rode T’s van in de foldertjes. Zoek naar grijze stenen in een hoofdzakelijk grijs landschap. Wie goed kijkt ziet de Noorse hut staan op de helling. Na een kort stukje vlak, vat je de vrij brute klim aan.
Gedaan met de loopplankjes over modderige stukken. Gedaan met Zweedse verwennerij. Voor een land dat het grootste pensioenfonds ter wereld heeft, kunnen de Noren verrassend moeilijk scheiden van hun geld. In België heeft men ooit eens berekent dat een investering van1€ in wandel- of fietsinfrastructuur 40€ oplevert. Of de verhouding voor Noorwegen opgaat is me onbekend, maar een verbeterde wandelinfrastructuur en een meer toegankelijk huttennetwerk zou de bezoekersaantallen zeker kunnen verhogen, vooral in de minder populaire regio’s. Als het nuttig is voor de Sami, is er plotseling wel weer geld (Zie Sami Highway).
Eenmaal aan de Noorse Lappjordhytta (DNT) kreeg ik krampen in mijn benen. Blijkbaar had mijn lichaam moeite om te wennen aan het gewicht van mijn rugzak in combinatie met het onregelmatige terrein. Bij aankomst aan de hut was deze verlaten. Gezien er vlak bij de eerste hut 2 vuurhaarden waren, heb ik mijn tent opgesteld vlak bij de hut.
Wat later kwam er toch iemand opdagen, die verklaarde een vrijwilliger te zijn van DNT, die instond voor de controle van de hutten. Ik kreeg een opmerking over het feit dat je niet mag kamperen binnen een afstand van 200m omwille van de brandveiligheid. Dit zou in de hut vermeld zijn. Hoe je dat moet weten, als je geen sleutel hebt van de hut kon hij er niet bij vertellen. En toen ik hem fijntjes wees op de aanwezigheid van de 2 vuurhaarden, waarvan 1 op minder dan 10m van de hut, moet hij ook een antwoord schuldig blijven.
Lappjordhytta (DNT): 14 bedden – N68 30 50.1 E18 37 52.9
Dag 2: Lappjordhytta – Altevasshytta (25km +810 -810 – ZR: 7u00 MR 9u00)
Na een nacht met veel regen, kan ik toch mijn tent droog inpakken. Wie langer in zijn bed bleef liggen, had minder geluk. In de voormiddag was het weer nog miezerig. Na de middag klaarde het uit, maar bleef stevig waaien. Gelukkig had ik de wind in de rug.
In de lagere delen, waar er nog begroeiing is, is het pad ingesleten in het terrein. Maar eenmaal je in de meer rotsachtige zone komt, wordt het pad minde duidelijk. Het is zoeken naar de ongeverfde cairnes. In miezerige weersomstandigheden in een grijze omgeving zoeken naar eveneens grijze cairnes is niet eenvoudig. Vooral bij kleine richtingsveranderingen wordt het soms moeilijk. Gelukkig helpt de GPS om de richting te bepalen, waarin je de cairnes moet zoeken.
Je klimt van een hoogte van ca 550m naar 950m. Vervolgens daal je af de vallei van de Riksojohka op een hoogte van ca 830m. Hier moet je eerst een zijrivier van de Riksojohka (NKL2014) dwarsen en vervolgens de hoofdrivier (NKL2013). Beiden zijn moeilijk. De hoofdrivier is nog iets moeilijker dan de zijrivier. Zeker de hoofdrivier zou ik niet meer dwarsen op de opgegeven plaats, maar iets eerder, gezien hij daar breder is. Meestal is de rivier het ondiepst waar hij het breedste is. Ook een bruikbaar patroon van hoge stenen kan behulpzaam zijn bij het dwarsen van de rivier. Het is belangrijk om die patronen te leren lezen.
Na deze doorwadingen klim je terug naar een niveau van 975m. Hier vind je aan de overzijde van de vallei meerdere hutten van de Sami behorende bij de Boazo-ai Reingjerde. Vervolgens daal je af tot aan het stuwmeer Altevatnet, op een hoogte van ca 485m. In de loop van de lange afdaling, dien je nog 2 moeilijkere doorwadingen te doen van zijrivieren van de Saloasjakka. De derde doorwading is iets lichter.
