Wiener Höhenweg

Algemene info bij het reisverslag.

Wiener Höhenweg (Oostenrijk)

Streek: Kärnten

Traject:Wiener Höhenweg

Periode: 02/08/08 t/m 08/08/08

Reisgezelschap: twee Initiators Bergwandelen en één zestienjarige zonder ervaring, doch met een natuurlijke aanleg voor bergwandelen

Transport:heen: met de wagen via Duitsland naar Oostenrijk

Terug: idem.

Openbaar vervoer: Je kan met Eurolines tot Munchen en vervolgens per trein tot Lienz en vandaar per postbus naar je vertrekplaats.

Logies: berghutten tijdens de tocht (max 35 € HP ppn) verdere info, zie verslag.

Reizen kost: ca. 35 tot 50 € per dag (voor overnachting, ontbijt en avondmaal)

Betalingswijze:

  • cash
  • Visa (opgelet, wordt moeilijk aanvaard, gezien de kleine bedragen.)

Reisliteratuur:

Wandelgids:  Der Wiener Höhenweg (Uitgeven door Nationalpark Region Hohe Tauern – Kärnten, Döllach 1, A-9843 Grosskirchheim, Oostenrijk of via www.tauernalpin.at      of info@tauernalpin.at

Stafkaart:

Alpenvereinskarte

  • Nr. 40: Grossglocknergruppe (1/25.000)
  • Nr. 41: Schobergruppe (1/25.000)

Internet:

www.eurolines.be

www.oebb.at

www.postbus.at  

www.rother.de

www.alpenverein.de

www.berghutten.be

www.meteoalpin.com

www.kompass.at

www.alpenverein.at

www.tauernalpin.at

Der Wienerhöhenweg

Inleiding:

Deze tocht is niet zeer lang en ook de dagtrajecten zijn niet zeer lang, maar toch valt hij niet te onderschatten. Er wordt een grote mate van staptechniek vereist en een goede vertrouwdheid met de omgang met staalkabel zekeringen. Dit geldt vooral voor de koninginnenetappe, zijnde die over de Hornscharte. Ik heb hier en Duits gezin met kinderen zien afhaken.

Fysieke voorbereiding:

Hoe beter je fysieke conditie bij het vertrek, hoe groter de kans is, dat je van je reis zal kunnen genieten. Misschien heeft het bij mij met het toenemen der jaren te maken, maar ik geraak steeds meer overtuigd van de noodzaak van  een goede fysieke voorbereiding. Wandelen in de Ardennen is goed, maar het gevoel van een klim of afdaling van 1000m non-stop kan je er toch niet evenaren. Een bij de Klim- & Bergsportfederatie gewaardeerde kuitenbijter is het GR traject Bouillon-Vresse, waar je qua stijgings- en dalingsmeters aardig in de buurt komt.

Vandaar dat de eerste dag, die door ons werd overgeslagen werd, gezien wij over twee voertuigen beschikten, sterk aan te raden is.

Uitrusting en voeding:

Kledij op het lichaam:

– schoenen: bergschoenen van het type B tot C (La Sportiva Evo Trek) bij voorkeur van een gekend merk en liefst in combinatie met een onderlaag in Gore-tex.

– stel sokken: bij voorkeur 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax)

– trekkersbroek, eventueel met afritsbare pijpen of traditionele kniebroek, bij voorkeur in een waterafstotende en/of sneldrogende kwaliteit.

– synthetisch ondergoed: slip (mijn voorkeur gaat naar de microvezel van Nur Die) en T-shirt met lange of korte mouwen ( te koop: soms in Aldi, altijd in Decathlon of de klassieke buitensportzaken)

– lichte fleece

– zonnehoedje

 

Kledij in de rugzak:

– zware fleece, liefst met windstopper (ook reeds te koop in Aldi)

– Gore-tex jas met kap of hoed, in combinatie met een regenhoed. (Gore-tex geniet nog steeds de voorkeur, maar wie afgeschrikt wordt door de hoge aanschafprijs kan voor redelijke alternatieven terecht bij Decathlon)

– een zonnebril met hoge filteringsgraad, zonnecrème (beschermingsfactor 20 of hoger) en eventueel lippenzalf met beschermingsfactor)

– reserve synthetisch T-shirt en slip

– stel reserve sokken

– lichte droge reserve kledij voor in de hut en eventuele hutten pantoffels (soms te vinden in de hutten of anders loop je gewoon op je sokken op de gladde houten vloeren)

 

Andere uitrusting:

– telescopische wandelstokken (ontlasten de knieën bij het dalen) Koop bij voorkeur stokken van de merken Leki of Komperdell. Besteed aandacht aan het materiaal van de handgrepen (geen hard plastic) en mijd vooral stokken met een gesp in de polslus. Bij langdurig gebruik gaat die gesp irriteren.

– rugzak van ca. 60 liter (Quecha Symbium 60 van Decathlon) Ondanks dat er bij die rugzak een regenhoes zit, steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi.

