Jotunheimen

Algemene info bij het reisverslag.

Noorwegen (Jotunheimen).

Streek: Jotunheimen.

Traject: BessheimGlitterheimSpiterstulenGjendebu

MemurubuBessheim.

Periode: 01/09/99 – 05/09/99 (Updated 2024)

Reisgezelschap: Solo

Transport:

Heen en terug: met de wagen via Nederland, Duitsland en Denemarken naar Zweden. Via de kust richting Oslo en Jotunheimen. De brandstof is er ook goedkoper in Zweden dan in Noorwegen

Bruggen: wie zowel de Storebaelt als de Oresund brug gebruikt, rijdt 200 km rond in vergelijking tot ongeveer elke combinatie van veerboten. Vergelijk de tarieven voor het door U gebruikte type voertuig via www.storebaelt.dk en www.oresundsbron.com. Wie regelmatig naar Zweden gaat, vraagt een oresundgo aan (ca 50€/jaar (2024). Reeds goedkoper vanaf één heen- en terugreis).

Wie met een motorhome -3,5ton rijdt moet zich bij de Storebaelt brug wel aanbieden bij de manuele tolpost om zijn gele bijlage aan zijn keuringsbewijs voor te leggen als bewijs dat het een -3,5ton betreft. Bij de Oresundbrug mag je via de automatische kassa. Voor een motorhome -3,5ton

Veerboten:

Vanuit Jutland naar Zweden. De overvaart tussen Grenaa en Halmstad is goedkoper dan Fredrikshaven – Göteborg en uiteraard nog goedkoper dan rechtstreekse overvaarten naar Oslo. Kortere alternatieven vind je bij Fjord Line en Color Line.

Vanuit Duitsland naar Zweden: www.scandlines.dk (nadeel 2 korte overvaarten te reserveren en ook duurder dan de langere overvaart tussen Jutland en Zweden.

Logies: Tent en motorhome.

Berghutten:

  • Noorwegen: turistforeningen.no (DNT) Noorwegen heeft voor buitenlanders het meest onvriendelijke hutten systeem van Scandinavië. Zij erkennen geen lidmaatschappen van de klassieke bergsportverenigingen uit de Alpenlanden. Indien je dus ledenkorting wenst, dien je lid te worden van DNT zelf en dat blijkt niet vlot te verlopen zelfs in tijden van internet. Wie lid is betaalt 100 NOK, wie geen lid is 200 NOK. Voor een sleutel betaal je een waarborg van 100 NOK of 20€.

Reizen kost: van 0 tot 120 € per dag (voor overnachting, ontbijt en avondmaal)

Prijzen brandstof buitenland:

Alcohol: 2 tot 3 maal zo duur als in België.

De rest: ca 25 tot 50% duurder dan bij ons

Betalingswijzen:

Cash & Bancontact (cash afhalen uit de biljettenautomaat).

Reisliteratuur:

Stafkaart:

Heden geen papieren kaarten meer, enkel digitale van freizeitkarte-osm.de

Persoonlijke gegevens:

mountainman@scarlet.be

 

Reisverslag:

5-Daagse Voettocht in Jotunheimen.

1) Verschillen tussen Noorwegen en Zweden.

Zweden is lid van de Europese Unie, zei het wat schoorvoetend. Noorwegen zei hooghartig nee tegen E.U. Dit kunnen ze zich permitteren dankzij de olie die ze bezitten en dank zij U, de toerist. En vooral dat laatste zal je merken in je geldbeugel.

Daar waar betalend parkeren in natuurgebieden en privéwegen met tol bij mijn weten onbekend zijn in Zweden, zijn die in Noorwegen schering en inslag. Ook het traditionele recht om vrij te kamperen, wordt in Noorwegen ook langzaam maar zeker ingeperkt.

Zo zag ik in het So-dal aan de rand van Jotunheimen op elke parking een verbodsbordje om er te kamperen, maar heeft er zowat elke boerderij een camping. Ook in de buurt van grote berghutten geldt er een kampeerverbod, behalve op hun terreintje tegen betaling natuurlijk. Als je dan weet dat de keuze aan vrije kampeerplaatsen in Jotunheimen door de grotere hoogteverschillen en de bodemgesteldheid kleiner is langs de Zweedse zijde van de grens en die berghutten op de geografisch meest gunstige plaatsen liggen, dan weet je het wel.

In Zweden kan je met een jeugdherberg kaart, ledenkorting krijgen in alle gewone berghutten en overvaarten uitgebaat door de STF  (Zweedse bergsport- en jeugdherbergvereniging), maar niet in hun grotere bergstations. In Noorwegen moet je lid zijn van de DNT (Noorse bergsportvereniging) om van enige korting te kunnen genieten. Bovendien hebben zij geen enkele overeenkomst met een Alpenvereniging, waardoor lidkaarten wederzijds aanvaard worden.

Ook de aankoop van gevriesdroogde maaltijden is in Noorwegen tamelijk problematisch. Ik heb tamelijk wat sportzaken en grootwarenhuizen afgedaan en er slechts in één warenhuis één soort met wat vlees kunnen aankopen. In Zweden zijn deze gevriesdroogde maaltijden courant verkrijgbaar en zelfs als je ze koopt in een berghut waar men bevoorrading heeft, kosten ze nog maar evenveel als in België.

Als je al deze elementen gaat samentellen, blijft Zweden voor mij een aantrekkelijker vakantieland dan Noorwegen.

2) Uitrusting en voeding:

Kledij op het lichaam:

  • Schoenen:

Ikzelf gebruik: Corcoran/Matterhorn Footwear, huidig model Men’s 1949 van wat ondertussen omgedoopt is tot de Carolina Shoe Company, (schachthoogte ca 20cm.) (Leverancier van het Amerikaans Leger)

Alternatieven:

Omdat mijn huidig paar nieuwe zolen behoefde en de Gore-tex voering ook al wat over haar hoogtepunt heen was, keek ik reeds enige tijd uit naar een nieuw paar. Gezien dit niet lukte via iemand in actieve dienst van het Belgische leger, ben ik op zoek gegaan naar een leverancier in de V.S.