Vanaf de tweede doorwading zal je quadsporen zien, afkomstig van de Boazo-ai Reingjerde, die soms samenvallen met het pad, wat tot vervelende situaties kan leiden. Uiteraard is er ook de visuele schade aan het landschap. Bij de derde doorwading zijn er ook kunstgrepen gebeurd met stenen en paletten, die als hulp moeten dienen voor de quads om de zijrivier te kunnen dwarsen. Vanaf NKL2006 gaat het quadspoor over in een grindweg. Deze leidt naar de dam van het Altevatnet. Je vindt hier een brug (NKL2004) voor lichte voertuigen, die je kan gebruiken als de waterstand in de afwateringsrivier te hoog is.
Eenmaal op het asfalt, vind je een wegwijzer naar de Altevasshytta (NKL2000). Je gaat schuin omhoog en bereikt een grote grindparking met een toilet (open en net). Op de parking neem je de laagste weg en volgt deze tot aan de Altevasshytta.
Altevasshytta (DNT): 17 bedden N68 39 48.1 E18 53 25.2
Dag 03 NKL18-19: Altevasshytta – Cacca (rivier) (21km +750m -400m – ZR: 6u20 MR: 9u)
50m voorbij de Altevasshytta vind je een quadbrug. Net voorbij de brug is er een ongemarkeerde splitsing. Hier ga je links. Wat verder vind je toch rode markeringen van een DNT pad. Nog 100m verder vind je een mogelijke kampeerplaats. Vanaf hier tot de grens met Zweden zijn de markering op het terrein goed.
In de zone langs het Altevasshytta vind je veel vakantiehuisjes. Blijkbaar hebben die niet graag pottenkijkers en dus heeft men een pad gecreëerd weg van deze zone. In de zone langs de rivier zijn er beperkte drassige passages. Vlak voor de monding van de rivier vind je een voetgangersbrug (NKL1906). Na de brug gaat het langs de rivier naar links om dan in oostelijke richting verder te gaan. Ook hier krijg je als wandelaar te maken met een quadspoor, dat storend is.
Op de slechtste plaatsen is men overgegaan tot het plaatsen van dubbele houten rijsporen om een verdere beschadiging van de bodem te voorkomen. Het blijft een droevig zicht.
Bij GPS NKL1905 verlaat je definitief het quadspoor en bereik je via een pad twee houten bruggen (NKL1904). Een kilometer voorbij de brug vind je een aantal bruikbare kampeerplaatsen. Voorbij deze bruggen vind je zowaar houten voetbruggen over drassige gedeelten. Het volgende deel is lastig beloopbaar. Dat is typisch voor trajecten die door beboste delen verlopen. Bij NKL1901 vind je een brug over de Luodnajåkka. Een kilometer verder vind je de Gaskashytta (NKL1900).
Gaskashytta (DNT): 2 hutten met samen 18 bedden – N68 39 32.0 E19 07 13.4
Aan de wegwijzer ga je naar links. Na 100m kom je aan een onzichtbaar geworden splitsing. Het pad gaat naar rechts richting rivier, die je dwarst via een brug, gelegd op 25/06/13. (NKL1806). Vlak voor de brug kan je kamperen. Bij GPS NKL1805 (Niet zichtbare splitsing) komen het oude/winterpad terug samen met de actuele route.
Wie niet tot aan de volgende kampeerlocaties wil lopen in het stroomgebied van de Cacca wil lopen (4uur vanaf de Gaskashytta), moet in de Gaskasvaggi nog een plaats zoeken, want langs de bovenloop van de Gaskasjakka is dit zo goed als onmogelijk voor de punten NKL1804 Cacca (Einde rotszone, smalle plaats achter rotsrichel +1m hoog) of NKL1803 (Geruimde plaats met laag rotsmuurtje). Je zit hier op zowat 1000m hoogte en als er veel wind staat (+80km/u), is het schuilen voor het geweld van de wind. Alle haringen waren gezekerd met bijkomende stenen. Veel moet je niet slapen in dergelijke omstandigheden, zelfs al sta je achter een natuurlijke muur…)
Dag 04 NKL17-18: Cacca (rivier) – Dividalshytta (27km +600m -950m – ZR: 8u15’ MR: 9u30’)
Vanaf de mogelijke kampeerplaats bij GPS NKL1804 Cacca is het pad veel aangenamer en zijn er relatief weinig problemen. Je volgt de bovenloop van de Cacca en achtereenvolgens loop je langs de meren Vuolimus Gaibajvrrit, Gaskkamus Gaibajvrrit & Geibbajohka. Aan het einde ervan vind je veel plaatsen om te kamperen (NKL1801). Na 2u20’ bereik je de NKL1800 Vuomahytta (DNT).