– een zijde slaapzak (Sea to Summit)

– 1 handdoek van 40 x 80 cm, bij voorkeur in microvezel (droogt sneller en geeft minder geur af, wanneer hij niet goed gedroogd kan worden. Reeds verkrijgbaar bij Aldi)

– 1 washandje met een klein busje douchezeep en shampoo, een reistandenborstel met kleine tube tandpasta (een bijna lege tube sparen voor op reis kan ook), een stick scheerzeep en wegwerpmesjes of reisscheerapparaat op batterijen.

– een paar pakjes papieren zakdoekjes, doet dubbel dienst als toiletpapier

– drinkbussen of een drinkzak met slang met een gezamenlijke inhoud van 2 à 3 liter (reken zeker in de zomer niet te veel op water onderweg)

– voor wie het extra gewicht wil dragen: inox thermos met een aantal zakjes thee, soep of oploskoffie. Geen brander, warm water kan je in de hut krijgen tegen betaling

– zakmes

– micro zak- of hoofdlamp om het toilet te vinden in het donker

– persoonlijke apotheek: rekverband, steriele doekjes, ontsmettingsmiddel, wondpleisters, schaartje, sporttape, Compeed, Ibuprofen, Dafalgan, Cirus (tegen neusloop) Imodium (diaree)

– reserve plasticzakken

– naald en draad

– tube handwaszeep (1 voor 2 personen)

– GSM (dekking niet overal verzekerd)

– oriëntatiemiddelen: stafkaarten (zie hoger), kompas en/of GPS.

 

Technische uitrusting:

Vooral in het voorjaar dien je rekening te houden met sneeuwresten die het gebruik van stijgijzers en eventueel ijspikkel noodzakelijk maken. Plan deze tocht dus beter later in de zomer.

– stijgijzers: (hadden ze mee, maar niet gebruikt) (Grivel New-matic Air Tech light)

 

Voeding:

Volgens de voedingsleer zou je voeding een verhouding van 15% proteïnen, 30% vet en 55% koolhydraten moeten bevatten Voor sommige sporten gaat men zelfs tot 70% koolhydraten.

Hou echter rekening met het feit dat vet meer calorieën bevat voor eenzelfde gewicht voeding.

Mijn menu is zodanig samengesteld dat ik in principe alles wat ik onderweg moet eten, los uit de hand kan eten. Dit is handig bij slechte weersomstandigheden en spaart bovendien gewicht uit aan verpakkingsmaterialen, besteken, enz…

Mijn dagrantsoen voor onderweg stop ik per dag in een afzonderlijke plastic zak. Als het dan regent, steek ik die zak op de plaats waar ik anders mijn regenjas steek, zodat de rugzak niet telkens open moet, wanneer je je energiepeil wat wilt aanvullen.

Ikzelf weeg ca. 78 kg. Wie zwaarder is, zal in verhouding iets meer nodig hebben.

Een menu moet voldoende gevarieerd zijn en moet uiteraard voor jou aanvaardbaar zijn.

Weet echter dat ik thuis ook wel iets anders eet dan dit.

Veel sportvoeding vermeldt reeds de samenstelling. Indien je deze niet terugvindt op de verpakking, zal je gebruik moeten maken van een algemene lijst met de samenstelling van voedingsmiddelen. Die vind je terug in een boek over dieetleer in de bibliotheek of op het internet.  Als je weet dat 1gr proteïnen of eiwitten overeenkomt met 17 kJ of 4kcal, 1 gr vet met 38 kJ of 9 kcal en 1 gr koolhydraten met 17 kJ of 4 kcal, dan kan je zelf aan de slag.

Naam: Gr.: Proteïnen: Koolhydraten: Vet: KJ:
Muesli reep Aldi 75 5,2% 52,20% 9,00% 1313,25
Energie Bar 80 3,9% 56,72% 7,52% 1308,08
Chocolade noten 120 9,84% 41,72% 13,57% 1374,65
Snickers (Foré) 60 5,7% 34,80% 15,00% 1243,20
Totaal: 335 7,39% 56,75% 13,60% 5239,18

 De chocolade is meestal van Ritter Sport (Makro). Alternatieven vind je ook bij Lidl of Aldi .

Energy Bars vind je soms bij Aldi, maar in elk geval vind je die van Isostar bij Makro, AH of sportzaken. Foré (namaak Snickers) vind je bij Aldi. Koop harde Muesli repen en geen zachte, want daar blijft niet veel van over na een verblijf in je rugzak. Of je moet ze in een doos steken en dat weegt weer extra.

Heenreis:

Door Duitsland rond Munchen, richting Salsburg tot Rosenheim. Afslag richting Kufstein en Innsbruck. Tot afslag Kufstein-Sud mag je over de autostrade zonder Autowegenvignet. Hier gaat het verder via normale wegen richting Sankt Johan in Tirol, Kitzbühel, Mittersill. Vandaar door de Felbertauerntunnel (tol: 10€) richting Matrei en Lienz. Vervolgens richting GrossGlocknerstrasse tot Iselsberg. Eén kilometer voor Iselberg vind je een bordje met de aanduiding van de Winklerner Hütte (AUTWH00A00). Wie over twee voertuigen beschikt kan met de auto tot aan de hut rijden en aldaar parkeren. Hiervoor gebruik je bij voorkeur een voertuig dat brede banden heeft met een goed profiel, daar vooral het allerlaatste stukje vrij stijl is met steenslag als ondergrond en het risico bestaat dat de banden anders doorslippen. 500m voor de hut is er een parking, waardoor je dit probleem niet hebt.