Grootste probleem daarbij is dat de meeste aanbieders niet buiten de V.S. willen verschepen. De enige aanbieders die ik vond die dat wel doen zijn:

Harry’s Army Surplus : de enige aanbieder, die ik vond buiten het Amazon platform. Deze werkt via het Globalshopex platform. Hier zijn de douanekosten al inbegrepen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amazon.com : Prijs: 265$ +75$ Verzendingskosten + douanekosten (zie hieronder)

De Belgische douane vindt het nodig om daar nog eens 21% btw aan toe te voegen en 12€ administratiekosten. Je mag dan nog van geluk spreken als de kost van de goederen net onder de 150€ blijft, want daarboven stijgen de administratiekosten naar 30€ (en dat voor minder dan 1 minuut werk… goed gerekend Belgische Staat :-()

In verhouding tot mijn vorig paar is het leder van het huidig paar soepeler en de zool vooral veel dikker en meer geprofileerd. Ook de voering verzwaarde iets en de schacht verhoogde met zowat 1cm. Het gewicht nam met 100gr per schoen toe. De toegenomen soepelheid resulteert in een verkorte inlooptijd. Omdat ik smalle voeten heb koost ik bij mijn huidige bestelling voor een smalle leest (N). Dit spaart een paar sokken uit ;-).

  • Stel sokken: minimaal 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax). Overweeg een paar “Bugsox Adventure” (16,95€) sokken van Tropicare (www.careplus.nl) die bewerkt zijn tegen muggen en teken (nog geen persoonlijke ervaring mee.)
  • Zomerklimbroek (Mammut met Schoeller Dryskin of alweer Decathlon).
  • Sporthemd met zonnefactor 30
  • Stel sokken: bij voorkeur 2 van goede kwaliteit (lusjesweefsel langs de binnenzijde en in materialen gaande van wol tot Coolmax)
  • Synthetisch ondergoed: slip (mijn voorkeur gaat naar de microvezel van Nur Die) en T-shirt met lange of korte mouwen ( te koop: soms in Decathlon of de klassieke buitensportzaken)
  • Hoed met brede rand. Tropicare/Tropenzorg maakt tegenwoordig zowel muggenolie met of zonder DEET, gezien dat niet heel erg gezond is, maar wel het meest effectieve… (houdt ook de muggen uit je haar, vooral als je nog wat muggenolie op de zweetband doet.)

 

Kledij in de rugzak:

  • Gore-tex jas met kap of regenhoed (Outdoor Research). (Gore-tex geniet nog steeds de voorkeur, maar wie afgeschrikt wordt door de hoge aanschafprijs kan voor redelijke alternatieven terecht bij Decathlon)
  • Zware fleece, liefst met windstopper
  • Een zonnebril met hoge filteringgraad. Kies een aansluitend model, dat ook dienst kan doen als bescherming van je ogen tegen hagel of sneeuw. Zonnecrème (beschermingsfactor 20 of hoger) en eventueel lippenzalf met beschermingsfactor)
  • Reserve synthetisch T-shirt en slip
  • Stel reserve sokken
  • Lichte droge reserve kledij of thermisch ondergoed voor in de slaapzak.

 

Andere uitrusting:

  • Telescopische wandelstokken (ontlasten de knieën bij het dalen) Koop bij voorkeur stokken van de merken Leki of Decathlon als goedkoper alternatief. Nog goedkoper vind je bij Naturehike via AliExpress. Besteed aandacht aan het materiaal van de handgrepen (geen hard plastic) en mijd vooral stokken met een gesp in de polslus. Bij langdurig gebruik gaat die gesp irriteren.
  • 2 handdoeken van 50 x 30 cm, bij voorkeur in microvezel (droogt sneller en geeft minder geur af, wanneer hij niet goed gedroogd kan worden.) 1 voor persoonlijke hygiëne en 1 om jouw voeten af te drogen na het waden (goed bereikbaar 😉 )
  • Plastic waadsandalen (voor wie bergschoenen van een normale schachthoogte gebruikt. Op deze tocht dien je ze ook mee te brengen zelfs met gespecialiseerd schoeisel, gezien sommige doorwadingen kniediep waren zelfs in een droge periode.)
  • 1 washandje met een klein busje douchezeep en shampoo, een reistandenborstel met kleine tube tandpasta (een bijna lege tube sparen voor op reis kan ook), een stick scheerzeep en wegwerpmesjes of reisscheerapparaat op batterijen.
  • Een paar pakjes papieren zakdoekjes, doet dubbel dienst als toiletpapier
  • Zakmes Opinel of Zwitsers Leger zakmes
  • Micro zak- of hoofdlamp om het toilet te vinden in het donker
  • Persoonlijke apotheek: rekverband, steriele doekjes, ontsmettingsmiddel, wondpleisters, schaartje, sporttape, Compeed, Ibuprofen, Dafalgan, Rinomar (tegen neusloop) Imodium (generisch: Loperadomine tegen diaree)
  • Reserve plasticzakken
  • Naald en draad
  • Tube handwaszeep (1 voor 2 personen)
  • GSM (dekking niet overal verzekerd) of satellietcommunicatie voor wie het kan of wil betalen.
  • Oriëntatiemiddelen: stafkaarten (zie hoger), kompas en/of GPS.
  • Drinkbusje met een inhoud van 0,5 liter of
  • Waterfilter van Care Plus/Sawyer met bijbehorende drinkzak. Op 25 jaar zonder slechts één maal pech gehad, maar toch…

 

Andere uitrusting specifiek voor de tentrekkers:

  • 3 tot 4-seizoens tent van een gekend merk, bestand tegen winden tot 100 km/h en lichte sneeuwlast. (Heden gebruik ik een Hilleberg Akto met footprint (1,85 kg) (ca 800€ en dus veel duurder geworden de afgelopen jaren)
  • Onderzeil of footprint met een schotelvodje voor schoonmaak
  • Een donzen slaapzak met een comforttemperatuur  2°, -4°, -21°C (Slaapzak The North Face Gold Kazoo (1,0 kg) met bijgeleverde waterdichte compressiezak.
  • NeoAir UberLite Sleeping Pad (250gr – R-waarde: 2,3 – (51 x 183 x 6,4cm – 220€)NeoAir XLite NXT Sleeping Pad (370gr – R-waarde: 4,5 – (51 x 183 x 7,6cm – 204€)Of Alternatief Decathlon (510gr – R-waarde: 1,5. (60 x 195 x 5,0cm – 50€) Ideaal voor   temperaturen boven 8°C. (norm ASTM F3340-18).Thermarest Neoair Venture WV Advanage R-waarde: 2,2 (51 x 183 x 5cm) (540gr) (Decathlon 60€) (Gratis gekregen onder de garantieregeling van Decathlon. Zeer klantvriendelijk. Enige nadeel: 140gr zwaarder dan mijn vorige.) Wie veel belang hecht aan de isolatiefactor en het gewicht, maar niet gebonden is door een beperkt budget kiest dus voor één van de Thermarest Neoair Lite matten.
  • Het merk met de grootste keuze in gevriesdroogde maaltijden is op dit ogenblik Trek’n Eat, een ondermerk van de Katadyn groep, vooral bekend van de waterfilters, maar ook de Optimus vuurtjes vallen onder hun groep. Een beperktere keuze vind je bij Adventure Food, verdeeld via AS Adventure winkels. Er zijn verpakkingen van 2 x 600 Cal. Voor een prijs beneden de 10€. Ook Mountain House heeft afzonderlijke verpakkingen met 1000 Cal.
  • Zakmes, lucifers in een filmblikje met de zijkant van het doosje erin, een schuursponsje, een schotelvodje en wat afwaszeep.
  • Rugzak van ca. 80 liter. Ikzelf gebruik nog steeds een 20 jaar oude frame rugzak van Bergans, die nog steeds gemaakt wordt (bergans.com) . Binnenin steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi. Voor de lichtgewicht fanaten met een stevige buidel heb je ook de Ula Equipment: Vanaf 200€, verkrijgbaar via www.chrispacks.com

Kookvuurtjes en brandstof:

Het onderwerp komt regelmatig aanbod op Hiking Advisor.

En de vraag komt altijd op hetzelfde neer: Welk high-tech toestel moet ik kopen?

Het antwoord is duidelijk: een low-tech…

Sinds ik de Trangia ontdekte in een van de oudste buitensportzaak in België, zowat 35 jaar geleden, verkies ik brandalcohol als brandstof boven mijn toenmalig Campinggas vuurtje. Maar ik ben een tiental jaren geleden overgeschakeld van een ondertussen 35 jaar oude Trangia op een modernere Esbit CS985H-EX (360gr) met vlamverdeler, type pocketrocket voor solo gebruik. Hij is sneller en lichter dan de Trangia. Om een mij onbekende reden is deze alweer vervangen door een model zonder vlamverdeler, maar met deksel/pot/beker, die zowel in roestvrij staal (530gr) als aluminium (430gr) verkrijgbaar is. Voor 2 personen is er het anderhalve liter model met traditioneel deksel dat ook zowel in roestvrij staal (620gr) als aluminium (460gr) verkrijgbaar is. (www.esbit.de ) (www.bol.com )

Voor nog grotere gezelschappen is er het model dat er verdacht veel uitziet als een Trangia, maar dan met vlamverdeler. Deze set bestaat uit twee potten, twee deksels en één pan en is enkel in  de aluminium uitvoering verkrijgbaar en weegt bijna 1100gr als je de volledige set meeneemt!

Als merk is Esbit oorspronkelijk bekend als producenten van vuurtjes met vaste brandstof (tabletten), die zeer bekend en vertrouwd zijn bij militairen. Vroeger bestonden die tabletten maar in één formaat (14gr). Tegenwoordig kan je meerdere formaten krijgen. Het enige nadeel aan vast brandstof is dat je maar één brandsnelheid ter beschikking hebt! Met vloeibare alcohol kan je met behulp van het deksel van de brander de brandintensiteit verminderen.

Voor buitengebruik maak je best 2 windschermpjes uit de zijwand van 330ml drankblikken. Die wegen niets en passen perfect in de brandervoet.

Mijn volledige set inclusief 2 halve schoteldoeken (tegen het rammelen), windschermpjes, schuursponsje, aansteker, lucifers en plooibare mes, vork en lepel set weegt inclusief de Esbit meshbag 570gr. Blijft alleen nog de soort en hoeveelheid brandstof in functie van de duur van de tocht.

Een gascartouche koop je steeds vol en moet je ook vol meedragen bij de start. En wat doe je met het restje gas in de cartouche aan het einde van de tocht? Er bestaan apparaatjes, waarmee je van twee halve cartouches terug één “vol” zou moeten kunnen maken, maar die vind ik gevaarlijk. Alcohol kan je perfect doseren en in een aangepast klein plastic flesje gieten. Methanol brandt zuiverder dan ethanol (minder roet op de potten!). Ethanol is heden vlot verkrijgbaar als bio-ethanol bij verschillende doe-het-zelf-zaken als brandstof voor sierhaarden voor moderne appartementen en huizen zonder schouw.

Het argument dat alcohol een lage calorische waarde heeft is enkel doorslaggevend boven de 4000m, namelijk als je sneeuw moet smelten voor drinkwaterproductie. Om een gevriesdroogde maaltijd op te warmen heb je echt niet zoveel brandalcohol nodig: 35ml ’s avonds voor een volle portie, 25ml ’s ochtends voor een halve portie. Gebruik een 60ml injectiespuit (Rohloff oliewisselset of apotheek) eventueel met een plastic slangetje dat voldoende lang is in functie van de hoogte van de gebruikte brandstoffles.