Vuomahytta (DNT): 2 hutten met samen 20 bedden – N68 40 20.4 E19 29 12.6
Deze hut is populair bij vissers.
Aan de hut sla je bij de wegwijzer links af en vat je een klein klimmetje aan, om al snel af te dalen in de vallei van de Anjavasselva. Hier staan berken en het stappen is hier beduidend lastiger dan in de boomloze fjäll. Het blijft lastig tot aan de brug over de Vumajohka (NKL1711). Hier vind je een min of meer officiele kampplaats met bank en vuurhaar, maar ook muggen (NKL1710). Je kan beter de brug dwarsen en kamperen aan de splitsing van het “Ny Sti” (NKL1709 WW Nieuw pad).
Het nieuwe pad loopt dichter tegen de rivier dan het oude en loopt veel vlotter dan het voorafgaande deel. Er werden zelfs twee langere trajecten door moerasgebieden voorzien van loopplanken, wat eerder uitzonderlijk is in Noorwegen. Bij GPS NKL1707 vind je nog een leuke kampeerplaats, maar verder zal je moeten wachten tot aan de Dividalshytta (DNT – NKL1700).
Bij GPS NKL1706 Splitsing NY STI kom je terug op het oude traject. Hier zou ook een verbinding mogelijk moeten zijn met het wad bij GPS NKL1702. Dit is weliswaar 2km korter dan langs de brug, maar in tegenstelling tot voor wie van de andere kant komt, heb je niet onmiddellijk zicht op de waterstand. Ik ben braaf het wat grillige pad naar de brug (NKL1704) gevolgd. Men heeft zelfs een soort houten trap gemaakt om de afdaling naar de brug te vergemakkelijken, maar men had beter wat meer energie gestoken om het begin van het pad naar de Dividalshytta.
Het eerste deel van het pad naar de Dividalshytta (DNT), naast de rivier, is behoorlijk schandalig: slecht gemarkeerd en zeer drassig. Als je zelfs de Noren zelf begint voorbij te steken, dan weet je het wel….
Eenmaal het pad weg van de rivier draait en de klim aanvat, wordt het in elk geval droger, maar het blijft nog steeds redelijk zwak gemarkeerd. Je klimt zowat 250m naar de hut en dat over een afstand van 4km.
In de directe omgeving van de hut is er een zeer open gebied, waardoor je er gemakkelijk kan kamperen. Ikzelf zette mijn tent recht aan de vuurplaats. Let wel op als je water pakt: doe dit bovenstrooms van de brug, want de brug blijkt de wasplaats te zijn voor de huttrekkers.
Dividalshytta (DNT): 2 hutten met samen 20 bedden – N68 40 30.9 E19 49 20.9
Dag 05 NKL16: Dividalshytta – Daertahytta: 24km +900 -750m – ZR: 7u00’ – MR: 9u00’
Wie niet opziet tegen een kilometer en 200 hoogtemeters extra, kan ook kamperen bij GPS NKL1614. Het pad klimt nog steil tot 900m en dan langzaam tot 975m om daarna terug af te dalen tot 680m. Hier vind je de brede waadplaats van de Skaktarjakka (NKL1609)
Aan het einde van het pad, vol je nog de oever tot de meeste voetstappen eindigen. Kijk naar de stenen in de rivierbedding en zoek een patroon van stenen die boven het water oppervlak uitsteken of dicht onder het wateroppervlak liggen om de Skaktarjakka te dwarsen. Zoals bij alle waadplaatsen die in dit verslag aangegeven zijn met een Andreaskruis zal dit met normaal schoeisel niet lukken. Maak gebruik van waadsandalen of schoeisel met verhoogde schacht (ca 20cm).