Wie maar over één voertuig beschikt, voorziet een extra dag voor de klim naar de Winklerner Hütte. Persoonlijk vind ik dit de beste oplossing, gezien het beter is voor je acclimatisatie. Bovendien is deze voorgestelde tocht eerder kort, maar wel pittig.

Dag 0: Iselberg (1200m) – Winklerner Hütte (1905m) (2.00u) – Strasskopf (2401m) – Winklerner Hütte (1905m) (2.30 u extra)

Wie in het Defregerhof (AUTWH00V02) (www.defregerhof.at) geboekt heeft kan via de variante die langs het hotel passeert naar de Winklerner Hütte (zie kaart en grafiek hierboven). Wie in Winklern (950m) overnacht, moet 250 extra meters omhoog, eerst langs de weg en vervolgens via de rechtse variante omhoog naar de Winklerner Hütte (AUTWH0100). Maar je kan ook de bus nemen tot aan de Halte Defregerhof (AUTWH00V00). Alles staat netjes aangeduid met een overvloed aan gele bordjes. De bordjes zijn tevens voorzien van een kleurcode die de moeilijkheid van het pad aangeeft. (blauw: gemakkelijk, rood: matig, zwart: moeilijk)

 

Winkler Hütte

Wie nog moed of energie overheeft, kan zonder rugzak nog even naar de Strasskopf (AUTWH00X03). Hiervoor vertrek je vanaf de parking naast de hut, recht omhoog tot aan een omheining met wegwijzer, waar je vervolgens naar rechts gaat, langs de omheining en zo verder omhoog tot de top (1.30u omhoog, 1.00u dalen).

 

Winklern Hütte 

OeAV 1905 m Sabine Göts tel. Hütte +43/664/2333081 email: WinklernerHuett@gmx.at Matrassenlager : 30

H/P: 29 €, 1/4L rode wijn: 4€ (goed)    

http://winklernerhuette.at/

Dag 1: Winklern Hütte (1905 m)  – Obere Seescharte (2600m) –  Wangenitzseehütte  (2508 m) (4.15u) (St: 700 m , D:  96 m,  8,2 km)

Vandaag kom je echt in het hooggebergte.

Wie voorziet energie over te hebben vandaag kan eerst naar de Strasskopf (AUTWH00X03) (2401m) klimmen om dan over de graad verder te lopen tot aan het meertje vlak bij de Schwartzkofel lopen, om vervolgens terug te moeten afdalen naar het normale pad naar de Obere Seescharte (AUTWH0115).

Wie een laaglander is en het rustig aan wil opbouwen, volgt de normale weg naar de Obere Seescharte (AUTWH0115).

Vanaf de parking aan de Winklerner Hütte zijn er twee mogelijkheden:

-Je volgt het kleine paadje steil omhoog en aan de omheining daal je terug af naar de jeepweg naar de Raneralm (AUTWH0104). Dit is de mooist oplossing, doch er zitten daar koeien en die laten soms iets vallen… vooral bij nat weer niet aan te raden.

-Je volgt de toegangsweg vanaf de hut en aan het kruispunt ga je naar rechts en loop je zo rechtstreeks via de jeepweg naar de Raneralmhütte (AUTWH0104).

Wagenitz See

Aan de hut is er nog een kleine parking voor personenwagens (geen tol). Vanaf hier begint het echte pad naar de Obere Seescharte (AUTWH0115). Het pad klimt eigenlijk vrij rustig en technisch probleemloos naar de Obere Seescharte. Als het mooi weer is, kan je hier wat van het uitzicht genieten. Als de wolken zich toezetten kan je maar beter onmiddellijk afdalen. Je bent nog iets langer onderweg naar de hut dan je zou verwachten, want hier krijg je voor het eerst te maken met  echt alpien terrein. De afdaling naar de Wagenitzsee verloopt volledig door een steenpuin helling. Eenmaal beneden is het terrein weer gemengd aarde en steen en gaat het in wijzerzin rond het meer naar de hut die op elk ogenblik zichtbaar is (tenzij er mist is uiteraard ;-)).  

 

 

Wangenitzseehütte

Wangenitzseehütte :

(AUTWH0200)

NKBV  Claudia Asslaber , tel. Hütte  + 43/4826/229,

Matrassenlager: 38, Kamer: 25

 

 

https://www.wangenitzseehuette.com/

H/P: 29,5€, 1/4L wijn: 3,8 of 4,0€ (matig). Menu: jagersoep, knödel (deegbol) met stukjes spek, rundstoverij en zuurkool, klein dessert. Ontbijt: 3 sneden brood, 1 snede kaas en 2 sneden hespenworst, boter, confituur, koffie of thee (weinig brood voor 7,5€)

Douche: 4€ voor 5 minuten, temperatuur moeilijk te regelen, vleugeltjes van de kraan onder een hoek van 270° graden zetten.