Het beperkte gewicht van 25gr weegt ruim op tegen de hoeveelheid alcohol die je verspilt bij incorrecte dosering!

Bijkomend nadeel van gas: de wegwerpverpakking weegt zwaar en dus laten te veel trekkers hun lege gascartouches achter in de bergen. L 100gr verpakking voor 250gr gas. Zelfs een Jetboil patroon van 100gr gas weegt leeg al 90gr! Een plastic fles van 500ml weegt 70gr, wat in mijn geval voldoende is voor 9 dagen. Dit is goed voor 500ml x 0,8 = 400gr + 70gr verpakking. Wie gas gebruikt, draagt voor zijn Jetboil 4 cartouches mee, goed voor 760gr, waarvan 360gr verpakking of één verpakking van 450gr met een totaalgewicht van 680gr, waarvan 230gr verpakking. Door het gebruik van een cartouche van 450gr wordt jouw kooktoren van Pisa wel hoger en dus onstabieler! Ook als brandstof gedraagt alcohol zich veel stabieler dan gas. Geen risico op steekvlammen!

Bij Jetboil beweren ze dat je 12L water kan koken met een cartouche van 100gr gas + 90gr wegwerpverpakking of 48L met 450gr gas + 230 gr wegwerpverpakking. Bij methanol is dat 7,5L voor 100gr methanol, wat overeenstemt met 125ml methanol. Bij ethanol is dat 10L voor 100gr ethanol, wat overeenstemt met 125ml ethanol. (https://www.engineeringtoolbox.com/fuels-higher-calorific-values-d_169.html )

De Jetboil Minimo weegt 415gr + 190gr voor het gas en de wegwerpcartouche. Verbruik: 100gr / 12L. Samen: 605gr. Aankoopprijs: 125€ bij Bol.

De Jetboil Flash weegt (slechts) 371gr +190gr, maar verbruikt 100gr / 10L en is niet regelbaar qua verbranding. Samen 561gr, maar eenzelfde verbruik als ethanol! Aankoopprijs: 108€ bij Bol.

De Esbit CS985HA weegt 430gr + 100gr ethanol (10L water) + 50gr voor een herbruikbare plastic bus. Samen goed voor 580gr. Aankoopprijs: 54€ bij Bol.

Kostprijs bio-ethanol: 6€/L (Gamma) goed om  80L water te koken.

Kostprijs type Jetboil cartouche 100gr: 4€ of 32€ om diezelfde 80L water te koken!

Kostprijs type Jetboil cartouche 450gr: 11€ of 22€ om diezelfde 80L water te koken! Nog steeds bijna 4 keer duurder dus dan ethanol.

Tel uit uw winst!

Andere uitrusting specifiek voor de huttentrekkers:

  • Rugzak van 45+10l.van Lowe Alpine, die lichter is dan mijn vroegere Decathlon en toch niet zoveel duurder. Ondanks dat er bij die rugzak een regenhoes zit, steek ik toch nog altijd alles in plasticzakken gesloten met metaalclip. Kleine zaken en dagrantsoenen gaan in diepvrieszakken van Aldi.
  • Een zijden slaapzak (Sea to Summit)
  • Lucifers

3) Risico’s bij het waden en gebruik van wandelstokken:

Tot mijn verbazing diende ik vast te stellen dat sommige trekkers hier rondlopen met slechts één of totaal geen stokken. Voor mij is dit onbegrijpelijk, vooral bij het dwarsen van rivieren. Gezien ik slechts één nacht te maken had met regen, en één met motregen, gevolgd door minstens 7 dagen zonder regen, moet ik er vanuit gaan dat de stand van de rivieren eerder laag was. Dit was zichtbaar in bepaalde meren en rivieren. De zomer van 2018 was nootwaar droog en warm.

Indien je hier eerder op het seizoen komt terwijl er nog meer smeltwater van de bergen komt, zal de waterstand in de rivieren hoger zijn. Dit is heel goed te zien aan de breedte van de keienbeddingen van sommige beddingen. Ook de Duitse gids verwijst daarnaar. Ook in periodes van aanhoudende regen kan de stand van deze rivieren substantieel doen stijgen. Dit kan resulteren in hogere waterstanden en dus een grotere moeilijkheidsgraad bij het dwarsen van de betrokken rivieren. Om dat dan te doen zonder gebruikt te maken van stokken lijkt mij niet voorzichtig. De stenen in rivieren zijn vaak glad. In deze regio stelde ik opvallende algengroei vast op de keien in de waadplaatsen. Het hoge rugzakgewicht verstoor je natuurlijke evenwichtsgevoel. Het vertraagt in elk geval de reactie op verstoringen van het evenwicht, wat kan resulteren in een val in de rivier.

Ik heb het al zien gebeuren, maar ben er gelukkig zelf nog van gespaard gebleven. Alleen al het feit dat de kleren op je lichaam nat worden, zonder dat je die onmiddellijk kan drogen, noodzaakt het bezit van een droog stel en een droge rugzak inhoud. De afkoelende factor van de wind mag in deze streken niet onderschat worden.

De risico’s bij het waden zo laag mogelijk houden is van zeer groot belang, net zoals het waterdicht verpakken van cruciale onderdelen van de persoonlijke uitrusting. Het feit dat de hutten enkel toegankelijk zijn voor personen in het bezit van een sleutel, is ook een bemoeilijkende factor, waar terdege rekening mee moet gehouden worden. Enkel onder de bomenlijn is het mogelijk om vuur te maken, indien je over de nodige uitrusting beschikt. De fjäll zelf is boomloos en de afstanden zijn groot.