Na de Skaktarjakka rond je de Stuora Nanna(Namna), waarbij je klimt tot een hoogte van ca 800m. Je daalt terug af in een vlakte. Je rondt de Unna Namnas en vervolgens passeer je tussen twee meren. Deze zone is plaatselijk zeer drassig. Er liggen geen planken. Je moet dus goed uitkijken waar je loopt. Dan volgt er een tamelijk brute maar korte klim bergop. Je passeert via een pas tussen de Jalggohas en de Daccabakti. Vervolgens daal je weer af richting het Cievèèasjávri (meer). Onderweg dwars je 3 belangrijke rivieren. Bij de eerste dien je licht te waden, de tweede is zwaarder, de derde weer iets lichter. Bij deze laatste is er mogelijkheid tot kamperen. Je vervolgt je weg langs een snoer van meren tot vlak voor het Njárgajávri, alwaar je de uitloop dwarst. Vervolgens dwars je meerdere malen de zijrivier op weg naar de Daertahytta (DNT – NKL1600).
Daertahytta (DNT): 2 hutten met samen 18 bedden, capaciteit derde hut onbekend. Sporen van de aanleg van een ingegraven stroomkabel voor hydro-elektriciteit. Hut populair bij vissers. N68 49 10.8 E20 06 34.7
Dag 06 NKL15: Daertahytta – Moskanjavri: 26,5km +750 -900m – ZR: 9u30’ – MR: 10u00’
Je kan kamperen langs de rivier boven de hut, maar mooier is het om zowat een uur voorbij de hut te kamperen aan het Rákkasgurajávri (NKL1506). Dit meer ligt in een kleine kom en die verassend toegankelijk is qua landschap, ondanks een hoogte van 917m. Na het meer klim je naar een hoogte van 1050m. De afdaling gebeurt door een helling die volledige bedekt is met stenen. Op een hoogte van ca 950m doorwaad je probleemloos de Gassavaggejakka (NKL1505). Vervolgens loop je langs de noordelijke oever van twee meren. Aan de overzijde ervan zie je sneeuwvelden die tot aan het wateroppervlak reiken.
Na de meren daal je verder af en vergemakkelijkt het terrein. Je bereikt de Áslatjohka. Waden (NKL1504) doe je hier best 50m stroomopwaarts. Aan de overzijde vind je een wegwijzer, die het nieuwe pad aangeeft. Je gaat hier naar rechts en volgt de rivier gedurende 1km. Daarna gaat het pad verder in noordelijke richting en klimt over de Aslatvarri (NKL1502B).
Na de pas wordt de afdaling ingezet richting Rostahytta (DNT – NKL1500). Eerst dien je echter nog een zijrivier van de Rostaelva te doorwaden. Dit gaat echter zonder moeilijkheden. Vlak voor de samenkomst van het oude en het nieuwe pad (NKL1502), loopt dit laatste op een soort richel door het landschap. Wat de juiste reden voor de keuze voor dit nieuwe traject was, is niet te achterhalen. Vermoedelijk verliep het oude traject door drassiger terrein.
Na de samenkomst der paden daal je verder af naar de brug over de Rostaelva (NKL1501). De stroomversnellingen in de buurt van de brug zijn indrukwekkend. Aan de overzijde ga je rechts richting Rostahytta (DNT – NKL1500).
Rostahytta (DNT):
2 hutten met samen 20 bedden – N68 56 22.0 E20 01 35.7
Net voorbij de hut vind je de splitsing (NKL1419) tussen het pad naar de Gappohytta (DNT – NKL1420 – Noorwegen) en de Paltsa Fjallstuga (STF – NKL1400 – Zweden). De Noren zelf blijven liever in Noorwegen en dat kan vrij gemakkelijk. De Goldahytta ligt namelijk maar 4km van het drielandenpunt en de eindpunten op de E8 liggen ook relatief dicht bij elkaar. Op die manier kan je ook een rondwandeling van ca. 6 dagen maken.