P.S.: de hut eigendom van de Nederlandse Bergsportvereniging, maar in de uitbating zie je daar niets van behalve een foto van het Nederlandse Koningspaar.

Dag 2: Wagenitzseehütte (2508m) – Das Petzeck (3283m) – Wagenitzseehütte (2508m) (St: 775m – D: 775m 4.30u)

Das Petzeck is de hoogste berg van de Schobergruppe. Hij ligt vlak tegen de hut en het is een mooie uitzichtberg, als er geen bewolking is uiteraard. Technisch gezien is het een eerste test om te kijken of je alle nodige technieken beheerst voor de rest van de tocht.

Je vertrekt langs de waslijnen van de hut. Het pad gaat eerst een stukje omhoog, maar dan volgt een horizontale traverse. Hier vind je de eerste technische moeilijkheden (smal en kabelgezekerd).

Vervolgens volgt een normale probleemloze klim tot in een kom met een klein meertje. Hier nog snel iets tussen de kiezen steken en dan gaat het steil omhoog in de flank (rechts, normaal goed zichtbaar). Vooral bij de afdaling is een goede staptechniek hier belangrijk. Het gebruik van stokken is hier absoluut aan te raden. Uiteindelijk kom je op een soort plateau, een steenvlakte met centraal daarop een molshoop van ca 250 hoogtemeters, die de feitelijke top van Das Petzeck (AUTWH0212) vormt. Er staat een mooi kruis en bij helder weer zou je de Adolf Nossberger Hütte moeten zien liggen. Reken voor de klim zelf op 2.30u. Wij hebben op de top een half uur pauze gehouden en nog eens een half uur in de genoemde kom. Reken voor de afdaling zelf op 2.00u. Samen zijn wij dus 5.30u onderweg geweest. De verftekens waren in 2008 aan opfrissing toe.

Zoals gezegd zijn er in de flank bij de afdaling hele steile stukken zonder kabelzekering, waar je dus je staptechniek goed moet beheersen, om hier zonder ongelukken naar beneden te gaan. Wie hier problemen ondervindt is niet op zijn plaats in dit terrein. Uiteraard zijn goede schoenen ook zeer belangrijk. Die van mij (La Sportiva Evo Trek) waren nieuw, maar ik ben zeer te spreken over hun kwaliteiten als bergschoen, het draagcomfort (zeer licht) en vooral de grip van de zool. Alleen de waterdichtheid op lange termijn valt nog af te wachten, maar ik heb het er voor over om desnoods wat frequenter nieuwe te kopen. Voor de rest is het vooral een kwestie van de knieën te buigen en de romp voorover te buigen om alzo je zwaartepunt te verlagen en een maximale druk op het midden van de zolen te krijgen. Tenzij je struikelt, glijdt iedereen rugwaarts weg en dat voorkom je op die manier (meestal ;-))).

 Opgelet: de tekening van de hoogtelijnen rond de top van Das Petzeck op de digitale kaarten stemt niet overeen met de werkelijkheid op het terrein. De oriëntatie van de GPS-tussenpunten is wel correct.

Hut: zie dag 1

Dag 3:  Wagenitzsehütte (2508m) – Kreuzseeschartl (2810m) – Niedere Gradenscharte (2796m) – Adolf Nossberger Hütte (2488m) (St : 540 m, D: 560 m  4.15 u,  6,2 km)

Je vertrekt vanaf de hut in noordwestelijke richting, via het pad dat je volgde toen je afdaalde van de Obere Seescharte tot aan de splitsing (AUTWH0301). Bij helder weer is de Kreuzseeschartl (AUTWH0305) zichtbaar vanaf de hut. Bij de splitsing (AUTWH0301) loop je verder in dezelfde richting tot aan de voet van de helling. Het pad is hier oordeelkundig aangelegd en je volgt hoofdzakelijk de rechter zijde van de puinhelling, waardoor je die grotendeels vermijdt. De klim is probleemloos. De afdaling is speciaal. Je daalt af door een smalle kabelgezekerde sleuf in de wand. Daarna wordt het weer een normaal bergpad en al snel bereik je de splitsing van het pad naar de Hohe/Obere Gradenscharte (2803m) (AUTWH0306).

 Ogenschijnlijk is de weg duidelijk korter en lijkt verleidelijk, maar je zal er in praktijk even lang over doen als via de Niedere Gradenscharte (AUTWH0314) en bovendien zal je terechtkomen in terrein waar enkel specialisten thuishoren. Aan de Adolf Nosseberger Hütte staat een krachtige kijker, waardoor ik het traject gedetailleerd heb kunnen bekijken. Bovendien heb ik er een Brit en een Duitser (woonachtig in Obersdorf tegen de grens met Oostenrijk) naar beneden zien komen en het is duidelijk een moeizame onderneming, die op elk ogenblik je alpiene beoordelingsvermogen en ervaring op de proef stelt. Ik persoonlijk kies er niet voor om extra risico te gaan zoeken.