Wanneer in de beschrijving gewag gemaakt wordt van een “gemakkelijke” doorwading (BOT), heeft dit steeds betrekking op het gebruik van schoeisel met een verhoogde schacht (20cm). Bij gebruik van normale bergschoenen zal zelfs bij dergelijke rivieren van schoeisel moeten gewisseld worden, indien je ze droog wenst te houden van binnen.

4) Noorse hutten:

Noorse hutten verschillen in grote mate van de hutten in de Alpen. Enerzijds zijn de meeste eigendom van de Noorse Turistforeningen DNT. Je slaapt hier in principe steeds in een individueel bed.

De hutten worden verwarmd met hout. Deze brandstoffen worden steeds voor het ganse jaar aangevoerd in de winter door middel van sledes achter sneeuwscooters. Bij de hutten die met hout kachels gestookt worden is er een droogrek boven de houtkachel in de gemeenschappelijke ruimte. In sommige hutten moet het hout nog gezaagd en/of gekliefd worden. Als je daar niet mee vertrouwd bent, laat je dat beter over aan de Scandinaviërs. Bij hen zit dat in de genen. Indien je toch toevallig alleen voor deze taak zou staan, weet dan dat je een houtvuur hier start met de schors van berkenbomen, die gemakkelijk loskomt van de stam. Dit werkt zowat als een Zip blokje. Daarboven kleiner takken en dan pas de stammen.

Koken gebeurt steeds op gas. Meestal liggen er wel lucifers, maar het is handig als je er zelf ook bij hebt (just in case). Er zijn potten, bestek, borden en glazen. Water wordt met emmers uit de beek gehaald. De emmers voor het vuil water zijn gemerkt.

Er staat meestal buiten op een centrale plaats een boom met wegwijzers, met pictogrammen of aanduidingen als: ‘Vann’ voor vers water uit de rivier, ‘Toiletten zijn aangeduid met een icoon met een deur met een hartje. Behalve in de Fjällstations zijn het droogtoiletten of hudo’s.

Je wordt dus ook verondersteld je steentje bij te dragen tot het onderhoud van de hut, zoals het aanbrengen van vers water, het wegbrengen van het vuil water, het afwassen van de spullen die je gebruikt hebt en het vegen van de vloer.

Verwacht voor hier overige geen service, behalve in de Fjällstations, waar je restaurant service hebt tegen stevige Noorse prijzen.

Voor de hutten in beheer van DNT, heb je een lidkaart van de Noorse Turistforeningen DNT nodig. Zij aanvaarden geen lidmaatschap van andere bergsportverenigingen.

5) Gebruikte GPS-symbolen:

  • Openbaar vervoer (bushalte): treinstation of bushalte
  • Logies (groen bed): DNT fjällstation of een officiële hut van DNT
  • Hut (bruin tuinhuis): windschuilhut (overnachten mogelijk in geval van “nood”)
  • Camping (groene tent): bruikbare vrije kampeerplaats met “drinkbaar” water in de buurt.
  • Toilet (man/vrouw symbool, wit op blauw): (meestal) droogtoilet
  • Top (bruine berg met witte top): bergtop, pas of ander hoogste punt in het terrein
  • Begin wandelpad (blauwe wandelaar): wegwijzer of splitsing van 2 paden
  • Rode vlag: opvallende markering op het terrein, meestal cairne
  • Boothelling: overzet (betalend) over meer
  • Brug: hang- of statische brug van enige omvang
  • Overtocht (geel andreaskruis): wad (brede maar ondiepe beek
  • Visgebied (groene vis): smalle beek, normaal ondiep
  • Schedel met gekruiste botten: breed en diep wad of ander gevaar
  • Tolhuis (slagboom): grens nationaal park of rendieromheining
  • Informatie (i): informatiepaneel

6) Voeding:

Volgens de voedingsleer zou je voeding een verhouding van 15% proteïnen, 30% vet en 55% koolhydraten moeten bevatten Voor sommige sporten gaat men zelfs tot 70% koolhydraten.

Hou echter rekening met het feit dat vet meer calorieën bevat voor eenzelfde gewicht voeding.

Mijn menu is zodanig samengesteld dat ik in principe alles wat ik onderweg moet eten, los uit de hand kan eten. Dit is handig bij slechte weersomstandigheden en spaart bovendien gewicht uit aan verpakkingsmaterialen, besteken, enz…

Mijn dagrantsoen voor onderweg stop ik per dag in een afzonderlijke plastic zak. Als het dan regent, steek ik die zak op de plaats waar ik anders mijn regenjas steek, zodat de rugzak niet telkens open moet, wanneer je je energiepeil wat wilt aanvullen.

Ikzelf weeg ca. 75 kg. Wie zwaarder is, zal in verhouding iets meer nodig hebben.

Een menu moet voldoende gevarieerd zijn en moet uiteraard voor jou aanvaardbaar zijn.

Weet echter dat ik thuis ook wel iets anders eet dan dit.

Veel sportvoeding vermeldt reeds de samenstelling. Indien je deze niet terugvindt op de verpakking, zal je gebruik moeten maken van een algemene lijst met de samenstelling van voedingsmiddelen. Die vind je terug in een boek over dieetleer in de bibliotheek of op het internet.  Als je weet dat 1gr proteïnen of eiwitten overeenkomt met 17 kJ of 4kcal, 1 gr vet met 38 kJ of 9 kcal en 1 gr koolhydraten met 17 kJ of 4 kcal, dan kan je zelf aan de slag.

 

Naam: Gr.: Prot./

100gr:

K.hydr./100gr: Vet/

100gr:

Cal/

100gr:

KJ/ 100gr: Tot Cal: Tot KJ:
Mueslibar 75 5,8 72,1 6,4 380 1603 285 1202,25
Energie Bar 80 5,4 72,3 9,2 392 1653 313,6 1322,4
Chocolade noten 80 9,2 49,7 36 446 1856 356,48 1484,8
Snickers (Foré) 100 9,5 58 26 509 2128 509 2128
Salami 75 30 2 43 515 2135 386,25 1601,25
Emmental 100 25 0 30 370 1535 370 1535
Vriesdroog 285 13,6 61,2 12,6 423 1768 1205,55 5038,8
Totaal: 795 3425,88 14312,5

De chocolade is meestal van Ritter Sport. Alternatieven vind je ook bij Lidl of Aldi.