Het Nordkalottleden kiest voor de Zweeds-Finse route, gezien dit beter aansluit op het vervolg van de toch. Je vervolgt je weg op de oever van de Rostaelva. Je vindt hier meerdere goede kampeerplaatsen. De laatste vind je net voorbij de brug over de Iselva (NKL1415), een zijrivier van de Rostaelva. Na de brug verwijdert het pad zich van de oever. Het verloopt door vrij gemakkelijk terrein.
Bij GPS NKL1415 vind je aan een vage splitsing een wegwijzer met de vermelding: Rostahytta 4,5 – Paltsastugan 14,5km. 2km verder vind je het wad van de uitloop van het Moskanjavri. Dit vraagt enige voorzichtigheid. Je kan hier kamperen (geliefd bij vissers). Na dit wad gaan het quadspoor en de cairnes soms uit elkaar om zich verderop weer samen te voegen. Dit gebeurt meerdere keren. Volg het quadspoor tot GPS NKL1411, alwaar je het quadspoor definitief verlaat voor een pad in noordoostelijke richting. Je rondt het Moskanjavri en bij GPS NKL1410A dwars je de toevoerrivier van het Moskanjavri. Bij GPS NKL1409 vind je een laatste en mooie kampeerplaats in een eenzame kom.
Dag 07 NKL13-14: Moskanjavri – Kuohkimajärvi: 22,5km +700 -900m – ZR: 9u00’ – MR: 9u30’
Vanaf het Moskanjavri, rond je een uitloper van de Juoksavatnjunni, waarbij je klimt om de horizonale afstand te verkorten. Het hoogste punt ligt een beetje voorbij de grens. Normaal zijn paden die naar de grens gaan in slechtere toestand dan andere, maar in dit geval valt dit reuze mee. Aan de Noorse kant is alles netjes gemarkeerd tot aan de grens. De Zweden hebben hier wel een steek laten vallen door alleen de noord-zuid richting te verven, waardoor de Zweedse cairnes iets minder opvallen.
Bij GPS NKL1408 verlaat je een opvallende richel in het landschap. In de afdaling vind je nog een mooie kampeerplaats bij GPS NKL1407. Ook aan de brug over de Bealcanjohka (NKL1404) vind je kampeergelegenheid. De Paltsa Fjallstuga (STF – NKL1400) is duidelijk zichtbaar in het landschap. De kleine hut dichter bij de rivier is die van de hutopzichter. 100m voor de hut vind je bij GPS NKL1402 nog een wegwijzer met bestemmingen langs de rivier: Gappohytta 11 km en Kummavuopio 24 en Keinovuopio 34km.
Paltsa Fjallstuga (STF):
Hut met 22 bedden, sauna, kleine hut voor stugvard (hutopzichter) – N68 58 27.2 E20 22 07.1
De hut is genoemd naar de waterval Paltsanjakka (NKL1403), die op 800m van de hut gelegen is.
Net voorbij de hut vind je nog een kleine wegwijzer, die de richting Treriksroset aangeeft. Al snel ga je het bos in en klim je tegen de helling op. Het pad is soms modderig. Eenmaal boven de bomenlijn vind je cairnes (NKL1319). Je klimt verder naar een hoogste punt bij GPS NKL1318A. Je daalt weer af naar een kom, alwaar je de uitloop van het meer Ruovddasvaggejavrrit (NKL1318) dwarst. Je kan hier ook kamperen. Vervolgens gaat het weer omhoog naar een pas (NKL1316A). Je daalt opnieuw af naar een kom, alwaar je de toevoerrivier van het Lahkunjoaskejavrrit dwarst via een brug (NKL1316).
Je gaat een derde keer omhoog richting een pas (NKL1314A). Onderweg dwars je een rivier via een bedding bestaande uit rotsplaat. Na de pas daal je definitief af. Bij GPS NKL1313 vind je de wegwijzer, die de splitsing tussen het pad naar het veer (rechts) en Treriksröset (links). Onderweg naar Treriksröset vind je meerdere bruikbare kampeerplaatsen, waaronder deze in de buurt van de brug (NKL1312) en deze op een heuveltje in het vlakke gedeelte (NKL1310) .