Het begint al met de waarschuwingen die er op de wegwijzer naar de Obere Gradenscharte (GPS Pad 29) staan, dat het pad enkel geschikt is voor mensen met hoogalpiene ervaring en dat het gebruik van stijgijzers wordt aangeraden. Gezien wij de tocht begin augustus ondernamen, waren die stijgijzers niet meer noodzakelijk. Het pad naar de pas is relatief eenvoudig, maar na de pas is er niets wat een pad genoemd kan worden. Het is een route, gevormd door een opeenvolging van verftekens door een puinhelling met stenen van middelgrote afmetingen. Vanaf de pas daal je hoofdzakelijk af langs de linker zijde van het puinveld, gezien vanaf de pas. In het bovenste deel moet je constant een plaats zoeken om je voeten te zetten en je evenwicht te behouden. Je bevindt je constant in zeer steil terrein. Lager vind je een touw van 115m dat er volgens de uitleg van de Hüttenwirt nog maar drie dagen eerder door hem was gelegd. Het touw leidt door een sleuf langs de linker zijde (van bovenaf gezien) van het puinveld, tot net boven het sneeuwveld. Net boven dit sneeuwveld is er een afsplitsing op het touw naar rechts en alzo word je langs een rotsblok geleid dat door de twee werd afgeklommen (hoogte ca 6m). De sneeuwhelling werd al skiënd op de schoenen afgedaald. Onder het sneeuwveld, wordt het terrein minder steil, maar je beweegt er nog steeds moeizaam tot je op een soort plateautje komt, waarna de hellingshoek verwaarloosbar wordt. Het blijft echter ploeteren door het puinveld tot aan de hut. Vanaf dit plateautje waren de verftekens zichtbaar door de kijker. Wie zich na deze beschrijving nog geroepen voelt is of zeer ervaren of roekeloos.

Wie het gezond verstand laat zegevieren, volgt het pad verder richting Niedere Gradenscharte (AUTWH0314). Je daalt af tot op  tot op een met gras bedekt pasje (GPS Pad 34 – ca 2620m). Steek hier nog iets tussen de kiezen, want voor de top van de Niedere Gradenscharte krijg je niet veel kans meer.

Niedere Gradenscharte

Je daalt nog verder af tot een hoogte van ca 2560m, alwaar je het pad komende van de Lienzer Hütte treft (AUTWH0313), om vervolgens de klim  van bijna 800m naar de Niedere Gradenscharte (2796m) aan te vatten. Je klimt in een steenslaghelling afgezoomd door twee uitlopers van de hoofdgraad. Het pad is constant steil en klimt in kort zigzagbewegingen omhoog. Wanneer je bijna boven bent, zie je tegen de linker wand een staalkabel die je naar de top van de pas leidt. Eenmaal boven bevind je je in een bevreemdend landschap met een klein meertje en massa’s grote cairnes. Op het einde van het vlakke gedeelte vind je een wegwijzer bij GPS-punt AUTWH0315. Hier kan je nog naar de top van de Keeskopf (3081m) (AUTWH0317). Weet echter dat er niet echt sprake is van een pad, maar dat je je hier een weg moet banen tussen de rotsblokken, geleid door een aantal verfmarkeringen. (St & D: 285m, 1.45u).

De afdaling van de Niedere Gradenscharte naar de Adolf Nossberger Hütte verloopt bijna uitsluitend over schuine gladde rotsplaten. Ook hier wordt de route min of meer aangegeven door een opeenvolging van verfstippen, maar je moet zelf bepalen hoe je naar het volgende teken loopt. Hier zijn inzicht in het bepalen van de veiligste route, staptechniek en uiteraard een stel schoenen met goede zolen van belang. Wij hebben deze afdaling kunnen doen bij droog weer, maar wie hier bij nat weer naar beneden moet, zal bovenvermelde vaardigheden nog beter moeten beheersen. Ik ben deze helling afgedaald met twee Franse vrienden van mijn vaste bergtrekkingcollega. Voor hen was het ruim tien jaar geleden dat ze nog iets in de bergen gedaan hadden, wat resulteerde in het gebruik van verouderd materiaal. Fundamenteel ontbrak het hen vooral aan zelfzekerheid en staptechniek, waardoor ik bijna dubbel zolang over de afdaling gedaan heb, dan wanneer ik alleen zou afgedaald zijn. Op basis van hun ervaring hebben ze beslist om de tocht aan de Adolf Nossberger Hütte (AUTWH0400) te beëindigen. Een Duits gezin met drie kinderen jonger dan 12 jaar zijn hier ook gestopt, ondanks het feit dat die Das Petzeck goed verteerd hadden.