Energy of Protein Bars vind je soms bij Aldi of Lidl, maar in elk geval vind je die van Isostar bij sportzaken. Foré (namaak Snickers) vind je bij Aldi. Koop harde Muesli repen en geen zachte, want daar blijft niet veel van over na een verblijf in je rugzak. Of je moet ze in een doos steken en dat weegt weer extra.

Kaassticks komen tegenwoordig uit de Aldi. Luchtgedroogde salami (3 x 50gr) komt tegenwoordig uit de Lidl.

Praktisch:

Bij deze tocht kan je jouw rugzakgewicht laag houden door je gevriesdroogde maaltijden aan te kopen in de bemande berghutten. Deze optie is echter niet budgetvriendelijk, omdat Noorwegen sowieso een duur land is en je ook nog de transportkosten betaalt via een verhoogde prijs.

Wie budgetbewust is, sleurt dus het eten mee in functie van de volledige tocht. Hoe korter je onderweg bent, hoe minder eten je moet meedragen. 2 dagen uitsparen betekent ruim 1,5 kg aan eten dat je minder moet meedragen. Ervaring inzake je eigen calorisch verbruik is dus belangrijk, om jouw rugzak gewicht zo laag mogelijk te houden.

 

7) Dag 1: BessheimGlitterheim.

Ik koos Bessheim als vertrekpunt boven Gjendesheim en bespaarde op die manier een aanzienlijk bedrag aan parkeergelden. Ik liet mijn auto achter op de parking voor het hotel. Je vertrekt tussen het hotel en het infobureau annex winkeltje en moet onmiddellijk door een weide met schrikdraad, waar soms paarden in staan. Voorbij de weide vind je een vrij duidelijk pad met tamelijk vage tekens tot je de Bessa-rivier bereikt. Je blijft langs de oever lopen tot aan de splitsing van paden. Volg hier het pad met de aanduiding Glitterheim tot een paar privéhutten met de naam Russvassbua.

Vervolgens langs de oever van het Russvatnet (meer). Eenmaal je de Tjornholaa- rivier bereikt, klim je langs deze rivier naar omhoog tot hij voldoende versmalt om hem via de zomerbrug over te kunnen steken. Vervolgens draai je rond een uitloper van de Austre-Hestlaegerho. Ikzelf plaatse mijn tent aan het riviertje, zowat 100m onder de pas tussen de Vestre en de Austre Hestlaegerhoo. In dit laatste stuk kan je best iets links van het pad lopen, waar het wat minder rotsachtig is. Ik had zes uur nodig om dit punt te bereiken. Dit geeft meteen aan dat de opgegeven tijden enkel haalbaar zijn voor supermannen met dagrugzakjes.

De volgende ochtend vatte ik de klim aan naar de pas. Net voor een sneeuwveld moet je naar links. Een nieuw teken zorgt daar voor wat verwarring. Volg de oudere en wat vagere tekens en je bereikt probleemloos de pas. Boven ga je schuin naar links en volg je de steenhopen naar beneden tot je langs de rivier komt.

In het lagere deel van de vallei worden de tekens weer schaars, maar is het pad zo duidelijk dat dit geen problemen oplevert. Met  een grote boog kom je bij de brug over de Veo-rivier en Glitterheim terecht. Grote berghut met alle voorzieningen voor wie over een dikke stapel bankbiljetten beschikt, gelegen aan het einde van een jeepweg. Zo snel mogelijk weg van hier dus.

8) Dag 2: Glitterheim – Spiterstulen.

Tot heden blies de wind met een snelheid van ca 80 km/h in mijn rug en dat was niet echt hinderlijk, maar in de Veo-vallei moest ik tegen de wind in.

Je volgt de rivier tot je een goed zicht op de gletsjer krijgt en dan volg je de steenhopen en tekens naar rechts, vrij steil omhoog, naar de Vesleglup-meertjes. Van zodra je de klim aanvat tot de afdaling in het Vis-dal, loop je door een steenwoestijn, met weliswaar prachtige uitzichten op de gletsjers. Het is zeer lastig lopen. Reken in dit deel langs het pad niet op enige kampeerplaats tot je aan het punt komt waar het pad komende van de Glittertind het gewone pad vervoegt. Daar gaf ik er de brui aan. Ik was sinds mijn vorige stek, zowat 10 uur onderweg. De volgende ochtend daal ik af naar Spiterstulen. Het is een monsterlijk groot bergstation op het einde van een tolweg met betalend parkeren en kamperen. Aan de receptie tref ik een klas schoolkinderen aan. Opnieuw snel weg van hier.

9) Dag 3: Spiterstulen – Gjendebu.

Volg de richting Leirvassbu.

Voorbij de hut mag de eerst kilometer niet gekampeerd worden. Daar liggen natuurlijk de beste plekjes. De wind blaast nog steeds stevig in mijn gezicht. Bovendien komt er voorbij de hut ook nog regen bij.

Het pad zelf is goed begaanbaar. Zowat 1km voor de zomerbrug, komt nog een andere gletsjerbeek van de berg af. Er is geen brug. Tracht hem niet te dwarsen ter hoogte van het pad. Een Zweed die beter zou moeten weten trachtte het toch (zonder stok) en kwam in het water terecht. Wie over laarzen beschik, daalt af tot net voor de plaats waar deze beek in de hoofdrivier uitmondt en het omliggende land erg drassig is. Op een bepaald punt kon ik met een sprong van zeker één meter de rivier overbruggen. Verder door het drassige stuk terug omhoog. Zijn tochtgenoten vonden 300à 400 meter stroomopwaarts een plaats waar ze via een paar stenen met droge voeten over de rivier geraakten.