Nadat je de rendierafsluiting aan de grens gepasseerd bent, vind een wegwijzer, die je best negeert, gezien hij meer foute dan juist richtingen aangeeft. Zo geeft hij Treriksröset aan, maar, dit pad leidt enkel naar een punt op de Zweedse kant van het meer, waar je Treriksröset kan zien. Het enige pad dat ergens heen leidt is de brede en modderige quadweg langsheen het rendierhek. Je volgt dit naar rechts tot aan een volgende wegwijzer (NKL1305), deze keer op Finse grondgebied. Hier ga je rechtdoor naar het veer. Voor Treriksröset en alle andere richtingen, sla je hier links af. 150m verder vind je de afslag naar Treriksröset. Er is een volledig houten voetpad gebouwd naar en rond Treriksröset. 50m verder vind je de wegwijzer en afslag naar de Noorse Goldahytta (2,5km). Een weinig meter verder vind je op en schiereilandje een mooie kampeerplaats aan het meer Kuohkimajärvi. 100m verder vind je de afslag naar de Kuohkimajärvi hut (NKL1300 – SS – open)
Kuohkimajärvi hut (niet-betalend): 
Houten brits, zonder matrassen met plaats voor een achttal personen (afhankelijk van hoe dicht je op elkaar wil liggen J), 2-pits gasvuur beperkt aantal potten, houtkachel, houtvoorraad, tafel voor ca 6 personen, banken.
Nota: er is ook een betalende hut, die als weekendhuisje kan afgehuurd worden.
Dag 08 NKL12: Kuohkimajärvi – Kilpisjärvi: 12km +350 -300m – ZR: 3u30’ – MR: 4u00’
Vanaf de hut keer je terug naar het hoofdpad. Aldaar sla je rechts af en klim je langs het rendierhek omhoog. Er liggen hier en daar houten voetplanken om de drassige delen te overbruggen. Na iets meer dan een kilometer ga je op een hoogte van ca 535m weg van het rendierhek. Je stijgt nu langzamer diagonaal in de helling. Ook hier zijn er nog drassige plekken die gedeeltelijk met loopplanken overbrugd zijn. Eenmaal de boomzone verlaten is, ben je op een open plateau. Je dwarst 2 rivier. De tweede dwars je aan de basis van een waterval. Dit levert geen echte problemen op. Aan de overzijde vind je een wegwijzer: Kilpisjärvi 5,2km.
Vanaf de waterval klim je naar het hoogste punt, een pas aan de voet van de Iso Malla.
Vanaf dit punt volgt een getrapte afdaling van 4km tot aan de E8.
De route loopt niet links van het Siilasjavri, maar voorlangs het meer en dan achterlangs de Pikku Malla, een uitkijkberg voor dagjesmensen. Bij GPS NKL1210 bereik je een quadspoor dat je naar rechts volgt. Bij GPS NKL1209 bereik je de afslag naar de top van de Pikku Malla. De Nordkalottleden blijft aan de voet en gaat tussen berg en meer door. Eenmaal terug onder de boomgrens, zet het pad een verdere afdaling in. Je rondt de zuizijde van het meer en vervolgens dwars je de uitloop ervan via een brug (NKL1208 Uitloop Siilasjavri).
Je verlaat het bos en loopt aan de rand ervan evenwijdig met de E8 tot aan de parking van het Natuurpark Malla. Op het einde van de parking kan je ofwel de E8 dwarsen en via en pad naar Kilpisjärvi gaan. Het is echter gemakkelijker gewoon de autoluwe E8 te volgen tot Kilpisjärvi.
Na 2km bereik je het Kilpisjarven Retkeilykeskus (NKL1204). Je kan hier kamperen of overnachten in een kamer. Het restaurant is naar Scandinavische normen goedkoop. De pizza is eetbaar, vooral na 8 dagen gevriesdroogd eten en een sla uit de saladbar smaakt heerlijk.
Voor wie wil terugkeren richting Narvik stop de bus hier voor de deur om 17.00u (18.00u Finse tijd). Om 18.30u (Noorse tijd) kom je aan in Nordskjobotten. Enkel op zondag vertrekt de bus naar Narvik om 20.15u om aan te komen in Narvik om 23.25u. Op alle andere dagen is dit de volgende dag en die je te overnachten in Nordskjobotten. De prijzen in het hotel zijn op Noors niveau, zowel voor de kamer als voor het eten (www.vollangjestestue.no)