Adolf Nossberger Hütte

Adolf Nossberger Hütte :

OeAV  Roland Hummer, tel. Hütte  + 43/(0)664/9841835 email : roland@nossberger.at , Matrassenlager:  22, Bedden: 14

https://www.nossberger.at/

 

 

HP: 34€ avondeten: pompoensoep, vleesbal in deeg met zuurkool en kaisersmern, ontbijt: ei, kaas, worst, confituur, brood (extra bijgekregen), Wijn: 1/4L: 4,6€.

Landschappelijk zeer mooi gelegen hut. Nadelen: weinig water, weinig elektriciteit, eten wordt dagelijks omhoog gedragen vanaf de parking in het dal.

Personeel: 2 jonge mannen en 1 vrouw.

Kortom: nog een echte hut, waar men het meer moet hebben van bergtrekkers dan van dagjesmensen.

Dag 4:  Adolf Nossberger Hütte (2488 m) – Hornscharte (2958m) – Elberfelder Hütte (2346 m) (St: 638m D: 780m L: 5,5km 4.30u)

 

Deze etappe heet niet voor niets de koninginnenetappe. Het is veruit de kortste, maar ook de steilste en de meest technische. Je begint met een eenvoudige en wat frustrerende afdaling van 150m tot GPS-punt AUTWH0403 Pad. Vanaf hier begint een zeer steile klim, eerst door steil grasland, via een zeer smal paadje dat niet veel ruimte laat voor fouten. Het gebruik van stokken is hier absoluut aan te raden. Na de oversteek van een bergbeekje in een kloofje ( AUTWH0404) gaat het verder nog wat omhoog door grasland, tot je uitkomt op een reusachtige steenslaghelling. Wij hebben deze klim gedaan met ons hoofd in de wolken, waardoor je weinig overzicht had over het landschap. Eerst gaat het via korte zigzag bewegingen omhoog. Later via een zeer grote zigzag naar links en dan naar rechts om uiteindelijk weer in korte zigzaggen omhoog te gaan naar rechts tussen twee rotswanden. Het stenenveld lijkt dood te lopen op een kleine punt van een sneeuwveld. Hier dwars je de punt van het sneeuwveld horizontaal en vervolgens vind je de kabel die je in de flank net boven het sneeuwveld naar de pas zal leiden. Het is interessant om hier je stokken weg te bergen tot na de derde kabel in de afdaling, gezien ze anders toch maar in de weg zullen zitten en je beide handen beter kan gebruiken op de kabel en in de rotsen.

Na een laatste inspanning kom je op de pas net boven het sneeuwveld langs de kant van de Nossberger Hütte uit. De Hornscharte (AUTWH0410) zelf was sneeuwvrij. Langs de kant van de Elberfelder Hütte waren er gen wolken en kon je zowel de hut als het begin van het pad van morgen zien liggen. Je kijkt uit op een kom vol steenslag.

Als de weersomstandigheden het toelaten, rust

Hornscharte

je hier beter wat uit, want het eerste deel van de afdaling langs de kabels vraagt zowel concentratie als spierkracht.

 

Hornscharte (afdaling)

Onmiddellijk onder de Hornscharte vind je het begin van de eerste kabel tegen de rechter wand (van boven af gezien). Als je Klettersteighandschoenen bezit, doe deze dan aan. Je gaat met het grootste deel van je gewicht aan de kabel hangen in zeer steil terrein, terwijl je met je voeten wat steun zoekt tussen het puin. Aan het einde van de eerste kabel vind je bijna ogenblikkelijk de tweede. Het gaat verder volgens het zelfde recept naar beneden. Op een bepaald ogenblik is er een haak uit de wand geschoten en dien je je in rappel over te laten hangen om zo een steun in de rotswand te vinden en vervolgens de afstap te maken naar de steenslaghelling en verder af te dalen. Na de tweede kabel vind je de derde met nog meer van hetzelfde. Aan het einde van de derde kabel kan je weer je stokken van je rugzak halen voor het vervolg van de afdaling via een pad door de puinhelling. Het pad maakt een ruime bocht in de kom, in de richting van een klein pasje, waar je een klein beetje moet steigen om vervolgens definitief af te dalen richting Elberfelder Hütte (AUTWH0500).

 Vlak boven de hut moet je de rivier dwarsen. Wie goed kijkt, zal zien dat deze gedeeltelijk gekanaliseerd is, om het water te kunnen gebruiken voor het opwekken van elektriciteit voor de hut.

Elbfelder Hütte

Elberfelder Hütte (2346m):

AUTWH0500 DAV, Gerhard Zimota , tel. Hütte + 43/(0)4824/2545, email: elberfelder@dav-wuppertal.de, internet,  https://elberfelderhuette.com/ Matrassenlager: 46, Bedden: 12. (reservaties: telefonisch)

H/P: 40€: avondeten: soep met vermicelli, hertenragout met perzik en veenbessen met pasta, dessert: fruitsalade (uit blik) met een geut schnaps om op smaak te brengen.

Ontbijt: 4 sneden brood met kaas en spek en koffie of thee. Wijn: 1/4L: 3,8€ (goed). Lavabo’s met warm water (waterkracht) Conclusie: duur maar goed.