Aan de volgende rivier ligt gelukkig wel een brug, maar je moet een flink stuk stroomopwaarts. Blijf de rivier volgen tot de splitsing naar Gjendebu. Steile klim tot de valleibodem van het Ura-dal. Eenmaal boven vind je nog een paar aardige plaatsen waar je een tent kan plaatsen. Reken daar niet op verder in de vallei. Je zit hier  namelijk terug in een steenwoestijn. Pas wanneer je zicht krijgt op het Hellertjorna, zal je de eerste geschikte plaatsen vinden.

De wind blaast nu de regen zo hard in mijn gezicht, dat ik meestal naar de grond kijk, om de rand van mijn hoed de regen te laten opvangen. Omdat ik toch telkens het volgende teken moet zien, moet ik frequent opkijken en dat is niet aangenaam. Van enig pad is in dit gedeelte niet echt sprake. Je loopt gewoon van de ene steenhoop naar de andere en tracht dit te doen met zo weinig mogelijk risico. De windstoten zijn zo krachtig dat je moet opletten je evenwicht niet te verliezen. De klim naar het hoogste punt verloopt over zeer grote rotsblokken. Opletten voor die enkels dus.

De afdaling is in verhouding gemakkelijker, omdat er hier iets meer sprake is van een pad tussen de keien. Volg hier de steenhopen nauwkeurig. Het pad is echter niet steeds de kortste afstand tussen twee steenhopen. Kijk vooral naar de rotsformaties en het reliëf.

Zodra ik uit deze steenwoestijn ben en ik een vlak plekje vind nabij water, zet ik mijn tent recht. Ik ben doodmoe. Ik was opnieuw bijna 10 uur onderweg sinds mijn vorige stek. Wanneer ik  goed en wel in mijn tent zit, houdt het op met regenen.

De volgende ochtend daalde ik verder af naar de splitsing met het pad naar Leirvassbu en vervolgde langs het Hellertjorna. Langs de oevers van dit meer zijn een paar aardige kampeerplekjes te vinden.

De volgende hindernis vind je bij het dwarsen van de Semmelaa bergrivier. Steek niet over ter hoogte van de tekens, maar ga een vijftigtal meter stroomopwaarts, waar je twee houten stokken in de rivierbedding ziet staan. Je zal hier een sprong moeten maken van zowat één meter tussen twee volledig vrijstaande, niet al te grote keien met een behoorlijke stroming ertussen.
Met een rugzak van 18 kilo vraagt dit de nodige concentratie en wat lef. Enige andere mogelijkheid heb ik niet direct gezien. Een beetje verder in de vallei merk je een hutje op, met wat (echte) koeien in de buurt. Iets verder nam ik de afslag naar links naar de het Memurubu. Wie wil overnachten of de boot wil nemen in Gjendebu, volgt gewoon rechtdoor.

10) Dag 4: GjendebuMemurubu.

Wie naar Gjendebu gegaan is, volgt gedurende ruim 2km de oevers van het meer Gjende en vat dan de klim aan naar het plateau. Voor mij volgt deze bijna loodrechte klim onmiddellijk na de splitsing. Daarna volgt een parcours van heuveltje op en heuveltje af. Na een sneeuwveldje is het opnieuw eventjes de aandacht erbij houden, want de tekens zijn niet van zeer recente datum.

Na de splitsing met het pad naar Gjende, gaat het verder heuveltje op en af. Vooral op dit deel zijn er bij helder weer zeer mooie uitzichten op de omliggende gletsjers. Hoe slecht het weer ook was gisteren, vandaag is het gewoon schitterend. Alleen de harde wind blijft maar blazen. Ondanks het feit dat de zon schijnt, moet je toch een grote rotsblok zoeken om eens uit te blazen, want anders koel je zo af. Hou bij warm weer ook je watervoorraad in het oog. Er zijn minder punten waar je aan goed water geraakt dan je zou denken.

Een kilometer na de splitsing naar Gjendebu vind je een tweede splitsing met de aanduiding Memurudalen. Alhoewel dit pad op de kaart aangegeven staat op de kaart als zijnde niet gemarkeerd, zag ik toch de vertrouwde T-tekens aan het begin van het pad.

Alhoewel het pad enigszins langer is, is het waarschijnlijk minder lastig dan de normale route. De route door het dal, daalt snel af naar de rivier en blijft deze dan volgen tot Memurubu. De normale weg blijft op en neer gaan en vooral in het laatste stuk op de graad van de Sjugurdtind, gaat dit vrij steil en over een pad met vrij veel losse keien.

Bij het naderen van de hut merken we opnieuw de vertrouwde bordjes met kampeerverboden op. Een bijkomend probleem is, dat de Muru-rivier zo veel morenegruis meevoert, dat hij weinig geschikt is als bron van watervoorziening voor vrij kamperen.

Ikzelf negeerde de bordjes met kampeerverbod en plaatste mijn tent langs het pad naar de Surtningssue, vlak voor de brug over de Hestebekken (beek). Zowat een kilometer verder langs dit pad zag ik ook een tent staan. Wie nog niet al te moe is kan eventueel al de klim naar Besseggen aanvatten. Aan de afslag naar de andere variant naar de Surtningssue, zag ik ook een aardig plekje. Bedenk wel dat de ervaren rotten deze plekjes ook weten zijn. Uiteraard kan je bij de hut tegen betaling kamperen.

11) Dag 5: MemurubuBessheim.