Opgelet: deze hut ligt halverwege de tocht en er zijn geen alternatieven. Gezien ze relatief klein is, is het beter om in elk geval te reserveren.

Dag 5: Elberfelder Hütte (2346m) – Kesselkeessatel (2926m) – Unterstandshütte (2490m) – Glorer Hütte (2642m) (St: 732m, D: 436m, L: 10,2km, T: 4.45u)

 

Deze dag is op technische vlak veel eenvoudiger dan de vorige. Je daalt af naar de waterval en vervolgens dwars je de Gössnitzbach, via een smal bruggetje (AUTWH0502) zonder leuningen.

Kesselkeessatel.

Aan de overzijde vat je de klim aan over het pad in de flank. Vandaag begin je eens niet in de stenen, maar loop je via een pad met een gemengde ondergrond tot aan een kom. Hier loop je door een stenige rivierbedding tot  je tegen een schouder opklimt en vervolgens over de met gras bedekte graad loopt. De graad eindigt in de kom vlak onder het Kesselkeessatel (AUTWH05V13). Hier wordt het landschap steniger. De helling onder het zadel is opnieuw puur steenslag. Het pad klimt in een grote zigzagbeweging tegen de helling op. Vlak onder de pas wordt het vrij steil. Je ziet een kabel tegen de flank. Gebruik hem echte niet als de pas sneeuwvrij is. Boven op de pas vind je het Gernot –Röhr Bivak (AUTWH0512) met plaats voor 4 personen, maar je slaapt hier niet voor je plezier.

Wie nog energie over heeft, kan hier naar de top van de Böses Weibl (AUTWH05V16)(3021m, St & D: 200m, T: 1.15u) Het pad vertrekt over de graad naar links en blijft deze dan volgen tot op de top. Weet echter dat de klim naar de Glorer Hütte nog best pittig is en vraag je dus af of je de extra inspanning wilt doen, alvorens je deze extra klim aanvat. Je kan het nog lastiger maken door met je volle rugzak naar de top te gaan en dan langs de andere zijde af te dalen richting Peischlachtörl (AUTWH0519).

Behalve de eerste meters verloopt de afdaling van het Kesselkeessatel  probleemloos. Het eerste gedeelte verloopt opnieuw uitsluitend door een stenenveld, afgewisseld met en paar vlakke sneeuwveldjes. Daarna gaat het langzaam over eerst in meer gemengd terrein om vervolgens te eindigen op een alpenweide op de Peischlachtörl (AUTWH0519) nabij de Unterstandshütte (2490m). Eerst kom je nog aan de splitsing (AUTWH0518) met het pad dat rechtstreeks naar de top van de Böses Weibl gaat. Hier moet je lopen in de richting, waar geen wegwijzer heen wijst, maar wel een duidelijk pad zichtbaar is. Een weinig verder vind je dan de Unterstandshütte met een bankje. De variante over de Kastenegg (2821m) wordt afgeraden, wegens een zeer moeilijke afdaling.

Glorer Hütte

Vanaf de hut loop je door de draadomheining en vervolgens neem je het pad naar rechts dat min of meer op gelijke hoogte blijft. Vervolgens draait het pad naar rechts en klimt via een groen valleitje naar de flank met zicht op het dal met de kabelbaan naar de Glorer Hütte. Echt veel hoogte moet je niet meer overwinnen, maar je komt we opnieuw in een steenslagveld terecht, wat de zaak weer lastiger maakt. Goed opletten op de verftekens, want van een echt pad is er hier geen sprake meer. Vooral ter hoogte van een droge rivierbedding moet je goed opletten, gezien het pad daar erg steil is.

Glorer Hütte (2642m):

DAV, Anton Riepler, tel. mobil , + 43/(0)664/3032200,email: info@ost.at, (reservaties enkel telefonisch) internet: www.glorerhuette.at , Matrasenlager: 40, Bedden 10

GrossGlockner

H/P 30€: Avondeten: soep: donkere bouillon met pasta, hoofdschotel: pasta met kaas en ajuin, dessert: appelgebak met vanille-ijs. Ontbijt: zeer ruim, fruitsap, ruime hoeveelheid brood, muesli, enz… Wijn: 3,60€, Douche: 5€ (niet gebruikt), lavabo’s met koud water, badkamer met groot raam doch geen inkijk wegens spiegelglas.

Vrij goedkope maar goede hut, gezien materiaalkabelbaan en concurrentie van nabijgelegen Salmhütte. Alleen de douche is aan de dure kant…

Neem bij mooi weer het pad eens dat tegenover de toegangsdeur van de hut schuin in de flank vertrekt (geen aanduidingen). Je komt uit op een zitbank (AUTWH0524) met mooi uitzicht op de GrossGlockner en de vallei van de Salmhütte. Je hebt bovendien een goed zicht op het pad van morgen tot aan de Stockerscharte.

Dag 6: Glorer Hütte (2642m) – Salmhütte (2638m) – Stockerscharte (2443m) –  Margaritzenstausee (2000m) – Glocknerhaus (2132m) (St: 239m, D: 749m, T: 4.30u, L: 10,2 km)

Vanaf de toegangsdeur tot de hut, ga je naar rechts via een aanvankelijk brede weg. Bij GPS-punt AUTWH0602 ga je naar links richting Salmhütte. Bij GPS-punt AUTWH0609 is er opnieuw een splitsing. De pijlen maken gewag van een gemakkelijke en een moeilijke variant. Deze aanduidingen hebben betrekking op de technische aspecten van het pad, niet op het aantal hoogtemeters dat overwonnen moet worden. Het technisch meest moeilijke pad (rechtdoor), blijft het meest op gelijke hoogte. Het gemakkelijkste pad (rechts), verliest het meeste hoogte die je vervolgens terug moet overwinnen. Wie echter over de Hornscharte gekomen is, zal geen enkele moeilijkheid hebben met de moeilijke variant. De moeilijkheden hebben betrekking op de steilheid in combinatie met de glibberigheid van de ondergrond van een aantal korte passages, vlak voor de rivier. Alle moeilijke passages zijn gezekerd met touw, kabel of ketting. De nieuwe houten brug ligt een dertigtal meter links van het historische pad. Verder gaat het probleemloos tot aan de Salmhütte (AUTWH0616). Wanneer je hier aankomt na zowat 1.30u, is men hier volop bezig met ochtendkuis in afwachting van de dagjesmensen en de volgende lading trekkers ’s avonds.

 

Pasterzenkees

Salmhütte (2638m)

Tel.: +43/(0)4824/2089, email: salmhuette@aon.at, internet: www.salmhuette.at  , Matrassenlager: 25 Bedden: 25

 Het pad gaat letterlijk over het terras in dezelfde richting. Je daalt geleidelijk, tot vlak voor de Stockerscharte (AUTWH0626), waar het pad naar links afbuigt en recht tegen de helling omhooggaat, en boven het laagste punt van de Scharte uitkomt. Direct onder het laagste punt van de Scharte ligt namelijk een steile gladde stenenplaat, die zonder technische middelen niet te overwinnen is. Vanaf de Scharte heb je een prachtig uitzicht op de Pasterzenkees (gletsjer) en de Johannisberg (de witte op het einde van de sneeuwvlakte).

Glocknerhaus

Vanaf hier ga je 450m naar beneden. Het gaat vrij steil, dus gebruik je stokken om je knieën te ontlasten. Bovendien is de aarde vrij glibberig, dus is er risico om uit te schuiven. Je loopt via twee stuwmuren langs het meer. Wanneer je de oever verlaat, vind je rechts van de dienstweg een pad dat de lussen van de weg afsnijdt en uitkomt aan de het Glocknerhaus, gelegen aan een zijweg van de Grossglockner Hochalpenstrasse.

 Glocknerhaus (2132m):

OeAV , Johann Krobath, tel. Hütte + 43/(0)4824/24666, email info@glocknerhaus.com , internet www.glocknerhaus.com ,Matrassenlager 40, Bedden: 48, Open mei tot midden oktober.

Aan de hut stopt de bus richting Heiligenblut en Winklern of Iselberg.

Opgelet: de bus passeert eerst in stijgende richting en rijdt dan tot zijn eindpunt, waar hij een 20-tal minuten halt houdt, om vervolgens terug af te dalen. Je moet uiteraard de dalende bus nemen, langs de kant van de parking van het Glocknerhaus.

Uurregeling 2008:

                                       Alle dagen:                                     Werkdagen:

Glocknerhaus:              09.38            12.18          15.38          15.38

Heiligenblut:                09.59            12.39          15.59          18.19

Islberg:                         10.38            13.25          16.43          19.03

 Nota: in Heiligenblut aan de halte aan de inkom van het dorp, dien je de bus te verlaten. Na een tiental minuten komt een andere bus uit de richting van het dorp met de aanduiding: Lienz.

 Prijs: 6,70€ + 2,00€ (tol Grossglocknerstrasse)

Wij hadden onze tweede auto geparkeerd in Winklern en dus zijn wij uitgestapt aan het kleine busstation op een pleintje achter een hotel aan de hoofdstraat.

Vervolgens zijn wij met de auto terug omhoog gereden naar de Winklerner Hütte om daar de nacht door te brengen en de volgende dag de terugreis aan te vatten richting België.

 Deze tweede nacht is ons wat tegengevallen gezien de uitbaatster van de hut een groep toegelaten had, die daar niet kwamen voor de berglucht, maar om zich in groep een stuk in hun kraag te drinken. De Hüttenruhe om 22.00u is dan ook niet gerespecteerd. Het was eerder middernacht. Om wraak te nemen hebben wij dan ook op het ogenblik dat wij opstonden alle lichten in de slaapzaal aangestoken. Wie kan drinken….

Coördinatenlijst:

Advertentie

Commentaar? Vragen? Reacties, altijd welkom.

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.