De volgende dag, begin je met een steile klim in bijna rechte lijn van bijna 300 hoogtemeters. Het pad is behoorlijk geërodeerd door de vele toeristen, want dit is duidelijk één van de grote toeristische trekpleisters. Het is vandaag zowel zondag als mooi weer en dus nemen de toeristen de boot over het meer Gjende en maken er een dagtocht van. Wanneer de hellingsgraad afneemt, verbetert de kwaliteit van het pad. Langs het kleine meertje zijn er kampeermogelijkheden. Daarna gaat het het pad bergop tot net boven de 1500 meter. Na de top daalt het pad naar de smalle scheidingswand tussen de meren Bessvatnet en het 375m lager gelegen Gjende. Vlak voor dit punt zit er nog een kort moeilijk stukje afdaling. Wie een dagrugzakje heeft kan trachten te blijven staan op zijn twee benen. Veiliger is echter om het af te klimmen. Dit is alvast een goede oefening voor wat nu volgt.

Vergeet hier je watervoorraad niet aan te vullen, want boven is er geen water te vinden.

Besseggen is een steile smalle graad van bijna 300 hoogtemeters, waar je niet boven geraakt zonder je handen te gebruiken. In de Alpen zou een dergelijk traject bijna volledig voorzien zijn van staalkabels. In Noorwegen is zoiets ongekend. Ondertussen blaast de wind nog steeds met een snelheid van ruim 80km/h. Ik verbaas mij alweer over de nonchalance waarmee de dagjesmensen deze graad opgaan. Wie op de verkeerde plaats zijn stap of greep mist zit 300 tot 600m lager. Boven op het plateau vind je de gebruikelijke steenwoestijn. Het hoogste punt is aangeduid door een hoop stenen. Voorbij dit hoogste punt krijg je de indruk dat men een poging gedaan heeft om het pad gemakkelijker te maken door de stenen gedeeltelijk te ruimen.
Ik ben blij wanneer ik de splitsing naar Bessheim bereik. Dit stuk heb ik eindelijk weer voor mezelf, zodat ik eindelijk weer ongestoord van de bergen kan genieten zonder mij te moeten ergeren aan de idiotie van de dagjesmensen.Ter hoogte van het meer vind je de afslag terug naar Gjendesheim. De richting Bessheim of enige andere bestemming in die richting, zijn ze hier vergeten aanduiden. Voorbij de brug over de Bessa vind je wel een meer volledige wegwijzer. Je daalt af langs de rivier en even verder bereik je het pad waarlangs je de tocht aanvatte.

Aangezien ik wel een douche kon gebruiken, zocht ik een plaatsje op de camping behorend bij het berghotel Bessheim. Ik betaalde 50 NOK voor een tent, maar sliep in mijn wagen, aangezien de grond zo hard was dat ik de piketten bijna niet in de grond kreeg. Voor elk bezoek aan het sanitair zou je 5 NOK moeten betalen. Gelukkig laat bijna iedereen de deur tegenaan staan.

Indien dit niet het geval is kan je in het hotel net voor de receptie de trap naar beneden nemen, alwaar je ook toiletten, maar geen douches vindt.

12) Dagtocht in Rondane.

Algemeen.

Alhoewel het Rondane Nationaal Park nog geen 100 km verwijderd is  van Jotunheimen, is het verschil in uitzicht van het landschap toch opvallend. Het meest opvallend daarbij is het bijna totaal ontbreken van sneeuwvelden en gletsjers, ondanks het feit dat de hoogte van de toppen niet echt moet onderdoen voor die van Jotunheimen. Hierdoor is het gebied een stuk droger. Gezien zijn ligging iets dieper landinwaarts dan Jotunheimen, mag ook aangenomen worden dat er minder neerslag valt.

Ook wat het wandelen zelf betreft, is de moeilijkheidsgraad van de wandelingen in Rondane iets lager dan in Jotunheimen. Vooral vanuit de hut Rondvasbu zijn meerdere toppen boven de 2000 m bereikbaar in dagtochten.

Een kaart van Rondane op schaal 1/100.000 is verkrijgbaar bij de toeristische dienst van Otta, waar men zelfs in het Nederlands te  woord gestaan wordt.

Een kennismakingstocht:

13 km buiten Otta ligt het dorp Mysusaeter. In het dorp is een grote parkeerplaats tegen betaling van 40 NOK per dag. Buiten het seizoen vond ik een gratis plaatsje net voor de slagboom van de tolweg naar parkeerplaats aan de de weg naar Rondvassbu.

Net voor deze slagboom vind je een pijl naar de Peer Gynt Hytta.

In het begin is het wel wat opletten omdat het pad tussen een aantal weekendverblijven loopt. Veel tekens zijn er niet te vinden. Het pad houdt echter steeds dezelfde richting aan en is op zichzelf vrij duidelijk.

De meeste drassige stukken zijn overbrugd door loopplanken.

Eenmaal boven de bomenlijn is er geen enkel probleem meer. Het pad splitst zich op een bepaald ogenblik, maar komt weer samen.

De Peer Gynt Hytte is op beperkte ogenblikken te bezoeken. Dit is echter enkel interessant voor echt Grieg-fans. Verder is er niets verkrijgbaar buiten de bezoekuren.

Het pad naar Rondvassbu vertrekt naar rechts voor de hut. De pijltjes ter plaatse zaaien een beetje verwarring. Het pad klimt vrij langzaam naar de pas tussen de toppen Randen en Vesleranden.

De ondergrond wordt beduidend steniger dan het pad naar de Peer Gynt Hytta. Het blijft allemaal nog net iets makkelijker dan de hogere valleien in Jotunheimen. Na een kleine 3 uur bereik je Rondvassbu.

Ook hier vind je de bekende bordjes met kampeerverboden in de omgeving van de hut. Wie een plaatsje zoekt kan dit het best vinden langs het pad (niet de weg) in de richting van Mysusaeter.

De overzijde van de rivier biedt nog iets meer mogelijkheden.

Voor de terugweg heb je in het begin de keuze tussen een pad en de al eerder genoemde weg. Verder komt toch alles weer samen. In Mysusaeter vind je de auto terug.

De gezamenlijke duur van de wandeling is 8 uur. Over de eerste twee stukken doe je iets langer, over het derde iets korter.

13) Coördinatenlijst Jotunheimen:

Commentaar? Vragen? Reacties, altijd welkom.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.